Gisteren kwam het Nationaal Vrijheidsonderzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei uit.
Hieronder pak ik een aantal uitkomsten van dit onderzoek:
Nederlanders vinden de vrijheid van meningsuiting het belangrijkste van onze democratie (60%, tabel 6), maar zodra ze kunnen kiezen wordt dat direct ingeruild voor een goed inkomen en een veilig land (tabel 12). Als er kan worden gekozen voor minder veiligheid of minder vrijheid kiest zelfs 47% voor minder vrijheid tegen 19% voor minder veiligheid (tabel 14). 65% vindt het bestrijden van terrorisme belangrijker dan de persoonlijke vrijheid (tabel 18).
De overheid is vooral verantwoordelijk voor deze veiligheid, vindt bijna de helft van de respondenten (tabel 20,21). Ze kwijt zich op het gebied van de dreiging van buitenlandse mogendheden, rampen en ongelukken en bescherming van grondrechten heel aardig van haar taak, maar laat steekjes vallen bij criminaliteit en terrorisme (tabel 23). Van al deze onderwerpen vindt men dat ze moeilijk te bestrijden zijn. Criminalteit is het makkelijkst te bestrijden, en terrorisme het moeilijkst.
Qua maatregelen die de overheid kan nemen vindt men cameratoezicht op de openbare ruimte één van de minst privacyschendende mogelijkheden, terwijl het standaard afluisteren van telefoons en monitoren van internetverkeer als een grote inbreuk van de privacy wordt ervaren. (tabel 26). Toch vindt nog meer dan de helft van de Nederlanders dat ook dat laatste aanvaardbaar is (tabel 27). Een interessante constatering is dat men ook vindt dat nieuwe veiligheidsmaatregelen automatisch moeten vervallen na een jaar als deze niet effectief zijn gebleken (tabel 28).