Wouter Bos komt altijd overal mee weg
Nog maar een paar weken geleden – de Catshuisonderhandelingen waren nog in volle gang – lag Wouter Bos heel even, een dag of zo, onder vuur dankzij de conclusies van de commissie-De Wit. Wouter Bos kwam er mee weg. Zoals hij altijd overal mee weg kon. In dit geval was het overigens terecht, maar meestal is het dat niet.
Ooit heeft Wouter Bos zich door een roddelfotograaf laten fotograferen achter een lege kinderwagen. Hij scheen dat zelf een uitermate slimme zet te vinden, maar ik zag in die foto’s vooral bevestigd wat mij altijd al zo had gestoord aan Bos: het gaat allemaal om uiterlijk vertoon, om zijn imago.
En sinds hij uit de politiek is gestapt, wordt dat alleen maar duidelijker. Hoe hij in opperste vrolijkheid door zijn postpolitieke leven wandelt terwijl zijn opvolger, samen met zijn partij, in een depressie was beland. Bos had het vierde kabinet Balkenende laten klappen. Hij had Job Cohen als opvolger aangewezen. Hij dacht dat het een meesterzet was, maar Job Cohen verloor de verkiezingen nipt, maakte wat tactische blunders tijdens de onderhandelingsperiode en bleek vervolgens een uitermate fletse fractievoorzitter die de rol van oppositieleider aan Emiel Roemer moest overlaten.