Change
COLUMN - Vier jaar geleden werd Obama’s verkiezing ontvangen als ware de Messias op aarde aangekomen. Nu volgt slechts opluchting en een realistische verwachting van zijn tweede termijn.
Vier jaar geleden liep ik over straat naar een café bij mij in de buurt. Wij gingen daar een stukkie presidentsverkiezingen meepikken. Heel Amsterdam was opgelaten. Er hing iets in de lucht. De eerste zwarte president van Amerika zou worden verkozen. Het voelde alsof het Oud & Nieuw was. De volgende dag, toen ik naar m’n werk fietste, waren er hier en daar nog feestjes gaande in studentenhuizen. Het tijdperk Obama was begonnen. A brand new day. Alles zou anders worden.
Dat kon natuurlijk alleen maar op teleurstellingen uitlopen. Een paar maanden eerder had ik iemand gesproken die graag in complotten denkt. Hij voorspelde dat de verkiezingen of door Hilary Clinton of door Barack Obama zouden worden gewonnen. Degenen die de touwtjes werkelijk in handen hadden zouden de economische crisis uitstellen tot na de presidentsverkiezingen, zodat de mensen zouden zeggen: kijk, dat gebeurt er nu als je een vrouw of en zwarte aan het roer zet.
Dat lukte net niet. Vlak voor de verkiezingen brak de pleuris uit en begonnen de banken om te vallen. Obama, zo herinner ik me, reageerde adequaat. John McCain niet. John McCain wilde de campagne stopzetten om in Washington de bailout te bespreken. Obama wilde juist dat de campagne wel zou doorgaan, zodat de mensen de kans kregen om ook tijdens dit soort moeilijke tijden hun toekomstige president te leren kennen: ‘It is going to be part of the president’s job to deal with more than one thing at once. It’s more important than ever to present ourselves to the American people.’