Eén van de plannen van Rutte I is het aantal kamerleden terugbrengen van 150 naar 100 leden. Dat alles om het volk het idee te geven dat de bureaucratie wordt aangepakt.
Hoe erg die parlementaire bureaucratie is wordt snel duidelijk als je de verschillende parlementen in de ons omringende landen afzet tegenover onze 225 parlementariërs. Dat zijn er 150 in de Tweede Kamer en 75 in de Eerste kamer.
Tijd dus voor een lijstje:
- Groot-Brittannië: 1372 (650/722). 44.543 inwoners per zetel
- Duitsland: 598. 137.675 inwoners per zetel
- Frankrijk: 923 577/346). 69.402 inwoners per zetel
- België: 224 (150/74). 48.337 inwoners per zetel
- Ierland: 226 (166/60). 19.782 inwoners per zetel
- Litouwen: 141. 23.612 inwoners per zetel
- Zweden: 349. 26.878 inwoners per zetel
Erg? Mwah. In Nederland is de verhouding ongeveer 73.860 inwoners per zetel. In bovenstaande – willekeurige – lijstje heeft alleen Duitsland een relatief kleiner parlement. Nu is zo’n vergelijking natuurlijk niet zaligmakend, de rechtgeaarde aanhanger van de kleine overheid zal ongetwijfeld vinden dat de parlementen in die landen ook te groot zijn, maar het zegt toch in ieder geval dat het Nederlandse parlement niet buitensporig groot is, en misschien wel relatief klein.
Een ander punt dat regelmatig boven komt drijven in de hedendaagse politiek is de kloof tussen burger en politicus. Die is te groot. Denken de partijen die dit voorstel steunen nu echt dat door het aantal parlementariërs te verlagen, en dus de werkdruk te verhogen, die kloof wordt verkleind? Onwaarschijnlijk. Sterker nog, de band van de parlementariërs met de samenleving zal verder onder druk gezet worden. Alle parlementariërs krijgen meer macht, en zullen meer worden bespeeld door lobbyisten. De feitelijke kiesdrempel (1 zetel) wordt verhoogd en kleinere partijen krijgen relatief minder macht omdat ons systeem van restzetels grote partijen bevoordeeld.