ACHTERGROND - Het indelen van de politiek in een links en rechts kamp is een gewoonte die ruim tweehonderd jaar oud is. Ik zal nu laten zien dat het nog steeds een springlevend onderscheid is dat hoort bij een levendige democratie. Zelfs critici die het te simpel vinden, maken er onwillekeurig gebruik van.
Het is een paradox. Enerzijds is het denken in termen van links en rechts heel algemeen, je komt het tegen in vrijwel elke politieke analyse, op academisch niveau èn in de volksmond, maar niemand weet wat het precies betekent.
Links over rechts en rechts over links zijn een onuitputtelijke bron van vermaak. Wat men van elkaar vindt is meestal niet zo best. Serieuze politieke analisten ergeren zich aan de stereotypen. Maar de uitlatingen mogen vulgair zijn, zij laten ook zien hoe de kampen over elkaar denken. Iedereen kent ze wel: links is elitair, rechts is plat. Links denkt met haar hoofd, rechts met zijn buik. Links is vrouwelijk, rechts is mannelijk. Links is overheid, rechts is markt. Links is wetenschap, rechts is dom, etc. Het is inhoudsloos en enkel bedoeld om de tegenstander te besmeuren.
Dat de links-rechts indeling veel gebruikt wordt door het volk wil nog niet zeggen dat professionals het onderscheid niet zouden maken. Er zijn boeken geschreven die het als uitgangspunt nemen, zoals Het verraad van links en Er is ruimte op rechts of men karakteriseert een periode als zijnde gedomineerd door ‘links’ of ‘rechts’. Ook internationaal zijn er boeken die expliciet hierover gaan, zoals bijvoorbeeld boeken met titels als Exit right en Off center.