Een veenmol op zolder
Ik stel me voor dat de bergen het niet fijn vinden om zo dicht bij elkaar te staan. Elke berg droomt ervan dat hij op zijn eentje oprijst midden in de wijde steppe. Daarom hoeft hij zich nog niet eenzaam te voelen. Soms komt er een adelaar aangevlogen die een beetje aarde en gras van een andere berg in zijn klauwen meebrengt. Aan die vertrouwdheid heeft een grote berg genoeg en het verwamt zijn stenen hart. Het zou fijn zijn om een berg te zijn, maar ik ben geen berg, ik ben altijd maar die gekrenkte en verbaasde veenmol.
Leven in afzondering, zo weinig mogelijk verkeren met andere mensen, dat is de rode draad in het oeuvre van Marlen Haushofer. Bijna altijd zijn haar hoofdpersonages vrouwen van middelbare leeftijd die zich vastklampen aan de strakke routines van het huishouden. En vaak is hun grootste liefhebberij het observeren van de tuin vanachter hun woonkamerraam.
Het belangrijkste thema in De mansarde is de moeilijkheid om tot vanzelfsprekende relaties te komen als je zonder broertjes en zusjes op bent gegroeid en het ook nog heb moeten stellen zonder de aandacht van je ouders. Als kind was ik erg hongerig naar liefde, ik streelde toen elke hond en elke kat, en als die niet in de buurt waren, kuste ik zelfs bomen en stenen. De vrouw in De Mansarde stelt al haar relaties ter discussie.
Waarom zou je een oudere dame regelmatig bezoeken? Alleen omdat ze je ooit een kamer verhuurde? En waarom zou je een zogenaamde vriendin voor de middagthee ontvangen? Alleen omdat je ooit samen op de kraamafdeling lag?