Het onrealistisch realisme van Paul Brill
Koerden krijgen geen eigen staat, dus Palestijnen ook niet. Dat is ongeveer de strekking van Paul Brill’s betoog, afgelopen weekend in de Volkskrant. Filosoof en student Internationaal Recht Mihai Martoiu Ticu dient Brill van repliek.
Paul Brill’s versie van Volkenrecht is wonderbaarlijker dan Alice in Wonderland. Zijn heimelijke gedachte in zijn laatste column, ”Recht op eigen staat heeft zijn grenzen”, is ons een machtswellustig en op macht berustend beeld van recht aan te smeren. Zijn houding is slechts te verklaren via de natte droom dat Israël ook het resterende stuk van Palestina zal bemachtigen.
Hij betoogt dat de Koerden meer recht op een staat hebben dan de Palestijnen en suggereert dat – omdat de Koerden weinig kans op een eigen staat maken – de Palestijnen het ook moeten ontgelden. Maar hij vergist zich op alle fronten.
Zijn argument dat de Koerden een groter recht op een staat hebben, berust op de volgende premissen:
- Hun nationalisme is eerder opgebloeid.
- Ze hebben een eigen taal.
- Ze hebben een rijke culturele traditie.
- “Na de Eerste Wereldoorlog heeft er, op grond van het Verdrag van Sèvres, ook heel even een embryonale Koerdische staat bestaan in het gebied rond Diyarbakir (Oost-Turkije).”
Laten we deze allemaal onder de loep nemen.