Max Molovich

362 Artikelen
9 Waanlinks
345 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

De domheid van Britt Dekker

Waarin de auteur de populariteit van Britt Dekker probeert te verklaren aan de hand van Brett Easton Ellis’ ideeën over empire en post-empire. U weet bij God niet waar ik het over heb? Lees vooral verder.

Nadat ik knuffeldomblondje Britt Dekker een paar keer bij De Wereld Draait Door had gezien, leek het mij een teken des tijds: je hoeft niet meer iets te kunnen om beroemd te worden, het volstaat om ontzettend dom te zijn en je daar niet voor te schamen. Die schaamteloosheid is essentieel in deze tijd. Dat was het unieke van Britt. Haar hele leven is ze dom genoemd en ze vindt het niet erg. Ze heeft er totaal geen problemen mee dom gevonden te worden. Voor de meeste mensen is domheid iets om je voor te schamen, niet voor Britt. Ze is er ook niet trots op. Ze lijkt het totaal irrelevant te vinden. Ja, ze is dom. Nou en?

Haar domheid heeft haar geen windeieren gelegd. Ze was de held van twee reality-programma´s over zogenaamde ‘echte meisjes’, ze is de ster van een eigen tv-programma (samen met ene Ymke, met wie ze de wereld rondreist en opdrachten uitvoert, het programma lijkt me losjes gebaseerd op An Idiot Abroad van Ricky Gervais en Stephen Merchant), heeft een hitje op haar naam, was de hoofdpersoon van een prijswinnende Microsoft-campagne, heeft een eigen kledinglijn, schrijft een column voor Hitkrant, stond in de Playboy en ik neem aan dat ze elke week wel in een of andere dorpsdisco of op een corpsfeestje te vinden is om eerder genoemde hitje ten gehore te brengen en ten overstaan van een even lacherig als ongeïnteresseerd publiek flugeltjes naar binnen te hijsen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kill your idols

Waarin de auteur het fenomeen beschrijft dat van alles uiteindelijk alleen maar de vorm overblijft, zoals je kunt zien aan Kurt Cobain, Ché Guevara en Karl Marx.

Onlangs las ik ergens dat de grunge-look ‘weer helemaal terugkomt’. Wijde truien, kapotte spijkerbroeken, houthakkershemden, lange vlassige haren, ongeschoren kinnen. Met Kurt Cobain als onbetwist boegbeeld van deze stijl.

Arme Kurt Cobain. Daar heb je het nu allemaal voor gedaan. Daarvoor heb je nu je hart, je ziel en al je ingewanden in die liedjes gelegd en je hersens uit je kop geschoten. Om tot een stijlicoon uit te groeien, een kleine twintig jaar na je dood. Terwijl het je juist te doen was om de muziek, het uiterlijk deed er niet toe. De ironie was toen al dat die houding je geen windeieren legde. Miljoenen jongeren voelden zich aangesproken door die dikke fuck you naar het establishment en begon zich, depressief naar beneden starend, hetzelfde te kleden. Je was eigenlijk al een stijlicoon. Maar toch. Het ging ergens over. En nu gaat het nergens meer over. Na verloop van tijd blijft van alles alleen de vorm over.

Zie ook Ché Guevara. Daarvoor heb je nu je hele leven de revolutionaire guerrillaleider lopen spelen in Cuba, Kongo en Bolivia. Om op quasihippe tassen, T-shirts, rompertjes en de arm van Maradonna te eindigen. Je bent op z’n best een vrolijk symbool van rebelsheid.

Foto: Uitvinder E. Koers heeft een apparaat uitgevonden, waarmee een was in vijf minuten kan worden gedaan. Gebruik ervan kost minder zeep en minder moeite. Koers en zijn vrouw demonstreren buiten op het gras deze eerste "pompwasmachine". Bij dit machientje, dat op een teil met fietspomp lijkt, wordt het zeepsop door de was geslagen i.p.v. zoals […] copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Komt alles dan toch nog goed?

Waarin de auteur zijn vreugde uitspreek over de uitkomsten van een onderzoek waaruit blijkt dat de Nederlander – en dan met name de Nederlandse huisvrouw – meer luiert.

Nederland is luier geworden, lees ik, forenzende kosmopoliet, in De Spits. “Met name huisvrouwen hebben de afgelopen twee jaar meer tijd in hun slaapkamer doorgebracht,” staat in de inleiding van het stukje. Besteedt per dag 113 minuten meer in bed dan in 2010. Dat is bijna twee uur meer. De Nederlandse huisvrouw is depressief, denk ik in eerste instantie. De recessie hakt erin. Het is crisis. Hun mannen moeten harder werken. Zij doen juist minder. Alle levensvreugde wordt eruit gezogen. De Nederlandse huisvrouw rest niets dan vroeg naar bed gaan en veel slapen.

Maar dat is niet het geval. “Nederlanders slapen niet alleen langer, vooral ook andere activiteiten in bed zijn toegenomen.” En met die andere activiteiten wordt niet de oudste beweging der wereld bedoeld en alles wat daar bij komt kijken, maar televisiekijken, smartphonegebruik en lezen.

Het is zo dat er minder mensen met een betaalde baan zijn en dat de mensen die wel een betaalde baan hebben meer werken en bovendien langer reizen (de auteur van dit stukje is daar een vrij extreem voorbeeld van, na jarenlang vier dagen per week op z´n janboerenfluitjes te hebben gewerkt met reistijden van een kwartier op de fiets, moet hij het nu doen met vijf dagen per week werken en drie uur reizen per trein per dag, wat overigens zeer redelijk te doen is tot nu toe, met de vertragingen valt het wel mee en het aardige is, tegenwoordig krijg je te horen waarom een trein vertraging heeft, wat tot zinnetjes kan leiden als: “Vanwege het ontbreken van de machinist in Enkhuizen hebben wij helaas 20 minuten vertraging opgelopen,” dus u begrijpt: ik vermaak me wel), maar de mensen die minder werken liggen niet depressief in bed hun tijd te verdoen. Integendeel, ze nemen het er van: “In tegenstelling tot werken en autorijden, lijkt het ‘ontspannen, niets doen, luieren en nadenken’ populairder te zijn geworden. Michel van Voort, directeur van onderzoeksbureau SPOT, vermoed dat de recessie ‘een belangrijke factor van invloed kan zijn’.”

Filibuster

Vanavond heb ik, dankzij een aantal tweets van Jonathan van het Reve, een klein uurtje naar PVV’er Leon de Jong zitten kijken en luisteren. Naast de laatste helft van Oranje op het EK 2012 was dit mijn tweede zenmomentje van de week.

Filibuster. Ik moest het opzoeken. De oorsprong is Nederlands. Vrijbuiter. Sinds 1851 wordt het woord gebruikt voor het extreem lang rekken van redevoeringen met als doel een wetsvoorstel te vertragen of te blokkeren. Er schijnen in het Amerikaanse congres wel eens telefoonboeken te zijn voorgelezen om een stemming over een wetsvoorstel maar lang genoeg uit te stellen.

Leon de Jong had het plan opgevat om ons, al filibusterend, mee te nemen in een geschiedenisles over het ontstaan van de AOW. Het begon ergens in 1904. De Jong sprak over de invaliditeitswet, maar kreeg het woord invaliditeit, de 74 keer dat hij het moest uitspreken, niet goed uit zijn mond. Invaditeit, zei hij meestal. Waar hij het precies over had, ik had geen flauw benul. Leon de Jong zelf had ook geen flauw benul. Hij bleef maar doorgaan, monotoon strompelend, zonder dat de woorden tot hem doordrongen, zonder dat de woorden tot mij doordrongen.

Hij deed me aan iemand denken. Camiel Eurlings, vermoedde ik. Het pafferig neefje van Camiel Eurlings dat maar niet wilde deugen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Gelegenheid tot dansen

Waarin de auteur mijmert over de louterende werking van verliezen, zijn waardering voor Ronaldo uitspreekt en een voorzichtige voorspelling doet.

Het beloofde heel even een bloedstollend spannende 90 minuten te worden, maar toen Portugal na dat eerste Nederlandse doelpunt kans na kans creëerde waarvan Ronaldo er één benutte, wist ik vrij snel: we kunnen ons boeltje bij mekaar gaan rapen. Voor de vorm veerde ik bij elk Nederlands kansje nog wel even op, maar dat was niet meer dan een oppervlakkige reflex, een vastgeroeste gewoonte. Diep in mij had zich reeds een aangename rust genesteld.

En die aangename rust zorgde ervoor dat ik tijdens de tweede helft op een zeer prettige en waardige manier afscheid kon nemen van dit EK. In plaats van een hevige doodsstrijd, ging Oranje rustig heen en kregen wij een kleine drie kwartier de tijd om aan het idee te wennen. Langzaam kwam ik los van de werkelijkheid, zakte dieper en dieper weg in een gelukzalige roes. Dat spelletje op het veld, die driftig rennende mannetjes, de ernst van alles (ik zag later Mark van Bommel, in gesprek met zijn schoonvader, zijn hand voor de mond houden om te voorkomen dat liplezers zijn woorden zouden ontcijferen), het stelde allemaal niks meer voor, ik zag enkel nog het komische. De morfine deed z’n werk. Wij werden langzaam en geleidelijk, op een zachtaardige en humane manier, verlost van het aardse lijden. Heerlijk.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Kunst op zondag | Wat vind je er zelf van?

Waarin de auteur zich verontschuldigt voor een vorig stukje en hij u meeneemt in de wording van een kunstwerk.

Wat ik zelf van m’n stukje vond. Mevrouw Molovich bracht het voorzichtig. Niet best, zei ik. Nee, was niet best, vond zij ook. Ik legde uit hoe het zo gekomen was. Het was naar aanleiding van de Europese toezegging de Spaanse banken 100 miljard euri te lenen. Men hoopte daarmee, zo had ik een correspondent van de NOS horen zeggen, de markt gunstig te stemmen. Wat mij dan weer moedeloos stemde. Want elke keer als de politiek iets doet in de verwachting daarmee de markt gunstig te stemmen, dan weet je dat de markt de volgende dag heel even verveeld en plichtsgetrouw opflikkert, om vervolgens weer net zo ver terug te zakken.

Heb lak aan de markt, wilde ik schrijven. Hoe meer je de markt gunstig probeert te stemmen, hoe harder de markt in je bek schijt. Lap die kutmarkt aan je laars. Zet de markt buitenspel.

Maar toen bedacht ik de metafoor van het onverzadigbare monster dat op dieet moet, liet me meevoeren, werd verliefd, waarna ik, dronken van verliefdheid, mijn verhaal in een sprookje veranderde dat geheel en al op die vrij simplistische metafoor leunde. Het resultaat van mijn verliefdheid was een gedrocht.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Balans in Oranje

De balans is uit Oranje. En de balansbandjes, waar onze jongens twee jaar geleden bij zworen, ook. Dat kan geen toeval zijn.

Twee jaar geleden, toen het Nederlands Elftal wist door te dringen tot de finale van het Wereldkampioenschap voetballen, zworen ze erbij: balansbandjes. Een armbandje met daarin twee magneetjes (of ‘hologrammen’) die voor meer evenwicht, een betere balans en een grotere lenigheid zouden zorgen. Wesley Sneijder had het geïntroduceerd. Ik nam toen aan onder invloed van Yolanthe Cabau von Karlsruhe.

In ieder geval. Dirk Kuyt, Wesley Sneijder en Arjen Robben waren ervan overtuigd dat de balansbandjes ervoor zouden zorgen dat ze die wereldbeker zouden binnen hengelen. Om de fenomenale werking ervan te bewijzen begon Wesley Sneijder vanuit stilstand zijn tenen aan te raken. Iets wat hij voordat hij de balansband had niet kon.

Als ik de wat fanatiekere oranjewatchers moet geloven, hebben Van Gelder en Van Halst meer haar op hun hoofd dan dat er teamspirit in Oranje zit. Er is geen team meer. Er zijn louter ego’s. Alle balans is zoek. Alle balansbandjes ook, vermoed ik. Wat hebben ze ervoor in de plaats gekregen? De geluksvogeltjes van C1000. Ik zie een verband. 

Later in 2010 bewezen wetenschappelijke onderzoeken wat iedere normaal denkend mens al wist: de balansbandjes hadden geen enkel effect. Daarnaast, zo bleek, had de fabrikant van de balansbandjes, de firma Power Balance, Wesley Sneijder betaald om het bandje te dragen. Wat natuurlijk niet meteen hoeft te betekenen dat Wesley Sneijder een cynische graaier is die bereid is alles te verkopen zolang zijn bankrekening steeds meer uitpuilt. Het lijkt me wel een goede jongen. Beetje oppervlakkig. Denkt eigenlijk alleen maar met z’n voeten. Ik twijfel er niet aan dat Sneijder ervan overtuigd was dat zijn balansbandje hem ook daadwerkelijk beter in evenwicht bracht. Dat hij geld kreeg om het te dragen, was mooi meegenomen. Maar als je het alleen om het geld doet, ga je niet vervolgens de evangelist uithangen bij je teamgenoten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een sprookje

Er was eens, niet zo heel lang geleden en ook niet zo heel erg ver bij ons vandaan, een monster. Hoe dat monster heette, dat moet u zelf maar weten. Het monster was onverzadigbaar. Het had jaren lang veel te veel gegeten. Het vrat ook alles. Het interesseerde dit monster geen hol wat ie at. Zolang hij maar at. Hij at en vrat en schranste dat het een aard had. Het monster vrat zelfs z’n eigen stront. En maakte daarmee nog meer stront, dat het vervolgens dan weer opvrat.

Het monster had een hoop fans en bewonderaars. Die zagen ‘m als een heilige. De stront van het monster had hen rijk gemaakt. Het monster kon niet stuk. Er waren nog wel lui die kritiek hadden op het monster. Maar dat waren ouderwetse zuurpruimen. Niemand nam ze nog serieus.

Maar toen, op een dag, bleek de stront niet helemaal zuiver te zijn. De stront viel uiteen en was volledig geïnfecteerd door zieke strontdelen. De stront was waardeloos. En omdat het monster die waardeloze stront niet meer kon eten, was er ineens veel minder voedsel. Het monster belandde acuut in een depressie.

Degenen die over het monster waakten eisten dat het monster te eten zou krijgen. Ze hielden teveel van het monster. Het monster had hen rijk en gelukkig gemaakt. Het monster was alles wat ze hadden. Het moest en zou te eten krijgen. Als we het monster maar genoeg zouden voeden, dan zou het wel weer uit die depressie komen. Minder eten was geen optie, want als het monster minder zou eten, dan zou hij sterven en dat mocht niet gebeuren want dat monster hield het systeem draaiende. En het systeem dat mocht niet ophouden met draaien, want als het systeem zou ophouden met draaien, dan zou het monster sterven. En als het monster zou sterven, nu ja, u begrijpt, een onmogelijke situatie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Micro-economie

In het wooncomplex waar ik woon zijn twee traptractoren aanwezig en vier kinderen die graag op die tractors rijden. Twee kinderen zijn eigenaar van een tractor, twee hebben er geen. Een van die kinderen die geen tractor heeft is mijn zoon.

De moeder van een van de tractoreigenaren hield onlangs nog een lofrede op de solidariteit die er heerste onder kinderen in ons wooncomplex. Iedereen mocht de spullen van iedereen lenen, want alle kinderen wisten dat hun spullen terugkwamen, dat hun vertrouwen niet zou worden beschaamd. Dat zei ze voordat haar zoon zijn tractor met handen, tanden en veel dramatiek beschermde tegen mijn zoon. Zijn moeder heeft toen tegen mijn zoon gezegd dat hij altijd de tractor mag pakken als zij er niet zijn.

Dat doet mijn zoon dan ook. Geheel tot ongenoegen van de andere tractoreigenaar. Die weet dat hij er niks tegen kan doen, maar eigenlijk, zo vindt hij, heeft mijn zoon niet het recht om op de tractor van hun buurjongetje te spelen. Het jongetje meent zijn bezit te moeten beschermen door het bezit van zijn mede-eigenaar te beschermen. Zo doet dat, om met mijn zoon te spreken.

Onlangs was mijn zoon weer op de tractor aan het rijden toen de tractoreigenaar terugkwam. Door de sociale druk voelde mijn zoon zich gedwongen de tractor af te staan. Het werd even grimmig. Ook het andere jongetje dat graag op tractors rijdt maar er geen heeft, was erbij. Uiteindelijk gaven mijn zoontje en hij de strijd op. De twee tractoreigenaars gingen demonstratief vrolijk over onze binnenstraat rijden. Mijn zoontje en zijn lotgenoot gingen op een houten vlonder zitten en deden daar net alsof ze heel hard in een politie-auto aan het rijden waren.

Foto: copyright ok. Gecheckt 08-09-2022

Oranje gelatenheid

Mijn interesse voor de verrichtingen van het Nederlands elftal tijdens het WK in Zuid-Afrika begon ergens rond de 70 minuut van de eerste wedstrijd. Toen het pingelwonder Elia werd ingebracht om precies te zijn. Zijn tikkie-takkie-voetbal, om met Frank Snoeks te spreken (die naar eigen zegge de Zuid-Afrikaners napraatte), zorgde ervoor dat ik er meteen zin an kreeg en zelfs begon te geloven dat we door de eerste ronde heen zouden komen. Daarvoor kon het me eerlijk gezegd allemaal worst zijn.

Datzelfde gevoel van pure destineresse heb ik nu ook. En met mij hebben volgens mij velen dat. Het zal allemaal wel.

De gemiste penalty van Robben in de Champions League tegen Chelsea was een voorteken. Voor het eerst sinds heel lang, keek ik weer eens naar een hele voetbalwedstrijd. Iedereen die keek wist dat Robben die penalty ging missen. Ik in ieder geval wel. En hij miste. Nu werkt het met dat soort dingen zo dat je altijd het slechtste vreest. Gebeurt het slechtste niet, dan ben je opgelucht, gebeurt het wel, dan denk je: zie je wel. Volgens mij is dat zie-je-wel-gevoel trouwens een soort trucje van de natuur dat ervoor zorgt dat je makkelijker met teleurstellingen omgaat. Voel je toch nog een beetje trots.

Vorige Volgende