Burgermoed
COLUMN - Treinreizigers die koperdieven uit bovenleidingen verjagen. Defect materieel weer in elkaar schroeven. Aangereden herten verzorgen. Vastgevroren wissels ontdooien en omgevallen bomen van de rails slepen. Bijstandsontvangers die verplicht worden de kaartjes te knippen.
Beelden die in me opkwamen toen ik tijdens mijn dagelijkse treinreis Amsterdam – Den Haag vernam dat wij, treinreizigers, conducteurs moeten gaan helpen bij het beteugelen van de agressie van medepassagiers. Aan te leren middels een cursus van een half uur, volgens Stichting Maatschappij en Veiligheid-voorzitter Pieter van Vollenhoven. Nuttig tijdverdrijf tijdens voorziene vertragingen. Een anti-agressie-coach met een clubje gestrande forenzen en een EHBO-pop op een winderig perronnetje. Voorschoten ofzo. Lekker in de weer met pepperspray en wapenstok, voorbereid op de volgende stap. Burgermoed stroomt door mijn aderen.
Als burgermoed nodig is voor een veilige treinreis, laat de overheid echt een steekje vallen. Het lijkt de zoveelste verantwoordelijkheid die doorgeschoven wordt naar de participerende burger.
En toch vind ik het idee van Van Vollenhoven niet zo gek.
Het ontging mij laatst volkomen dat iemand naast me wilde zitten. Mijn noise-cancelling koptelefoon werkte net iets te goed. Betreffende jongeman pakte daarop mijn tas en kiepte de inhoud over mijn schoot. Yoghurtbakje, iPad, mascara, de hele mikmak rolde op de grond. In een propvolle trein. Ik schrok me te pletter. Dat niemand in actie kwam, kan verklaard worden door het omstandereffect, hoorden we deskundigen deze week zeggen. Mensen zijn minder geneigd in te grijpen als er veel omstanders zijn, dan wanneer er niemand in de buurt is. Een enkele medeforens keek de jongen verbouwereerd aan, de rest keek inderdaad weg.