Daniël Hoenderdos

118 Artikelen
2 Waanlinks
285 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Geboren: 3/12/1981 te Warnsveld. Een zigeunerin voorspelde mijn dood op 26/2/2085 te Avignon, Frankrijk.

De tussentijd wens ik te vullen met wielrennen, bloggen, lezen en schrijven.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Renners maken de koers

tourdujourEen cameraman met oog voor detail filmde vandaag, quatorze juillet, een overstekende slak. Treffender kan de rit niet worden samengevat. Het protest tegen het verbod op de draagbare radiosets leidde tot het tegenovergestelde van wat de Tourdirectie voor ogen had, toen ze het protest afkondigde.

Het is al jaren je reinste anarchie in de wielrennerij. Nu is die anarchie een wezenlijk deel van de sport, de vaak onduidelijke verstrengeling tussen commerciële en sportieve belangen leiden vaak tot spectaculaire o(nt/m)knopingen, en onbegrijpelijke strategieën. Het motief is nooit iets anders dan sponsorbelangen, maar hoe die geldstromen lopen is niet altijd even helder.

Rennersprotest, zoals vandaag, is niet nieuw. In de afgelopen Giro nog, protesteerden de renners met een wandelrit in Milaan tegen de onveiligheid van het parcours in de modestad. Toch is er een groot verschil tussen het rennerprotest van mei – en de protesten daarvoor – en die van vandaag. Daarvoor zijn drie belangrijke uitgangspunten.

1) De organisatie van de Tour dient geen ander belang, dan het eigen.
2) De Tour is een Frans sportevenement.
3) Het Franse wielrennen mist (al jaren) een echte vedette.

Over het laatste axioma kunnen wij kort zijn. Elke Tour de France wordt een nieuw toptalent geboren. Een paar jaar geleden was het Thomas Voeckler die een dag of tien door Armstrong in het geel werd getolereerd en sindsdien een succesvolle carrière is gestart in het behalen van aansprekende ritoverwinningen, daarvoor reden Casar en Moreau zich in de kijker, die ook nooit de belofte konden inlossen als opvolger van de groten uit het verleden (Poulidor, Hinault enzovoorts).

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tour de France 2009, Acte 2

tourdujour Dramatis Personae

Acte 2, Scene 1:
INT – De hermitage, daags na de oorlog in Italië
Op: Robert Gesink, Laurens ten Dam volgt enkele ogenblikken later

RG:
O, moedige vriend! Eerbare gentleman! Welk nieuws van onze Tsaar uit het verre Italië?

LtD:
Als een spreeuw een adelaar, of de haas een leeuw – ik moet zeggen: hij was als een dubbelgeladen kanon.

RG:
God redde de Tsaar!

LtD:
Hij won heroïsche veldslagen, in de bergen en op de tijdritfiets. Wij zagen de Franse Banieren wapperen, alsook de verenigde legers van Italië, maar toch vooral die van de Kazachstaanse grootvizier zelve, en zijn sterke luitenant Leipheimer die vroeger in ons leger vocht.
Etappe voor etappe, rebels been tegen been, hij hield hen allen met zijn machtige verzet in bedwang – en om te concluderen: victorie was de onze.

RG:
Ik heb grote blij!
[beiden af]

Scene 2:
EXT – ergens in noord-Texas, het is noodweer
Op: Lance Armstrong

LA:
Blaast, winden, en kraakt mijn wangen, met uw woedend getier! Spuit met uw watervallen en orkanen tot u de torenspitsen onderwater hebt gezet, en de hanen verdrinken!
Uw gedachtverzengende zwavelvuren, eikklievende bliksemslag – verzeng mijn hoofd!
En u, alles denderende donderklap – sla plat, die vadsige rondheid die wij aarde noemen, ram de vormen der natuur tot de amorfe resten van menselijke zwakte!

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tour de Zwolle

tourdujourHet kon niet uitblijven dat ik een keer in mijn leven zelf de Tour zou rijden. Elke renner droomt ervan: een ronde door Frankrijk, 3500 kilometer afzien en dan champagne op de Champs Elysees. Het was een kwestie van tijd vooraleer ik het zelf zou doen.

De enige overeenkomst tussen mijn ronde en de echte, was dat ik ook fietste. De grote mannen reden door Frankrijk, ik in de omgeving van Zwolle. De sterke mannen bedwongen de Alpentoppen, ik de Knobbel. De grote jongens reden in een peloton, ik reed alles in mijn eentje.

Het etappeschema dat ik had bedacht volgde de gedachte van de Tour. Ik reed ongeveer een derde van de afstand die de grote mannen reden en in de omgeving van Zwolle is het lastig om te klimmen, dus dat probeerde ik zo goed en zo kwaad als het ging te ondervangen. Hoe het schema precies in elkaar zat weet ik niet, maar globaal kan ik stellen dat de vlakke ritten de oevers van de IJssel, de Vecht en het Zwarte Water volgden en de klimetappes op de Veluwe en de Sallandse Heuvelrug plaats vonden.

De eerste etappe was een proloog over het Engelse werk – daarvan weet ik het parcours nog exact, want het is lang mijn vaste hardlooprondje geweest. Op een racefiets is het een bloedtechnisch parcours met veel bochtjes, hinderlijk in de weg wandelende voetgangers (al dan niet met hond) en natuurlijk de gekende pelotons schoolkinderen, soms wel vier rijen breed over de dijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hoe Indurain zijn volk leerde winnen

tourdujourDe familie Sanchez Gil is in het verkeer nooit gespaard. Dat heeft topsport opgeleverd. Vader Sanchez kreeg een ongeluk, en zijn arts raadde hem aan te fietsen. Dus kocht hij voor hem, zijn vrouw en zijn twee jonge kinderen een paar racebicikletten. In de omgeving van Murcia was het goed fietsen. Wie lekker wil rollen blijft in het vlakke, wie wil afzien duikt de bergen in. Luis Leon Sanchez was vier en had talent.

De bekendste Spaanse wielrenner uit Murcia is ‘de onverslaanbare’ Alejandro Valverde Belmonte. In de jeugdcategorieën was het voor de rennertjes zo’n oneerlijke strijd dat ouders gingen vragen waar de kleine Alejandro komend weekeind zou koersen. Zelf gingen ze dan vlug naar een andere wedstrijd. Niet Luis Leon Sanchez, zij werden vrienden.

Valverde was een supertalent was die evengoed kon klimmen als sprinten, en ook nog eens kon tijdrijden en zodoende solo kon aankomen. Hij kon verschikkelijk afzien, maar dat was eigenlijk nooit nodig. Hij had zijn fysiek. Luis Leon Sanchez had ook talent, maar had minder en moest meer knokken voor zijn overwinningen. Hij werd slim. Soms schudt hij met zijn bolletje als ze hem vragen over te nemen. Soms puft hij, met zijn tong uit de bek om een paar seconden later plots te demarreren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tour de France 2009, Acte 1

Dramatis Personae
Lance Armstrong – voormalig Keizer van Frankrijk, na een periode van drie jaar absentie teruggekeerd
Alberto Contador – Zijn ambitieuze erfgenaam en troonopvolger & koning van Spanje
Carlos Sastre – Tussenpaus, huidige heerser van Frankrijk
Andy Schleck – Graaf van Luxemburg
Fränk Schleck – Broer van Andy, groot krijger
Cadel Evans – Bij gebrekkige troonopvolging de geleende hertog van België
Denis Menchov – Tsaar van Rusland
Laurens ten Dam – zijn eerste luitenant
Robert Gesink – een van de Tsaars sterkste keurvorsten
Andreas Klöden – een oude krijger, voormalig luitenant van Duitsland onder Ullrich
Levi Leipheimer – ambitieuze luitenant van Armstrong
Inigo Cuesta – woordvoerder van de Paus
Kim Kirchen – aartsvijand van de Schleck broers die aanspraak maakt op de Luxemburgse troon
Roman Kreuziger – leider van een opstand in Franstalig Zwitserland
Luis Leon Sanchez – vriend van Alberto Contador, sterke krijger

Acte 1, Scene 1:
INT – kasteel van Lance Armstrong voorjaar 2009

Op: Lance Armstrong, Andreas Klöden, Alberto Contador, Inigo Cuesta

LA:
Zeg nu, Inigo, wat wil de paus van ons?

IC:
Na dit groeten spreekt tot u de soevereine staat Frankrijk, geregeerd door Paus Sastre – heerser van Frankrijk, uit naam van hem die de hemelen regeert.

AC:
Frankrijk ligt open voor wie haar belieft te nemen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Montjuïch

tourdujourGraag had ik vandaag niet zelf een verhaal geschreven, maar het gedicht ‘A Barcelona’ gepubliceerd, van de Catalaanse dichter Jacint Verdaguer. Jacent Verdaguer is op een steenworpafstand begraven, van de plek waar vandaag de streep lag. (De Montjuïch is tevens een soort Père Lachaise van Barcelona.)

Hoewel er een heleboel teksten online zijn terug te vinden, is het mij niet gelukt om deze tekst te pakken te krijgen, en de bundel waar het in staat, of toch zou moeten staan, naar wij dachten, is zoek. (Een uitdaging voor de reaguurders: help mij deze tekst te vinden. Web 2.0: bewijst u!)

Ik hou wel van Verdaguer, al mag ik mijzelf geen expert noemen op het gebied van de poëzie. Ik spreek daarbij geen letter Catalán en ik ben dus overgeleverd aan de grillen van een vertaler. Engelse poëzie, dat gaat nog (Shall I compare thee to a summers day, enfin: mijn docenten van het Baudartius College hebben mij goed opgeleid, waarvoor dank en hulde, want dat was destijds bepaald niet gemakkelijk). In het Duits durf ik ook nog aan. Bij de rest van de Wereld heeft het totaal geen zin om vast te houden aan de brontekst, of ze moeten uit België komen. (Ik lees trouwens veel te weinig poëzie, en als ik om mij heen kijk zie ik ook niemand poëzie lezen. Waarom eigenlijk niet? Ben ik al te gezapt, en te ge2.0d?)

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Honderdtwintig Francs

tourdujourTegenwoordig wordt de nietsvermoedende sportliefhebber er half juni vanuit het niets mee doodgegooid: tourspelletjes. Meestal moeten deelnemers een paar namen noemen, en afgemeten aan deze prestaties kan een deel van de pot worden verdiend. Schrijver dezes heeft noodgedwongen bedankt voor de helft en dat terwijl hij toch echt een spelman is.

Die gekte met spelletjes heb ik van mijn vader. Zonder in te veel details te willen treden omtrent het huwelijk van mijn ouders kan ik zeggen dat mijn moeder hardnekkig weigert mee te doen. Bij ons thuis werd dus met zijn drieën geklaverjast (goddank heeft mijn broertje inmiddels een lief – het eerste agendapunt bij pa en mij was haar te leren kaarten).

Moeders afkeer van spellen schijnt te komen door een regenachtige vakantie in Noorwegen, vlak na haar trouwen. Pa was nog militair en beschouwde een spel als een operatie die succesvol moest worden uitgevoerd. Succesvol voor hem. Volstaat te zeggen dat hij bloedfanatiek was en nooit verloor.

De geboorte van zijn zoons was voor mijn vader een Godsgeschenk. Plotseling had hij twee kinderen om te leren yathzeeën, toepen en biggen. Vooral dit laatste spelletje hebben ik en mijn vader veel gespeeld op zomervakantie. Twee miniatuurbiggetjes werden als dobbelstenen gebruikt en aan de verschillende posities waarin die diertjes terechtkwamen leverde dan een aantal punten op. (‘Snuiter! Dat is een snuiter!’)

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Waaierdans

tourdujourGisteren kregen we in de finale van de etappe al een voorproefje van de rit van vandaag, een vortex in het tijdruimte continuüm. In de Camargue, land van flamengo’s en stieren, waar de wind vrij spel heeft in de open Europese Savanne, daar fluisterde George Hincapie iets in het oor van Armstrong. ‘It’s on’, denk ik, of ‘brace yourself’.

Vandaag was er een ploegentijdrit en Columbia rijdt er dus twee in twee dagen. Een ploeg met meer talent is sinds de Raleigh-ploeg van Peter Post in de jaren 80 niet meer gezien. Columbia is al twee jaar de absolute veelvraat van het peloton. Gisteren dus ook weer, met Mark Cavendish (en die is nog niet uitgewonnen hoor, een stukje over de man van Man kan rustig even worden uitgesteld worden), maar vandaag betaalden zij de prijs van de inspanningen van gisteren.

Een ploegentijdrit is een verschrikkelijk onderdeel. Het is een vreemd spel waarin het gaat om een sliert van negen renners zo rap mogelijk als een team over een parcours te jagen. De tijd van de vijfde renner telt voor iedereen in de ploeg maar als je wordt gelost telt je eigen tijd. Een ploegentijdrit is even gevreesd als gruwelijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hoe de kleine mug plaatsmaakte voor de grote mot

tourdujour Wie niet van insecten houdt, moet op vakantie in La Grande Motte. De aankomstplaats waar het tourpeloton over enkele uren in een zinderende sprint zal neerstrijken, is volkomen bedacht door de Franse regering onder De Gaulle. (Natuurlijk De Gaulle: bij Franse regeringen denk ik altijd aan De Gaulle, bij de Franse koningen denk ik aan Louis Quatorze, bij Franse filosofen aan Voltaire. Ik weet dat er anderen zijn, maar heel vaagjes, heel diep verscholen onder een dik plakkaat (denk)beelden. Iconen zijn dit, onsterfelijk en gegrift in de geschiedenis. Anderen, misschien wel even groot sneeuwen onder.)

Enfin, bedacht dus. Hoe bedenkt men een badplaats, en met welk doel? Twee vragen waarop eenzelfde antwoord te vinden is: geld. Francs dus in dit geval, francs die niet in Frankrijk werden uitgegeven, maar aan de Spaanse Costa Brava. In de jaren zestig kwam in het naoorlogse Europa een aanzienlijke toeristenstroom op dreef. Omdat de eerstkomende economische crisis zich pas over tien jaar zou aandienen met de oliecrisis van 1973, leegden zij met vreugde hun van voorspoed uitpuilende portemonnees aan de exotische kuststrook. Dat Spanje geregeerd werd door een fascistische generaal deed kennelijk niet terzake. Wie geld had, en een auto, ging op vakantie in de toen nog idyllische vissersdorpen Lloret de Mar, Salou en Tarragona. Voor de toerist die tegenwoordig de martelgang moet ondergaan hier neer te strijken, is het moeilijk te geloven dat het hier ooit leuk was.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De trut en de valk

tourdujourVerbazend nieuws uit de Tour de France: er rijdt een man met drie remmen. Pardon? Drie remmen? Een fiets bestaat toch uit 1 zadel, 1 stuur, 1 ketting, 2 wielen, 2 remmen en een heleboel versnellingen? Kennelijk niet altijd. De fiets van de Cofidisrenner Minard is anders.

Dit gegeven houdt mij bezig. Waar heeft Minard drie remmen voor nodig? Is hij van plan om zo hard op de bochten af te stuiven, dat twee remmen niet volstaan om zijn momentum binnen de veilige marges van de bocht te houden? Heeft hij ook een derde wiel met een derde velg waar de derde rem op vastzit?
Nadere bestudering van de fiets van Minard leert dat het laatste in elk geval niet waar is. Zijn fiets heeft dus twee wielen en drie remmen.

Zitten remblok nummer vijf en zes nu op het voorwiel of op het achterwiel? Basale fysica leert dat met hoge snelheid aanremmen op het achterwiel weinig zin heeft. Hoe die basale fysica werkt weet ik ook niet, maar mensen die ingenieur zijn, en mensen die bouwkunde hebben gestudeerd verzekeren mij ervan. In bochten moet je hard aanremmen op je voorwiel, omdat daar meer gewicht op zit ofzoiets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Parkoersen

Sagasso's Tour de FranceOf het nu om paardenrennen of om autoraces gaat – Fabian Cancellara kan elke wedstrijd winnen.

Het lijkt wel mode om wielerwedstrijden te organiseren op parkoersen die normaal voor andere races worden georganiseerd.
Zo maar wat voorbeelden uit het recente verleden:

  • de zevende etappe van de ronde van Italië eindigt in 2007 op het circuit van Mugello, een formule 1 baan die toebehoort aan het automerk Ferrari. Petacchi wint gemakkelijk de massasprint
  • een jaar later asfalteert de plaats Varese speciaal voor het het wereldkampioenschap een paardenracebaan, om al dat asfalt er na de wedstrijden weer uit te laten halen
  • dit jaar in de Vuelta d’España wordt de eerste rit afgehaspeld op het TT circuit van Assen.


Ook de Tour heeft vandaag over wegen gereden die we kennen uit een andere sport waar snelheid centraal staat: Formule 1. Het stratencircuit van Monaco is misschien wel de belangrijkste wedstrijd van het jaar, en nu dus ook deels gebruikt voor het Grand Depart.

Maar voor de mooiste wedstrijd die gebruik maakt van wegen die bekender zijn door een andere sport, moeten we weer terug naar Italië. Het is misschien wel de wedstrijd met de mooiste naam van allemaal, wat in een taal die misschien wel de mooiste van de hele wereld is niet mag verassen: Montepaschi Strade Bianche – Eroica Toscana. Zoals de naam verraadt, bestaat het parcours van deze wedstrijd voor een groot deel uit ‘Strade Bianche’: typisch Toscaanse kronkelweggetjes van aangeklopt kalkgruis.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De grote ronde van petit Géo

Sagasso's Tour de France Als in de vroege ochtend van 15 oktober 1894 de veelbelovende artillerieofficier Alfred Dreyfus van zijn bed wordt gelicht en gearresteerd op verdenking van verraad, vindt in feite de conceptie plaats van het grootste jaarlijkse sportfestival ter wereld. In zekere zin is het wel logisch dat de sport waarin het meest wordt vals gespeeld, overwinningen worden ge- en verkocht, waar combines worden gesmeed, waar Shakesperiaanse koningsdrama’s plaatsvinden als gekende knechten hun kopmannen naar de troon steken, waar de grootste heroïek de schlemieligste verliezen het dichtst bij elkaar liggen, dat juist die sport in zekere zin haar oorsprong heeft gevat in een politiek schandaal.

Le petit journal publiceert over het vermeende verraad van Alfred Dreyfus Alfred Dreyfus was een knappe man. Hij had een dun snorretje dat in twee opstaande puntjes naar de hemel wijst. Hij draagt naar de mode van die tijd een brilletje zonder pootjes, dat hij op zijn neus kan vastklikken. Pas later in zijn leven komt daar een draadje aan te zitten, dat met een klip aan het boordje van zijn jas kan worden vastgezet.

Hij is afkomstig uit Mulhouse, waar hij vijfendertig jaar eerder is geboren. Mulhouse is dan nog Frans, maar wordt door het opkomende Duitse Keizerrijk in de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 samen met de rest van Elzas-Lotharingen geannexeerd. De marcherende Pruisische soldaten maken diepe indruk op de jongen en hij neemt zich stellig voor ooit ook zo’n uniform te dragen.
Dreyfus heeft alleen één probleem: hij heeft een Joodse achtergrond.

Vorige