Max Molovich

357 Artikelen
9 Waanlinks
339 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 22-04-2022

De geschiedenis van mijn narcisme

 

ESSAY – Onlangs werd in het programma ‘Dus ik ben’, waarin Stine Jensen op zoek gaat naar de filosofische wortels van onze identiteit, de vraag gesteld of social media ons, de westerse mens, narcistischer heeft gemaakt. Allerlei bekende en minder bekende mensen, waaronder de Engelse filosoof Alain de Botton (die ik een paar uur daarvoor nog geïnterviewd zag worden door een van de grote exponenten van het 20ste eeuwse narcisme, Ivo Niehe), lieten hierover hun licht schijnen, waar ik echter niet of nauwelijks naar heb geluisterd, omdat ik, o ironie, te veel in beslag werd genomen door mijn eigen oorverdovende gedachtes over deze vraag.

Sinds ik op regelmatige basis mijn ideeën en gedachtes over van alles en nog wat op internet gooi, in de hoop en inmiddels wetenschap dat andere mensen het willen lezen, beoordeel ik alles waarover ik nadenk op de mogelijkheid er een stukje van te maken. Vaak zit ik in mijn hoofd al hele volzinnen te formuleren die zo fraai mogelijk verwoorden wat ik denk. Of ik denk na hoe ik iets zo scherp mogelijk in 140 tekens kan gieten.

De mogelijkheid die ik dankzij internet heb om mijn gedachtes te publiceren en aan mensen te laten lezen, beïnvloedt zodoende mijn denkwijze. Ik doe dit, laat ik voor de gelegenheid maar zo eerlijk mogelijk zijn, vooral ter meerdere eer en glorie van mezelf. Dat de mensen tegen me zeggen: Goh Max, wat heb je dat toch ontzettend fraai verwoord. En dat De Volkskrant en NRC vervolgens tegen elkaar op beginnen te bieden om mijn stuk te kopen. En dat De Wereld Draait Door mij belt om te vragen of ik mijn mening in de uitzending van die dag wil komen verkondigen. Wat ik weiger, want ik heb een hekel aan Matthijs van Nieuwkerk en voel me te goed voor de Wereld Draait Door. Dat wist de redactie daar toch wel, neem ik aan? Ja, natuurlijk wist de redactie dat, maar Matthijs vond mijn mening te belangrijk en had besloten over zijn eigen schaduw heen te stappen en de redactie bevolen mij uit te nodigen.

Teken des tijds: Gender Reveal Parties

OPINIE – Iets minder dan een jaar geleden waren mijn vrouw en ik bij de echoscopist om naar ons ongeboren kindje te kijken. Of we het geslacht wilden weten. Ja, dat wilden wij weten. Het was een meisje. Zelden heeft een eenvoudige mededeling mij zo kunnen ontroeren. Waarom precies, weet ik niet. Ik kom uit een mannenfamilie, ik had al een zoon, ik ging er vanuit dat ik weer een zoon kreeg. Maar het zou een dochtertje worden. Daar was ze, op het scherm. Mijn vrouw zag dat ik ontroerd was. De echoscopist zag het ook. Verder zag niemand het. Het was zo’n zeldzaam intiem moment waarin alles klopt en het leven even wonderlijk als vanzelfsprekend is.

Nu schijnt ook dit intieme moment, het moment dat je te horen krijgt of het een jongen of een meisje wordt, tegenwoordig aanleiding te zijn om een feestje te bouwen. Tenminste, als je in Amerika woont. Gender Reveil Party’s heten ze. Hoe het precies in zijn werk gaat, weet ik niet. Ik stel me zo voor dat de ouders niet tijdens de echo te horen krijgen welk geslacht hun kind heeft, maar dat die informatie naar de bakker wordt gestuurd, die vervolgens een taart maakt met een blauwe (jongen) of roze (meisje) vulling. Tijdens een gezellig samenzijn met vrienden, familie, buren en toevallige passanten wordt die taart aangesneden en zien de ouders voor het eerst of hun kind een jongen of een meisje wordt. Vanzelfsprekend wordt dit gefilmd en vervolgens op diverse online podia geworpen, zodat ook de vrienden, familieleden, buren en toevallige passanten die niet aanwezig konden zijn, kunnen meegenieten van de reactie van de ouders.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Daar had hij moeten staan

Gerd Leers keek naar de cover van het ongevraagd advies dat voor hem lag. ‘Tussen afkomst en toekomst’, stond er.  Daaronder: ‘Etnische categorisering van de overheid.’ En daaronder een balpen, een Bic-pen, een zaklamp, een pen die hij niet thuis kon brengen (een vulpotlood?), een vulpen, een voorzittershamer en een wat chiquere pen, vermoedelijk ook een balpen. Het lukte Gerd Leers maar niet om de betekenis van deze voorwerpen te doorgronden. Hij keek er nu al een klein kwartier naar. Wat hadden deze voorwerpen in godsnaam met ‘etnische categorisering van de overheid’ te maken? Waarom konden die mensen niet gewoon iets duidelijks bedenken? Waarom moest een ongevraagd advies, dat ongetwijfeld ten doel had iets wat onduidelijk was duidelijk te maken, zo’n onduidelijke voorkant hebben?

Hij keek opzij en werd vanuit de opengeslagen krant van maandag toegelachen door een stralende Henk Bleker die met gifgroene petjes in de weer was waarop ‘Eerlijk helder Henk’ te lezen stond. Henk Bleker. Met z’n schminkloze clownskop. Omhoog gevallen paardenhandelaar. Daar had hij moeten staan. Met petjes waarop Eerlijk helder Gerd stond. Of: Gerd Leers. Duidelijke keus. Gerd Leers. Eer en geweten. Gerd Leers. Altijd integer.

Hij, die zo’n geweldige, eigenzinnige, geliefde burgemeester was geweest, had de moeilijkste post moeten bezetten. Maxime had hem persoonlijk gevraagd. Hij had getwijfeld. Maar Maxime had hem overtuigd. Hij was de enige die het kon. Met bezwaard gemoed, maar met een zuiver hart, moeilijke beslissingen nemen. Van hem zouden de mensen het pikken. Ze zouden het begrijpen. Hij zou een eerlijk, helder beleid voeren. Hard, maar fair. En na vier jaar zou hij klaar zijn om het CDA naar een klinkende overwinning te leiden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wouter Bos komt altijd overal mee weg

Nog maar een paar weken geleden – de Catshuisonderhandelingen waren nog in volle gang – lag Wouter Bos heel even, een dag of zo, onder vuur dankzij de conclusies van de commissie-De Wit. Wouter Bos kwam er mee weg. Zoals hij altijd overal mee weg kon. In dit geval was het overigens terecht, maar meestal is het dat niet.

Ooit heeft Wouter Bos zich door een roddelfotograaf laten fotograferen achter een lege kinderwagen. Hij scheen dat zelf een uitermate slimme zet te vinden, maar ik zag in die foto’s vooral bevestigd wat mij altijd al zo had gestoord aan Bos: het gaat allemaal om uiterlijk vertoon, om zijn imago.

En sinds hij uit de politiek is gestapt, wordt dat alleen maar duidelijker. Hoe hij in opperste vrolijkheid door zijn postpolitieke leven wandelt terwijl zijn opvolger, samen met zijn partij, in een depressie was beland. Bos had het vierde kabinet Balkenende laten klappen. Hij had Job Cohen als opvolger aangewezen. Hij dacht dat het een meesterzet was, maar Job Cohen verloor de verkiezingen nipt, maakte wat tactische blunders tijdens de onderhandelingsperiode en bleek vervolgens een uitermate fletse fractievoorzitter die de rol van oppositieleider aan Emiel Roemer moest overlaten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Gijzeling

Het is feest op het Binnenhof. Jan-Kees de Jager huppelt door de wandelgangen met een rieten mandje vol met regenboogtulpjes die hij gratis uitdeelt. Bij Marja van Bijsterveldt kun je voor tien cent kusjes kopen. En Ben Knapen, zo gaat het gerucht, heeft een kraag van viooltjes rond z’n lul geknoopt.

Het CDA, zo begreep ik van Ab Klink die vorige week donderdag bij Nieuwsuur tekst en uitleg gaf, voelt zich bevrijd. Bevrijd uit de gijzeling van de PVV. Dat het CDA zich vrijwillig had laten gijzelen, deed er niet toe. De vreugde is er niet bepaald minder om.

Ik maakte me hierover op Twitter enigszins vrolijk, toen ik er fijntjes op werd gewezen dat Ab Klink dit van meet af aan had voorspeld. Ik kreeg de beruchte brief van Klink nog maar eens onder ogen die ik vervolgens, ik had toch niet heel veel meer te doen, ook nog maar eens las.

Ab Klink had inderdaad in heel veel gelijk gekregen. Zo voorspelde hij dat de PVV pijnlijke besluiten op zo’n manier naar zich toe zou trekken dat het CDA in verlegenheid zou worden gebracht. Het CDA zou haar motieven, die in een normaal klimaat evident mochten worden geacht, keer op keer moeten toelichten. “Neem het inburgeringsbeleid”, schreef Klink, “de VVD en het CDA stellen dat de eisen omhoog moeten om mensen hier meer houvast en perspectief op een goed leven te geven. De PVV daarentegen benadrukt dat hierdoor juist minder immigranten naar Nederland zullen komen en de islamisering van de samenleving wordt verhinderd.”

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Namen en rugnummers

Die avond
– Voorzitter, ik liep vanochtend langs de boekenstalletjes een beetje in de boeken te snuffelen en een boekverkoper zei tegen mij: meneer Pechtold, wanneer nemen jullie nu eindelijk eens een besluit. Ik ben toen nog sneller naar binnen gegaan dan ik al van plan was te doen. Helaas voor de boekenverkoper heb ik toen geen boek gekocht, maar er ligt nu wel een akkoord!
– Om welke boek ging het, meneer Pechtold?
– Hoe bedoelt u?
– Welk boek heeft u niet gekocht?
– Uh. Wat was het ook alweer? Het ging over Plato, meen ik.

Even later
– Voorzitter, ik kreeg vanavond een sms’je van postbode Martin en die schreef me dat hij zo blij was dat wij eindelijk een akkoord hebben weten te bereiken.
– Postbode Martin? Wie is postbode Martin, meneer Slob?
– Geen flauw idee. Ik nam aan mijn eigen postbode.
– Hoe komt hij aan uw telefoonnummer?
– Daar vraagt u me wat, voorzitter.
– Zou het kunnen dat Kamerlid Arie een sms heeft ontvangen van Postbode Martin, ook wel bekend als de zingende postbode, die in zijn nieuwsbrief schreef dat hij zo blij is dat er een akkoord bestaat, namelijk de C-mineur, waardoor hij in staat is zijn gevoelens omtrent de bezuinigen in een treurlied om te zetten, wat hem ervan zou weerhouden zich op te hangen?
– Nu u het zegt. Zo stond het er inderdaad. Hoe weet u dat?
– Het was geen sms, het was een e-mail. En ik heb ‘m ook ontvangen. Ik denk wel meer afgevaardigden. U, meneer Roemer?
– Nee, ik niet. Ik ben meer van de hardrock. AC/DC en zo. Met Postbode Martin vul ik m’n kattenbak.
– Hoe heet uw kat eigenlijk?
– Agnes.
– Agnes?
– Agnes Kat om precies te zijn.
– Agnes Kat. Vind u dat grappig.
– Toen ik besloot fractievoorzitter te worden, kregen mijn kinderen ter compensatie voor de vele uren dat ik afwezig zou zijn, een katje. Ik vond het destijds, om eerlijk te zijn, inderdaad grappig om die kat naar mijn voorganger te noemen.
– Duidelijk. Gaat u verder.
– Voorzitter, zouden we ons weer kunnen concentreren op het kulverhaal van de heer Slob?
– Vanzelfsprekend meneer Wilders. Daarom zei ik ook: Gaat u verder. Maar: heeft u eigenlijk katten?
– Twee, voorzitter.
– En hoe heten die?
– Wat denkt u.
– Henk en Ingrid?
– Precies.
(Tromgeroffel.)

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het probleem van Geert Wilders

Het probleem van Wilders is dat hij eigenlijk geen politicus is, maar een lobbyist. Een lobbyist die de politiek als middel heeft gekozen om zijn doel te bereiken. Zijn doel is de islam in Nederland te marginaliseren. Om zijn doel te bereiken, heeft hij macht nodig. Om macht te krijgen, heeft hij een electoraat nodig. Om een electoraat te krijgen, heeft hij een politieke partij nodig. Een volwaardige politieke partij met een breed programma. Want met de islam als enig agendapunt krijg je niet heel veel kiezers naar de stembus.

En daar begint het probleem: wat zet je in dat programma?

Wilders komt van de VVD, dus zou je een liberaal verhaal verwachten. Maar zijn natuurlijke electoraat bestaat uit gefrustreerde ex-PvdA’ers die elke dag in de wijken waar ze opgegroeid zijn, worden weggekeken door zielloze schotels aan bakstenen gevels. Hun klachten zijn weggelachen, hun wensen genegeerd, hun geloof op een beter leven de kop ingedrukt. Die krijg je misschien wel naar de stembus met je xenofobische anti-straatterreurverhaal, maar als je vervolgens de zegeningen van de vrije markt gaat bezingen, zullen ze weer moedeloos omkeren, zeker als hun AOW op het spel staat en hun oude moedertje maar één keer per maand wordt gewassen in het bejaardentehuis, nota bene door een verzorgster met een hoofddoekje. Een zondebok is leuk, maar een zondebok alleen is niet genoeg. Dus heeft Wilders een sociaal-economisch verhaal in elkaar zitten brijen dat zich kan meten met dat van de SP.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De laatste keer

– Ik denk dat ik het wel ga missen, Stef…
– Wat ga je denk je wel missen?
– Nou, dit…
– Dit?
– Dit ja.
– Dit.
– Ja. Dit.
– Ik begrijp niet wat je bedoelt, Mark.
– Onze fietstochtjes, Stef. Ik doel op onze fietstochtjes.
– Ah. Onze fietstochtjes.
– Ja, onze fietstochtjes. Hoeveel hebben we er gemaakt?
– Geen flauw idee. Ik heb ze niet geteld.
– Door weer en wind zijn we gegaan.
– Door weer en wind.
– Vooral door wind natuurlijk.
– Vooral door weer juist.
– Het is altijd weer.
– Dat bedoel ik. Het is altijd weer. Dus als je door weer en wind gaat, kun je niet zeggen dat je door meer wind dan weer gaat. Integendeel. Als het een keer niet waait, dan ga je wel door weer, maar niet door wind.
– Ach zo. Je blijft een precieze, Stef.
– Ik ben inderdaad graag accuraat.
– Waar denk je dat het mis is gegaan?
– Mis vind ik een groot woord. De uitdrukking is wat scheef. Weer en wind geeft het idee dat de twee woorden gelijkwaardig zijn. Maar weer is nu eenmaal wat veelomvattender dan wind. Als de uitdrukking ‘door regen en wind’ was geweest, dan had je dat probleem niet gehad.
– Nee, ik bedoelde: met Geert.
– Met Geert? Wat heeft die met weer en wind te maken?
– Stef, doe niet zo flauw. Ik bedoel: waarom denk je dat Geert Wilders de besprekingen heeft opgeblazen? We hebben ‘m toch altijd alles gegeven wat ie wilde? We hebben ‘m toch nooit iets ontzegd? Hij heeft bevriende staatshoofden beledigd, hele bevolkingsgroepen geschoffeerd, zijn partij werd bevolkt door schorem… zelfs over dat meldpunt van ‘m heb ik niks gezegd… waarom heeft hij…
– Omdat het een ondankbare hond is, Mark. Juist omdat je hem nooit op het matje hebt geroepen, kent hij zijn plaats niet. Hij voelt niet de minste behoefte om jou het hand boven het hoofd te houden, Mark. Als je zelf kinderen had gehad, dan had je dat begrepen.
– Ik vind het oneerlijk.
– Het leven is oneerlijk. Kom. Wie het laatst bij het torentje is, is een zak patat met mayonaise.
– Hey! Stef! Valse start! Valse start!
– Het leven is oneerlijk, Mark. Het leven is oneerlijk.

Vorige