Marc van Oostendorp

273 Artikelen
48 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Marc van Oostendorp is hoogleraar Nederlands aan de Radboud Universiteit Hij heeft een website, een YouTube-kanaal.
Foto: Hot Gossip Italia (cc)

Vlamingen zijn vreemder dan Miley Cyrus

COLUMN - “Ah, gedoogbeleid, dat is niets voor Nederlanders,” zei een Vlaamse collega onlangs enigszins smalend tegen mij. “Voor jullie is het altijd alles of niets, hè. Iedereen moet zich altijd aan de regels houden in Nederland. Het is niet zoals bij ons in België, waar officieel geen drugs mogen worden gebruikt, maar ondershands dingen wel worden toegestaan.”

Zo’n smalende toon maakt het moeilijk om tegen iemand in te gaan. Het lijkt dan net alsof je je eigen land wil verdedigen. Maar het is in dit geval echt onzin: zelfs Wikipedia zegt dat het gedoogbeleid juist in Nederland begonnen is.

Het is slechts een voorbeeld van de gebrekkige geïnformeerdheid die de meeste Vlamingen hebben geen benul van Nederland; deze collega had zelfs nog jaren in Utrecht gewoond. Het omgekeerde is net zo goed waar, of misschien in nog wel sterkere mate. Het soort clichés dat de gemiddelde Nederlander aanziet voor kennis over België is stuitend.

Het blijkt nu ook weer uit een nieuw rapport van de Taalunie over literatuur. Nederlanders en Vlamingen lezen elkaars boeken niet. Hun kranten schrijven al minder over boeken van over de grens, maar het zit vooral ook in de mensen zelf. Die kopen en lenen heel weinig boeken uit het andere land.

Foto: zonsfoto (cc)

Circusaap kan mensentaal imiteren

NIEUWS - Ik geloof dat het onderzoek naar een circusaap dat biologen van de Universiteit van Amsterdam vorige week presenteerden artikel | persbericht> heel belangrijk is. Het laat zien dat apen wel kunnen praten als ze maar willen. En het roept dus maar weer eens de dringende vraag op waarom ze dat niet doen.

De aap, een orang-oetan met de naam Tilda, blijkt klinkers en medeklinkers te kunnen maken. Dat is op zich nog niet zo bijzonder, vooral omdat de ‘medeklinkers’ een soort smakgeluiden zijn en de ‘klinkers’ wat gebrom. Van belang is vooral de snelheid waarmee Tilda die klanken op elkaar kan laten volgen:

Verfijnde spierbeweginkjes

Mensen produceren als ze praten, volgens deze onderzoekers, ongeveer drie lettergrepen per seconde; een lettergreep is een afwisseling van klinkers en medeklinkers. Hun onderzoek – deze video’s zijn natuurlijk maar een fragment van het bestudeerde materiaal, maar ik neem aan dat het representatief is – laat zien dat Tilde die snelheid ook kan halen.

Dat is nieuws. Het laat zien dat orang-oetans hun lippen, stembanden en tong voldoende onder controle hebben om zo snel lettergrepen te maken, terwijl eerder wel werd gedacht dat de enige reden waarom mensapen – meestal werden dan weliswaar chimpansees gekozen – geen taal hadden zoals de onze was omdat ze nu eenmaal al die ingewikkelde verfijnde spierbeweginkjes niet konden maken. Het gaat er dus niet om dat de apen deze klanken überhaupt kunnen maken, zoals je her en der kunt lezen; maar dat ze dit zo snel kunnen doen.

Foto: Bert Kaufmann (cc)

Onvoorwaardelijk vertrouwen in de wetenschap

OPINIE - De discussie over de Wetenschapsvisie 2025 blijkt steeds meer te gaan over de academische vrijheid. Waar is die eigenlijk goed voor? Is het wel verantwoord om wetenschappers van belastinggeld zomaar vertrouwen te schenken? Moeten zij zich niet net als iedereen verantwoorden?

Dit weekeinde schreef de Groningse psychologe Trudy Dehue er een column (€) over in NRC Handelsblad.  “Er is (…) geen enkele andere maatschappelijke sector die andermans geld vrijelijk mag besteden en daarmee ook nog andermans heden en toekomst mag bepalen”, schrijft ze daarin, en ze stoort zich aan academici die “vanzelfsprekend vertrouwen op[eisen], terwijl vertrouwen nooit onvoorwaardelijk kan zijn en bovendien door nogal wat wetenschap met haar zucht naar geld of eer flink op de proef wordt gesteld.”

Je hoort het vaker en het klinkt op een bepaalde manier redelijk. Wie denken die academici wel dat ze zijn, dat zij wel zomaar mogen doen waar ze zin in hebben terwijl ieder ander de hele dag rapporten moet schrijven waarin hij verantwoord wat hij doet? Dehue maakt bovendien de kachel aan met sommige tegenwerpingen.

Ziekte

Als ik het goed zie, gaat dat in drieën. Zo vrij zijn in de eerste plaats veel onderzoekers ook weer niet: vaak laten ze zich leiden door ‘zucht naar geld of eer’. In de tweede plaats is het een illusie om te denken dat wetenschappers ‘de’ werkelijkheid blootleggen; zij geven deze eerder vorm. En in de derde plaats kunnen onderzoekers er wel steeds op wijzen dat veel grote ontdekkingen op een toevallige manier zijn ontstaan, maar het is “een reële vraag hoe lange tijd de kostbare belofte van toevalscreaties een belofte mag blijven”.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

De Indo-Europeanen hebben nooit bestaan

RECENSIE - Die Indo-Europeanen waarover je vroeger zoveel hoorde, bestaan die eigenlijk nog wel? Niet volgens een dik boek van de archeoloog Jean-Paul Demoule dat de afgelopen weken furore maakte in Frankrijk.

Het leek mij altijd de grootste ontdekking van de taalwetenschap van de afgelopen eeuwen: dat de meeste talen uit Europa en Azië familie zijn van elkaar, en uiteindelijk afstammen van dezelfde taal, het Indo-Europees, die misschien in de Caucasus gesproken werd, of in het zuiden van Turkije. Vandaaruit zijn ze ooit, duizenden jaren geleden allerlei richtingen op getrokken en hebben de grondslag gelegd voor het Hindi, het Nederlands, het Bulgaars, het Galicisch en allerlei andere talen.

Maar waar zijn die Indo-Europeanen dan gebleven? vraagt Demoule. Er zijn geen archeologische bewijzen voor een verovering door een volk van zulke grote delen van Europa. Nergens is een spoor te vinden van de Het is onduidelijk waar ze eigenlijk vandaan zouden zijn gekomen: daar zijn allemaal theorieën over (Scandinavië, de Caucasus, Zuid-Turkije) maar die zijn geen van allen erg aannemelijk. We hebben als enige bewijs van hun bestaan het feit dat de Indo-Europese talen zoveel op elkaar lijken. En dat zou ook op een andere manier verklaard kunnen worden.

Dierenhuiden

Foto: Joe Loong (cc)

Moderne 06-relaties

COLUMN - Het woord 06-relatie is na twintig jaar terug! En nu met een geheel nieuwe betekenis.

Ik was deze week op een bijeenkomst waar een netwerkborrel gehouden werd. Dat is op zichzelf al een interessant type evenement – iets waar je wordt aangemoedigd om terwijl je met iemand praat zoveel mogelijk om je heen te kijken of er iemand is die nog interessanter is om mee te praten.

Ik wilde me daar natuurlijk op voorbereiden, dus ik vroeg advies aan iemand die meer ervaring had. En toen viel dus dat woord: het doel is om met de juiste mensen een 06-relatie aan te gaan.

Nul-zes, dat blijkt een modern woord voor persoonlijk contact.
Wanneer je iemands nulzes hebt, kun je die persoon direct bellen. Een netwerkborrel is pas geslaagd wanneer je aan het eind de nulzes van de minister hebt, en in het algemeen: wanneer je zoveel mogelijk nulzesrelaties hebt aangegaan.

E-mail kan door iemand anders worden beantwoord of afgewimpeld. Achter een vast nummer zit een secretaresse die kan zeggen dat de minister nu geen tijd heeft. De enige manier om iemand gegarandeerd rechtstreeks te kunnen spreken in onze tijd, is een nulzes-relatie met iemand te hebben.

Foto: Chandrika Nair (cc)

Kokosnoten en internet

COLUMN - Soms voel ik me net een kokovorist, zo iemand van honderd jaar geleden die van een idealist heeft gehoord dat alle mensen alleen maar kokosnoten moeten eten, en dat de wereld dan een veel gelukkiger oord wordt. En die deze verheven ideologie decennialang in praktijk brengt. En die dan, na al die jaren, ontdekt dat zelfs de idealisten van weleer inmiddels allang aardappelen en biefstuk eten.

Wat de kokosnoot is voor de kokovorist, is het internet voor mij. Ongeveer twintig jaar geleden werd het ‘wereldwijde netwerk van computers’ (zo noemde je dat toen wanneer je er een stukje over schreef, want sommige mensen hadden er nog nooit van gehoord) opengesteld voor particulieren, en ik werd al heel snel gegrepen door de idealen die eraan vast zaten. Gratis kennis voor iedereen die er belangstelling voor heeft! Onbeperkte uitwisseling van informatie! Ieder belangstellingsgebied, hoe klein ook, kan onbeperkt communiceren!

Heimelijk geloof ik nog steeds in die idealen.

Het zou mij een lief ding zijn wanneer inderdaad zoveel mogelijk informatie – in mijn geval: vanuit de wetenschap – gratis toegankelijk wordt. Iemand moet de elektriciteitsrekening betalen, en dat moet dan ook gebeuren, maar ik vind het fijn én nuttig én belangrijk om blogposts en boeken en gefilmde colleges op internet te zetten. Je kunt experimenteren met nieuwe vormen, het kost niet veel om allerlei mensen te bereiken die geïnteresseerd zijn in dezelfde dingen als jij, om met hen in discussie te gaan en daar over en weer van te leren!

Foto: biblioteekje (cc)

Open access: de uitgevers gaan toch weer winnen

COLUMN - Een van de beloftes van het internet, zo’n twintig jaar geleden, was dat het publicatiemogelijkheden zou democratiseren. Ineens kon iedereen zijn eigen krant uitgeven, ineens kon iedere mening gehoord worden, ook al waren er wereldwijd slechts zeven mensen in die mening geïnteresseerd. Ineens konden mensen met heel kleine en gespecialiseerde belangstellingsgebieden met elkaar communiceren. Iets op het internet zetten kostte immers zo goed als niets, en in ieder geval vele malen minder dan iets op papier laten afdrukken.

En dus zou het internet de manier bij uitstek zijn om onderzoeksresultaten – de artikelen en boeken die onderzoekers schrijven, vaak met publieke middelen – gratis voor iedereen toegankelijk te maken. Eindelijk zouden we ons uit de ketenen van de commerciële uitgevers kunnen slaan, die weinig toevoegen aan de producten die we maken, maar daar wel veel geld voor krijgen: uiteindelijk dus ook publiek geld.

Open access heet dat. Maar tot de verbijstering van velen blijkt nu dat begrip twintig jaar na dato eindelijk gemeengoed begint te worden, de commerciële uitgevers daar alsnog een slaatje uit blijken te slaan – en er misschien wel meer geld mee gaan verdienen dan voorheen.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit deze financiële evaluatie van het bedrijf Elsevier dat niet voor niets ’the fading threat of open access’ heet.

Foto: Blind Walls Gallery, Huilende treinen © Joren Joshue © foto Wilma Lankhorst.

Eerste klas bewijs van beschaving

OPINIE - Als je eens je vertrouwen in de mensheid dreigt te verliezen, moet je plaats nemen in de eerste klas. Sinds ik dat van mijn werkgever mag doen, ben ik mijn medeburger ineens een stuk positiever gaan bekijken. Mocht je denken dat het Nederlandse volk een ongedisciplineerde bende is – een reisje van Amsterdam naar Rotterdam leert je wel anders.

Het gebeurt natuurlijk weleens dat er mensen in zo’n wagon komen zitten met alleen maar een tweedeklaskaartje. Die mensen zijn onder te verdelen in precies drie groepen, die elkaar niet overlappen.

De eerste zijn de buitenlandse toeristen die zo naief zijn te denken dat de eerste klas in een trein er wel heel anders uit zal zien dan de tweede en die daardoor echt niet in de gaten hebben dat ze in de eerste zitten.  

De tweede groep zijn de mensen die vinden dat zij sowieso recht hebben op een eersteklaszitplaats, omdat ze door Onzelieveheer zozeer zijn voorzien van voortreffelijke kwaliteiten dat het overdreven zou zijn om van hen te verlangen dat ze überhaupt een kaartje kopen – de zeventienjarige scholier die naar zulke geweldige muziek luistert op zijn telefoon dat iedereen begrijpt dat de NS eigenlijk hém zou moeten betalen dat hij in zijn coole kleren op het ribfluweel heeft plaatsgenomen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-11-2022

Gratis meesterwerk: Sara Burgerhart

RECENSIE - Deze zomer bespreekt Marc van Oostendorp elke donderdag een gratis te downloaden meesterwerk uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Deze week: ‘Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart‘ van Elisabeth Wolff en Agatha Deken, uit 1778.

Met wie breng je liever je tijd door als je negentien bent, geld hebt, net ontsnapt bent aan het huis van je kwezelachtige tante? Met een betrouwbare man die je nooit zal aanraken voordat je degelijk getrouwd bent? Of met een charmante edele man die je de mooiste boeken uitleent en prachtig en vlammend kan vertellen over de meest uiteenlopende onderwerpen.

Sara Burgerhart weet het ook niet precies. In de gelijknamige roman, volgens sommige criteria de eerste in de Nederlandse literatuur, luistert ze beleefd naar alle volwassenen die haar aanraden om met de o zo beschaafde Edeling om te gaan, maar ondertussen voelt ze ook het avontuur met de man die van de auteurs vanaf het begin een initiaal krijgt zodat je weet dat het niet pluis is: R.

Zo’n 220 jaar oud is de roman Sara Burgerhart nu, en het behoort nog steeds tot de levendigste van de Nederlandse letterkunde. In een goede roman zie je een situatie door zoveel mogelijk verschillende ogen; zie je dat iedereen gelijk heeft ook al spreken alle personen elkaar voortdurend tegen. Sara Burgerhart heeft even gelijk dat ze met R. meegaat naar het huis van zijn vriend waar hij haar nog een heel mooie medicinale plant zal laten zien als haar hospita die haar voor R. waarschuwt.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Gratis meesterwerk: Vincent Haman

Deze zomer bespreekt Marc van Oostendorp elke donderdag een gratis te downloaden meesterwerk uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Deze week: ‘Vincent Haman‘ van Willem Paap, uit 1908.

Er is iets raars met de beste boeken: ze tintelen van leven, ze borrelen van persoonlijkheid, ze bruisen van een wereld die je eigenlijk alleen kunt ervaren buiten de boeken. Terwijl er musici zijn die zich van jongs af aan bijna alleen maar op de muziek toeleggen, en je wonderkinderen hebt onder de beeldend kunstenaars, kan een schrijver alleen schrijven wanneer hij voldoende heeft geleefd.

Althans in de grote wereld, maar volgens Willem Paap niet in Nederland.

In Vincent Haman geeft hij een afschuwwekkend portret van een literair wonderkind. De hoofdpersoon is een jongen die niet kan leren, die zich als kind ernstig misdraagt (op een dag introduceert hij het spel ‘koetje’: een vriendje en hij trekken allebei hun broek uit en gaan op handen en voeten staan. Twee vriendinnetjes mogen melken.)

Maar Vincent komt uit een geslacht van letterkundigen, die stuk voor stuk een carrière hebben gebouwd op het uitpluizen en navertellen van wat buitenlandse schrijvers hebben gezegd, en vervolgens ‘polemieken’ voeren over die buitenlandse schrijvers. Het ene lid van de familie is er een belangrijk schrijver mee geworden, de ander een al even deftige hoogleraar.

Foto: copyright ok. Gecheckt 22-11-2022

Gratis meesterwerk: Een revolverschot

RECENSIE - Deze zomer bespreekt Marc van Oostendorp elke donderdag een gratis te downloaden meesterwerk uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Deze week: ‘Een revolverschot‘ van Virginie Loveling, uit 1905.

Een van de prettige kanten van lezen: dat je in hoofden kunt kijken waarin nooit iemand kijkt, hoofden waarin het gist en borrelt. Hoofden van een Vlaamse jonge plattelandsvrouw van dertig, Marie Sanders, die altijd voor een ander klaar staat: wie er midden in de nacht een splinter in zijn duim slaat, laat hem er door haar met haar pinnetje uit halen.

Tot er iets in haar knapt.

Ook voor haar tien jaar jongere zusje heeft ze altijd gezorgd. Na de dood van beider ouders leven ze samen, tot er een ramp gebeurt: de vrouw van hun buurman, Luc Hancq (‘mijnheer Luc Hancq’, de muziekleraar van het dorp) komt te overlijden.

Ineens is hun buurman een begerenswaardige vrijgezel.

Marie denkt zeker te weten dat hij wel wat voor haar voelt. Maar gaandeweg krijgt ze in de gaten dat er tussen haar zus en mijnheer Luc Hancq ook iets moois aan het opbloeien is, en misschien zelfs wel iets veel mooiers. En dan gaat het dus gisten in Marie’s hoofd, en het loopt allemaal niet goed af, maar met een revolverschot, zoals de titel al suggereert, en allerlei ellendige nasleep ervan.

Foto: copyright ok. Gecheckt 22-04-2022

Gratis meesterwerk: De stille kracht

RECENSIE - Deze zomer bespreekt Marc van Oostendorp elke donderdag een gratis te downloaden meesterwerk uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Deze week: ‘De stille kracht‘ van Louis Couperus, uit 1900.

Carola Janssen heeft een mooie, zwoele stem en daarmee leest ze gratis een van de broeierigste verhalen voor die er ooit in het Nederlands werden voorgelezen: De stille kracht van Louis Couperus. (De opname staat hier; de geschreven tekst, ook als epub, hier.)

Carola doet dat voor Librivox, een website waarop vrijwilligers luisterboeken maken van klassieke, rechtenvrije boeken. Die opnamen voegen ze ook zelf toe aan het publieke domein. Download Carola, zet haar op je telefoon, doe je ogen dicht en ga naar ons Indië.

Het is er niet pluis.

Althans, niet voor de Nederlanders, want die zitten daar wel, maar ze horen er niet. Ze begrijpen de lokale bevolking niet, ook al hebben ze de macht over hen en ook al zijn ze verknocht geraakt aan hun eten en aan sommige van hun gewoontes. Ze kunnen niet tegen de volkomen afgelegenheid van de plaatsen waar ze door het koloniale regime gevestigd worden. Ze krijgen het op hun heupen van het klimaat.

Leonie van Oudijck, met name, hoort daar niet. Zij houdt van het leven en van de stad, als vrouw van een resident verveelt ze zich en gaat uit pure balorigheid maar met de zoon uit een vorig huwelijk van haar man naar bed. Waarop de ‘stille kracht’ begint te werken: ze wordt bespogen met een rood goedje als ze in bad gaat, een spiegel breekt, haar man krijgt bedorven whisky. Of dat echt een magische, oriëntaalse kracht is, of alleen maar verzet van de bevolking, blijft in het midden. Uiteindelijk gaat Otto, de man van Leonie, die meent dat hij zo thuis is in Indië, eraan ten onder.

Vorige Volgende