Naar aanleiding van de uitspraak van Jeroen Dijsselbloem (de PvdA-politicus, niet de minister van financiën) over het paal en perken van topsalarissen, stond vanochtend een brief van hoogleraar accountancy Jan Bouwens in de Volkskrant, die daarin een aantoonbare correlatie tussen topsalarissen en waarde van bedrijven (pdf samenvatting van aangehaalde studie) ombouwt tot een oorzakelijk verband. Dat leidt tot de bekende riedel: als je geen topsalarissen toelaat, krijg je ook geen topbedrijven.
Het aardige is dat precies dezelfde studie van Xavier Gabaix en Augustin Landier ook gebruikt is om precies het tegenovergestelde te betogen, namelijk dat een aantoonbaar oorzakelijk verband tussen salarissen en bedrijfsprestaties juist niet te leggen valt. Sterker nog, de twee Fransen berekenden dat als een bedrijf met de 250st getalenteerde CEO plotseling hét toptalent zou rekruteren, dit slechts een groei van 0,016 procent zou opleveren. Anders gezegd: de invloed van kleine verschillen in talent, die vaak in enorme salarisverschillen worden vertaald, is minimaal.
Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat de talenten van de CEO geen invloed hebben op het welvaren van het bedrijf. Dat is uiteraard wel zo. Het zegt alleen dat de CEO niet meer getalenteerd wordt als je hem meer betaalt. Een meer getalenteerde CEO van buiten halen heeft ook niet vanzelfsprekend grote invloed op de waarde van het bedrijf. Het kán natuurlijk wel, maar het is geen wetmatigheid.