Waarom lezen?
COLUMN - Waarom zou je boeken lezen? Daarover las ik dit weekeinde twee volkomen tegenovergestelde beschouwingen – een van een schrijver en een van twee populaire media psychologen.
De schrijver was Christiaan Weijts in zijn column in De Groene (€) vraagt hij zich af hoe het komt dat moderne romanciers schrijven alsof het modernisme nooit heeft bestaan. Woolf, Proust, Joyce, het zijn ‘onnavolgbare eilanden’ gebleven, terwijl bijvoorbeeld de beeldende kunst sinds Matisse en Picasso onherroepelijk veranderd is.
Hoe komt dat? Misschien, schrijft Weijts, wordt de literatuur niet werkelijk als kunstvorm gezien. Er worden sinds het kubisme nog steeds “landschappen en bloemstukken” geschilderd, maar die worden niet meer als kunst gezien. Terwijl het realisme in de roman ook na Paul van Ostayen nog steeds “op het plankje literatuur” wordt geplaatst.
Maar waarom zou dat dan zo zijn? Dat vertelt Weijts niet.
Een voor de hand liggende verklaring lijkt mij dat de literatuur op een heel ander economisch model gebaseerd is dan de beeldende kunst. Een kunstenaar heeft maar één rijke fijnproever nodig om zeer veel geld te kunnen verdienen, maar een schrijver moet honderdduizenden kopers over de streep trekken. Dat maakt de literatuur, lijkt mij, vanzelf een veel behoudender kunstvorm. (Of in ieder geval de romankunst; aan de dichtkunst, die toch niemand leest, is het modernisme zeker niet voorbijgegaan.)