Karin Spaink

475 Artikelen
83 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Still uit promofilmpje HackingTeam copyright ok. Gecheckt 10-11-2022

Vieze zaken

Het Italiaanse bedrijf Hacking Team verkoopt software aan overheden om de computers en mobieltjes van ‘verdachte elementen’ te kunnen hacken. Hun unique selling point: zo vinden we drugdealers en pedofielen. Door de bron te hacken – de crimineel zelf – kun je al hun verkeer aan de bron onderscheppen, en vermijd je dat criminelen zich achter encryptie kunnen verschuilen.

Gisteren kreeg Hacking Team een koekje van eigen deeg. Een hacker was hun systemen binnengedrongen en had alle interne documenten buitgemaakt: e-mails, facturen, agenda’s, klantenlijsten, wachtwoorden, programmacode. De hacker gaf de hele zwik – 400 GB aan data – daarna vrij op internet.

De klap voor het bedrijf is immens. Niet omdat het hilarisch is dat een surveillancebedrijf niks merkt wanneer het zelf belaagd wordt, of dat de systeembeheerders daar wachtwoorden als ‘p4ssword’ gebruikten en gevoelige informatie onversleuteld op de servers bewaarden. De echte schadepost is hun klantenlijst. Daar staan idioot veel overheden op die zich niets aantrekken van mensenrechten, en van wie bekend is dat ze geregeld op journalisten en mensenrechtenorganisaties jagen: Azerbeidzjan, Bahrein, de Verenigde Emiraten, Egypte, Kazachstan, Marokko, Nigeria, Oezbekistan, Rusland, Sudan.

Eerder waren er serieuze berichten dat journalisten uit Marokko en Bahrein via de software van Hacking Team door hun eigen overheid waren afgeluisterd, getraceerd en gevangen werden gezet. Hacking Team ontkende stellig: met zulke overheden deden ze geen zaken. De facturen vertellen een ander verhaal. Marokko en Bahrein staan op de klantenlijst van Hacking Team. Aan Sudan, een land waarvoor de UN strikte exportregels heeft uitgevaardigd, leverde Hacking Team voor een half miljard dollar aan diensten en software. Dissidenten in Sudan zijn hun leven niet meer zeker, mede dankzij Hacking Team.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Loon naar Lezen

Bij Amazon kun je boeken kopen, maar ook lenen: één boek per keer, en zodra je een nieuw boek downloadt, verdwijnt het vorige automatisch van je e-reader. Een deel van het leenbestand bestaat uit bestsellers en topauteurs, een ander deel omvat titels van auteurs die hun boek zelf via Amazon hebben gepubliceerd. Daar zitten overigens ook titels van gerenommeerde schrijvers tussen.

Voor die laatste groep, de auteurs die niet via een uitgeverij maar via Amazon publiceren, introduceert het bedrijf morgen een nieuw betaalmodel. Voortaan krijgen auteurs geen vergoeding per geleend boek, maar per gelezen pagina. Er was eerder protest over de verdeelsleutel: schrijvers van dikke boeken kregen per uitgeleend exemplaar evenveel geld uitgekeerd als auteurs van dunne boekjes, wat niet iedereen beviel.

Vandaar dat Amazon een nieuw model ontwierp voor haar maandelijkse vergoedingen (die trouwens niet mis zijn: alleen al deze maand gaat het om drie miljoen dollar.) Uitgeleende boeken worden niet verrekend naar dikte, maar naar consumptie. Een uitgeleend boek telt voor Amazon voortaan pas mee wanneer de lener er minstens tien procent van leest, en daarna wordt de vergoeding berekend op het totale aantal gelezen pagina’s.

Het plan sloeg nogal in. En niet alleen omdat je zo waarschijnlijk promoot dat auteurs zich toeleggen op boeken vol cliffhangers, op snel en rap proza, op eye candy. Het is de aanpak zelf die allerwege op kritiek stuit: het model is immers volledig gebaseerd op consumptie en op het behagen van het publiek, en houdt geen enkele rekening met de prijs die het maken van een boek vergt, laat staan op de inspanning van de auteur.

Foto: Ed Yourdon (cc)

De weg terug

COLUMN - Vier maanden geleden beschreef ik hier hoe akelig na ik de afgrond was geraakt, door een combinatie van rouw, burn-out en verlammende depressie. Ik kwam amper nog mijn huis uit, opende de post al maanden niet meer en sloot mezelf steeds verder af. ‘Met gestrekt been schoof ik almaar dieper de ellende in,’ schreef ik. ‘Dank God voor de automatische overschrijving en voor wat financiële reserve, anders had ik op straat kunnen staan. En dank Allah voor de loyaliteit van opdrachtgevers en vrienden: zonder hen was ik inmiddels weggevaagd.’

De reacties op mijn column waren overweldigend. Zoveel mensen die een vergelijkbaar traject hadden afgelegd, en een deel van hen was inderdaad over de rand gedonderd en had huis en have verloren. Er blijkt op de keper beschouwd slechts weinig te zijn dat ons scheidt van de afgrond: een scheiding, de dood van een geliefde, je baan kwijtraken volstaat. Het enige dat je dan nog voor je val kan behouden, is een verduveld sterk netwerk.

Wegvallen is makkelijker dan we denken, terugkomen aanzienlijk moeilijker. Wie eenmaal dakloos is geworden, heeft geen adres, meestal geen inkomen, geen vastigheid, amper spullen, geen eigen plek, geen veiligheid, geen beschutting, geen warmte, geen rust. Zie dat dan allemaal maar weer eens op te bouwen, van de grond af aan.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-02-2022

Ophouden

De KNMG berichtte dat huisartsen vaker te maken krijgen met mensen die, omdat ze dood willen, doelbewust afzien van eten en drinken. Na onderzoek bleek een paar jaar geleden al dat artsen veel vaker met zulke situaties te maken hebben dan bekend was, en gezien de toenemende wens van mensen om zelf de regie over hun leven – en dus: ook hun dood –te houden, vermoedt men dat die trend alleen maar sterker zal worden.

De KNMG constateert tevens dat huisartsen eigenlijk amper een idee hebben wat ze met zo’n beslissing van een patiënt moeten aanvangen. Vandaar dat de organisatie een handleiding publiceerde. Wat kun je verwachten, hoe moet je je opstellen, hoe gaat zo’n stervensproces in zijn werk, hoe lang duurt het naar schatting, is er een wilsbeschikking nodig, kun je sedatie toepassen?

Dat is reuze loffelijk van de KNMG. Wanneer gaandeweg meer patiënten zich blijken te willen versterven, kun je als beroepsorganisatie beter zorgen dat je leden goed beslagen ten ijs komen.

Maar helaas steekt de artsenorganisatie op tal van punten haar kop in het zand. Versterving heeft bijvoorbeeld helemaal niets met zelfdoding te maken, schrijft de KNMG stellig, vermoedelijk in een poging om artsen die daar verklaard tegenstander van zijn, niet tegen zich in het harnas te jagen: “Bewust afzien van eten en drinken kan vergeleken worden met het weigeren van een behandeling waardoor het overlijden volgt. Dat wordt niet als zelfdoding beschouwd, maar als gebruikmaking van de patiënt zijn zelfbeschikking, meer in het bijzonder van het recht om zorg te weigeren.”

Foto: Ambernectar 13 (cc)

Werk gezocht

COLUMN - Brabant was groot in de leerlooierij en in schoenen. Limburg in kolen, Twente in textiel, het Westland in bloemen en groente. Dat het soms gevaarlijk werk was of het milieu schaadde – van koolstoflongen en instortende mijnen tot overmatig ingeademde chemicaliën en schadelijke uitstoot van CO2 – gaf indertijd niet zo. Je pakte het werk dat je kon krijgen.

Steeds meer soorten werk raken achterhaald, of kun je nu goedkoper elders halen. De Nederlandse oogsten laten we tegenwoordig binnenhalen door Polen die amper het minimumloon krijgen uitbetaald. De productie van textiel en schoenen is allang naar derdewereldlanden verhuisd, waar mensen onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden buffelen voor de spijkerbroeken, t-shirts en colbertjes die wij graag zo goedkoop mogelijk willen aanschaffen.

We hebben lang gedacht dat het rijke westen zichzelf kon bedruipen met werk in de dienstverlening, in de zorg, en in het nadenken. Laat de rest van de wereld alle domme en gevaarlijke arbeid maar doen: wijzelf houden tenminste het werk dat aandacht, service, menselijk contact en verstand vergt.

Maar ook dat werk wordt gaandeweg uitgehold. Supermarkten willen graag van hun kassières af: als klant zelf je boodschappen scannen heeft de toekomst, roept Albert Heijn monter! In de zorg worden alle goedkopere, contactgevoelige banen weg gereorganiseerd: iemand die elke dag je steunkousen komt aan- en uittrekken, vinden we tegenwoordig te duur.

Foto: Keith (cc)

Water

COLUMN - Het warmste jaar, de minste regen, de laagste watervoorraden – het gaat maar door. Wat zijn wij mensen toch goed: elk seizoen verslaan we weer een record. Climate change for the win!

In Californië zijn restricties opgelegd aan watergebruik. Wie zijn gazon te rijkelijk besproeit – en misschien was het sowieso geen geweldig idee om een gazon aan te leggen wanneer je feitelijk in een woestijngebied woont, maar alla: ook de zucht naar gras heeft historische wortels – krijgt tegenwoordig fikse boetes.

Maar excessief privégebruik beboeten is niet de oplossing. Het probleem is structureel: we putten de aarde uit, en bedrijven zijn nog steeds ontheven van een realistische belasting op hún gebruik. We straffen privépersonen maar laten de structuur van het misbruik intact. We weten al decennia dat de Colorado, de rivier die zowat alle zuidwestelijke staten van de VS van water voorziet, door structureel misbruik aan het opdrogen is. Een gazon meer of minder besproeien lost dat probleem heus niet op.

Een stuk zuidelijker, in Brazilië, is het watertekort nijpender. In sommige steden daar gaat de kraan tegenwoordig onverwacht dicht en is schoon water een gunst geworden. Afgelopen jaar zaten hele steden er geregeld zonder water, en dit jaar is São Paulo – met 20 miljoen inwoners de grootste stad van heel Zuid-Amerika – ten prooi gevallen aan een serieus watertekort.

Foto: TANAKA Juuyoh (田中十洋) (cc)

Beestjes

COLUMN - Elk jaar werkt de mierenkolonie in mijn tuintje een kilo fijn zand langs de tegelnaden omhoog. Gestaag breiden ze hun ondergrondse domein uit, het beslaat inmiddels zes vierkante meter. Vijfentachtig kamers plus minstens één balzaal, schat ik zo. Soms, wanneer ik vrees dat hun ijver de betegeling dusdanig zal ondermijnen dat hun dak het begeeft en ik met tuinstoel en al in een diepe put verdwijn, veeg ik een onsje opgetast zand via de kieren terug.

In dat mierenpaleis maken ze koninginnetjes bij de vleet. Eind juni kiezen ze een zonnige dag voor hun grote trek: aan het eind van de middag kruipen er honderden gevleugelde mieren uit vijf of zes uitgangen omhoog, ze zijn heel onwennig nog, ze lopen dwars over elkaar heen. Het is de eerste keer dat ze buiten zijn, en wellicht zijn ze verblind door het plotselinge licht in hun oogjes. De dames wandelen een stukje, weg van het gedrang, wapperen onhandig met hun vleugeltjes, krijgen aarzelend de slag te pakken, en zwermen vervolgens massaal uit, terwijl ik ze naroep: Go west, young queens!

De relatieve harmonie tussen mij en het mierentuinpaleis werd deze maand wreed verstoord. Naast de grote plantenbak die in mijn slaapkamer staat, pal tegen de tuindeur aan, vond ik op een dag tientallen spikkeltjes aarde. Toen wegvegen niet hielp – er lagen elke dag nieuwe spikkeltjes – onderwierp ik de plantenbak aan een uitgebreide inspectie. Jawel. Mieren.

Foto: Jesse Klaver (foto: Roel Wijnants) (cc)

NieuwLinks

COLUMN - Met stijgend plezier volg ik de opmars van Jesse Klaver, de nieuwe fractievoorzitter van GroenLinks. Warempel: eindelijk iemand die met een frisse analyse komt, iemand wiens standpunten geen verwaterde versies van die van de PvdA of de SP zijn. Eindelijk iemand die zich van harte door andermans werk en ideeën laat voeden. En vooral: iemand die zich welbespraakt verzet tegen de grote dooddoeners van het afgelopen decennium.

Een kleinere overheid is nergens voor nodig, meent Klaver. Zijn gedroomde overheid is echter geen bureaucratische moloch, eerder activistisch van aard. Hij wil een overheid die oppakt wat anderen – in casu het bedrijfsleven – hebben laten liggen. Een overheid die compenseert, corrigeert, uitprobeert en bijstuurt. Heel goed, Klaver: een overheid moet in eerste instantie opkomen voor haar burgers, en daarom soms flink tegenwicht bieden aan wat bedrijven willen. Een overheid die niet fungeert als een verkapte raad van bestuur, met de minister-president als CEO, maar die zichzelf pal voor haar burgers posteert, zou een welkome verandering zijn.

Een overheid moet daarnaast het lef hebben om de markt te veranderen, al was het maar door zelf het voortouw te nemen. Splits de ABN/Amro op in een zakenbank en een nutsbank, investeer in duurzame energiewinning, pak belastingontduiking door bedrijven aan.

Foto: DLR German Aerospace Center (cc)

De toekomst is nu

COLUMN - Wat gebeurt er wanneer computers slimmer worden, en een zelfstandige vorm van intelligentie ontwikkelen? Hoeveel vrijheid houden wij mensen dan over? Willen ze ons dan overheersen of ons juist dienen? Heeft kunstmatige intelligentie (KI) het beste met ons voor, of zullen ze ons beschouwen als grondstof voor hun eigen plannen?

Tussen die twee uitersten beweegt het debat over KI zich ongeveer. Enerzijds de waarschuwers die stellen dat we met zulke slimme computers vrijwel krachten losmaken die we niet kunnen beheersen, die mogelijk onze ondergang inluiden. Anderzijds de optimisten die verwachten dat computers met intelligentie ook een besef van ethiek en moraal zullen ontwikkelen, en dat ze mogelijk zelfs fijner besnaard zullen raken dan onszelf ooit is gelukt. In dat geval zou KI juist onze redding betekenen.

Het is een heerlijk debat – vooral omdat het zo hopeloos futiel is. Alsof het ontwerp en het coderen van technologie een soort waardenvrije kern heeft, die even makkelijk linksom als rechtsom kan uitpakken. De crux met technologie is dat die nooit neutraal is: het gaat altijd om de vraag hoe die technologie is gestructureerd en ingebed, met welk doel hij wordt ingezet, en hoeveel waarde we aan de aldus vergaarde informatie toekennen.

Foto: USAG- Humphreys (cc)

Verboden te tweaken

COLUMN - Amerikaanse autofabrieken willen niet meer hebben dat hun klanten met hun tengels aan hun producten zitten. Nu ja: mechanische onderdelen zoals bougies, banden of schokbrekers mag u desnoods zelf nog wel vervangen, maar de code die voor de besturing en diagnostiek van de auto wordt gebruikt, beschouwen de automakers voortaan graag als hun exclusieve terrein. Zodra iemand anders die software bekijkt, onderzoekt, verbetert of aanpast, wensen ze dat te betstempelen als een inbreuk op hun intellectueel eigendom. Als piraterij, kortom.

Da’s voor de veiligheid, hoor, claimen de fabrikanten. Vanzelfsprekend. Stel je voor dat iemand niet weet wat-ie doet en per ongeluk de cruise control vernaggelt, of de botsingsdetector.

Alleen is de groep mensen die in hun schuurtje, met een thermoskan koffie en de laptop erbij, de elektronische control unit (ECU) van hun auto eens fijn gaat uitpluizen, natuurlijk niet bijster groot. Om hen is het de fabrikanten ook niet te doen. Hun offensief richt zich op onafhankelijke bedrijven die zich hebben toegelegd op de tinkering, tuning & tweaking van moderne auto’s.

Want dat lijkt de automakers nou juist zelf zo’n lucratieve vorm van klantenbinding: wie een auto van ze koopt, mag tot in lengte der dagen de elektronica daarvan uitsluitend laten updaten, controleren of repareren bij door hen geautoriseerde dealers, die op hun beurt natuurlijk weer een percentage van de omzet aan diezelfde fabrikant afdragen. Via licenties, ketenbeheer en een beroep op intellectueel eigendom wordt de markt dichtgetimmerd, en de concurrentie tot piraterij verklaard.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Cybergruwelen

COLUMN - ‘Cyberoorlog staat op uitbreken,’ kopte de krant vorige week. Het klonk bijna opgetogen. Maar zoals nerds al aan het eind van de jaren negentig doorhadden; alles waar het predicaat cyber bijgeplakt werd, was gekunsteld hip of marketingpraat, of erger: allebei. Cybersex. Cybernaut. Of (gruwel) cyberfeminisme. En nu dus: cyberoorlog.

Catastrofale aanvallen staan te wachten, wist de deskundige, de virtuele oorlog is ons voorland. Her en der voeren kwaadwillende clubjes dergelijke aanvallen al uit, overal staat de malware klaar, hield de deskundige ons voor. Het wachten is op een schurkenstaat die al die initiatieven aaneen klinkt, en dan rijst-ie in alle omvang op: de cyberoorlog. Nou, berg je dan maar!

Waarom klonk dat nou bijna verlekkerd?

Misschien omdat de man verdiende aan het spinnen van zulke apocalyptische visioenen: voor HP werkt hij aan de virtuele veiligheid van overheden, en ja, dat concept moet verkocht worden. Of misschien was het omdat het rijtje van verdachte staten dat hij noemde, het aloude rijtje was: Iran, Noord-Korea, China. (Irak is uit de vaste opsomming weggevallen en wordt binnenkort vervangen door ISIS. Of beter: CyberIsis, om nog eens te benadrukken hoe eng ze zijn.)

Opmerkelijk is dat de man Israël en de VS niet in het rijtje plaatste: de twee enige overheden van wie tot nu toe bekend is dat ze doelgericht een computervirus op een ander land hebben losgelaten, Stuxnet, dat onverwacht – maar dat heb je nu eenmaal snel met computervirussen – ook buiten Iran opdook. Dat maakte zijn verhaal ineens wat hol. Oude schurkenwijn verkopen in nieuwe, en dus hoger geprijsde zakken – dat was wat hij deed. De oude riedel: zij zijn de vijand en wij moeten onszelf beter bewapenen. Met cyberbewapening! En we moeten de systemen van de vijand binnendringen om aanvallen te voorkomen!

Foto: Institute for Policy Studies (cc)

Ga maar!

COLUMN - Opgeteld bedroegen de bonussen op Wall Street vorig jaar 28,5 miljard dollar. Dit uitgesmeerd over 167.800 mensen, die gemiddeld (inclusief onderknuppels) al een salaris van zo’n twee ton per jaar kregen. Bijna 30 miljard: daar kun je flink wat van het begrotingstekort mee wegwerken, toch?

Zet dat bonusbedrag af tegen het inkomen van werknemers met een fulltime baan en een minimumloon. Daarvan telt de Verenigde Staten er net meer dan een miljoen van, en ze verdienen 7,25 per uur. Hun verzamelde inkomen in 2014 was 14 miljard dollar.

Oftewel: het ‘extraatje’ voor de bankiers is dubbel zo hoog als wat de fulltime minimumloners in de VS samen verdienen. Je hart krimpt ineen wanneer je die cijfers laat inwerken – zeker wanneer je weet dat je in de VS van een minimumloon vaak amper kunt rondkomen en op voedselbonnen bent aangewezen om de eindjes aan elkaar te knopen.

Met de middenklasse daar gaat het trouwens ook niet zo goed. Net als hun companen in Nederland hebben ze te kampen met stijgende schulden, hogere lasten, plus een sterke waardedaling van hun vermogen.

Maar de bankiers, nee, die verdienen een bonus! Zij zwengelen immers de economie voor ons allen aan?

Vorige Volgende