Statistiek in plaats van geesteswetenschap
ACHTERGROND - En ja hoor! Daar gaan we weer! De economen, moe van het almaar redden van de wereld van allerlei economische rampen, hebben de afgelopen jaren de taal ontdekt. Ze beginnen nu zelfs experimenten te doen met onschuldige Italianen om te laten zien dat je moedertaal je economische gedrag beïnvloedt (artikel).
Wat is er aan de hand? Een paar jaar geleden ging een jonge Amerikaanse econoom de wereld om. Hij had ontdekt dat er een correlatie was tussen de aan- en afwezigheid van een verplichte toekomende tijd in een taal (moet je zeggen ‘ik zal morgen komen’ of kun je volstaan met ‘ik kom morgen’) en het spaargedrag van de sprekers. Wanneer je af en toe ‘ik kom morgen’ zegt, zo was de redenering, dan zie je de toekomst als even reëel als het heden. En dan ga je dus meer sparen.
Het onderzoek was gebaseerd op zeer gebrekkige informatie over wat een verleden tijd precies is en in welke taal je nu wanneer precies ‘verplicht’ een toekomende tijd gebruikt, maar voor economen is dat kennelijk allemaal maar gezeur. We moeten geen analyses, data moeten we hebben! Wat hebben we aan geesteswetenschappen als we ook statistiek kunnen bedrijven. En wie kan het wat schelen als daar af en toe wat ruis tussen zit!
Instantbevrediging