Gastauteur

2.327 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Trek je minder aan van anderen en wees prosociaal

Stel, je zit rustig op je trein te wachten op Utrecht Centraal. Er komt een rennende student op je af die zijn trein moet halen. Net als hij jou wil passeren ritst zijn tas open en vallen er allemaal pennen over het perron. Wat doe je? Een gastbijdrage van Studium Generale Utrecht.

Sta je op en help je de student met het oprapen van de pennen zodat hij toch nog zijn trein kan halen? Of blijf je zitten en laat je de gehaaste student zelf alles bij elkaar sprokkelen? In de meeste gevallen blijft men gewoon zitten. Niemand anders staat op, dus waarom zou jij dat wel doen? Er is hier sprake van een zogenaamde bystander situation: er gebeurt iets en de omstanders kijken toe zonder hulp te bieden.

Het is een van de vele voorbeelden die prof. dr. Kees van den Bos noemde tijdens zijn lunchlezing in de serie Geloof, hoop en liefde, over zijn psychologisch onderzoek naar sociaal gedrag. Dit onderzoek, dat hij uitvoerde met vele collega’s, spitst zich toe op goed gedrag en ongeremdheid. Zijn algemene conclusie: ongeremd gedrag leidt ertoe dat we het goede doen.

Van den Bos vroeg in een enquête aan zijn proefpersonen om een herinnering op te halen waarbij zij ongeremd gedrag vertoonden. (Wanneer voelde jij je ongeremd en hoe voelde dat toen?) Bijvoorbeeld tijdens de eerste ontmoeting met je schoonmoeder of bij het stellen van een kritische vraag aan een hoogleraar. Het ging om situaties waarbij je je minder van de rest aantrekt en je je eigen plan hebt gevolgd. Na het invullen van de vragenlijst gebeurde er iets in de omgeving van de proefpersonen; er deed zich een bystander situation voor. Wat bleek: mensen die herinnerd waren aan hun eerdere ongeremde gedrag stelden zich behulpzamer op dan de mensen die in dezelfde enquête herinnerd waren aan een ‘gewone’ dagelijkse ervaring. Vertaald naar het voorbeeld van de rennende student: ongeremde mensen zullen sneller geneigd zijn om te helpen met het oprapen van de pennen dan de controlegroep. Ook raapten zij gemiddeld méér pennen op dan de geremde mensen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Heeft de Franse geheime dienst gefaald?

Met de kennis van nu wordt verondersteld dat snellere en betere informatie-uitwisseling tussen de Franse inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de politie Mohammed Merah eerder in beeld zou hebben gebracht. De realiteit is echter veel complexer. Gastredacteur Quirine Eijkman is senior onderzoeker bij het Contraterrorisme Centrum van de Universiteit Leiden. ,,Het effect van het delen van informatie tussen diverse veiligheidsdiensten wordt overschat.”

Na de verschrikkelijke moorden in Zuid-Frankrijk staat het uitwisselen van informatie tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de politie ter discussie. Volgens de Franse premier was er geen reden om Mohammed Merah eerder te arresteren. Dit ondanks het feit dat de verdachte in de gaten werd gehouden door de Franse geheime dienst. Hij was immers meerdere malen in Afghanistan en Pakistan geweest en had naar eigen zeggen een training van Al Qaida gehad. In binnen- en buitenland is er kritiek. De surveillance zou hebben gefaald en de geheime dienst had informatie eerder met de politie moeten delen. Er wordt verondersteld dat als na de eerste moorden de informatie voortvarend was gedeeld de laatste aanslag op de Joodse school voorkomen had kunnen worden. De vraag is daarom of het niet makkelijker zou moeten worden om informatie tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de politie uit te wisselen.

Sinds 9/11 en de aanslagen in Londen en Madrid zijn inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de politie meer informatie met elkaar gaan delen. Toch is er in een democratische samenleving een groot verschil tussen het werk van de geheime diensten en de politie. De taak van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is het beschermen van de nationale veiligheid, terwijl de politie de openbare orde handhaaft en strafbare feiten oplost. Dit verschil vertaalt zich ook in de bevoegdheden van geheime agenten en rechercheurs. Het monitoren van websites is makkelijker voor inlichtingendiensten dan voor de politie. Alleen kan deze informatie vervolgens niet zomaar worden overgedragen aan de politie en aan een strafdossier worden toegevoegd. Daarnaast willen inlichtingendiensten vaak hun bronnen beschermen en is er een risico dat die bronnen openbaar worden bij de overdracht aan de politie. Het recht op een eerlijk proces vereist dat dit gebeurt. In de praktijk zijn geheime diensten daarom terughoudend met het delen van informatie met de politie. Dit geldt overigens ook vaak in relatie tot collega-diensten in binnen- en buitenland.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het sprookje van de universele moraal

Morele oordelen veranderen zoals het weer verandert – over oorzaken valt vast iets te zeggen, maar van rede is geen sprake. Morele diversiteit is daarmee onafwendbaar. Zelfs als die er eens even niet zou zijn, ontstaat die als vanzelf opnieuw. ’t Wordt tijd dat we leren ons daarbij neer te leggen, zegt ethicus Bart Voorzanger.

Ik zie een recht als iets dat je krijgt, dat je wordt toegekend door wie of wat het ook maar voor het zeggen heeft. Ik denk ook stiekem dat die rechten-opvatting de oudste papieren heeft. Als je ergens het vis- of tolrecht had mocht je daar vissen of tol heffen van de lokale heerser. En als anderen er een hengeltje uitgooiden of een tolpoort bouwden, of jou het vissen of tol heffen onmogelijk probeerden te maken, kregen ze het met die heerser aan de stok. Bij dat soort rechten kan ik me iets voorstellen. ’t Is helder hoe ze tot stand kwamen en wat ze betekenen. (En terzijde: voor plichten en andere morele categorieën geldt precies hetzelfde).

Maar er zijn nogal wat mensen die daarnaast ook ruimte zien voor ‘natuurlijke’, ‘inherente’ rechten, rechten die er gewoon zijn, ook als ze niet worden erkend, en niet door machthebbers worden beschermd – rechten die als het ware in de rechthebbende zitten ingebakken. En waar de rechten die ik snap altijd tijdelijk en plaatsgebonden zijn – gewoon omdat niemand het overal en voor eeuwig voor het zeggen heeft en er dus niemand is die je voor eeuwig en overal een recht kan toekennen – zien aanhangers van ‘natuurlijke’ rechten die rechten als eeuwig en universeel.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Drugsdebat is een debat van doven

Gisteren werd er in de Tweede Kamer gedebatteerd over het Nederlandse drugsbeleid.Het was een bizar debat, constateert lezer Matthijs Pontier in dit verslag.

De punten die het kabinet wilde bespreken waren het invoeren van de wietpas, het stoppen met gedogen van cannabis met een THC-gehalte boven de 15% en het verwijderen van coffeeshops die binnen 350 meter omtrek van een school staan.

Boris van der Ham (D66), Tofik Dibi (GroenLinks), Lea Bouwmeester (PvdA) en Nine Kooiman (SP) leveren namens de oppositie fikse kritiek op deze plannen. De ochtend voor het drugsbeleid had De Pers een minister van justitie Opstelten met oorkleppen afgebeeld op de voorpagina met daarnaast de tekst ‘Ik luister lekker toch niet’. Uit het bijbehorende artikel bleek dat Opstelten niet willen luisteren naar kritiek en willens en wetens een debat voeren op basis van valse claims.

Achterdeur

De oppositie stelt vragen over het reguleren van ‘de achterdeur’ om de rol van de georganiseerde misdaad terug te dringen. Opstelten reageert afwijzend. Hij kondigt aan het experiment in Utrecht met wietclubs waar mensen zelf kunnen kweken aan te willen pakken. De Nederlandse regering moet zo weinig mogelijk met drugshandel te maken hebben. Ook niet als hiermee voorkomen wordt dat het in handen komt van criminelen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-10-2022

De grens van de grenzeloosheid

Nieuwe technologieën: er is niets nieuws onder de zon, vindt theoloog Els Rooseboom. Ze waarschuwt tegen overdreven optimisme én tegen doemdenken. Ze is één van de winnaars van de blogwedstrijd Intieme technologie.

Techniek is sinds uitvindingen als het vuur en de steenbijl per definitie onbegrensd voor de mens. Er is geen weg terug, we kunnen alleen maar vooruit door het immer groeiende vermogen van de mens tot onderzoeken en uitvinden. Het leven wordt er aangenamer van: door de loop der eeuwen kwamen onder andere de boekdrukkunst, elektrisch licht en de trein tevoorschijn. Zaken die nu doodgewoon zijn, maar in hun tijd opzienbarend. Soms worden de vernieuwingen ons door de strot geduwd, maar alles went, zelfs hangen (oftewel: opgehangen worden), zei mijn vader altijd.

Revolutionair is de recente uitvinding van de computer. De digitale ontwikkeling voltrekt zich op vele gebieden met een duizelingwekkende snelheid. Iedereen doet hieraan mee, kinderen en bejaarden niet uitgezonderd. Betrekkelijk eenvoudige technieken zijn veranderd in ingewikkelde technologieën. Concrete apparaten en werktuigen zijn abstracte toepassingen van elektronica geworden. Op alle gebieden van het leven evolueert dit in een hoog tempo. ‘Vroeger’ was een koelkast of een wasmachine absoluut onmisbaar, nu een computer of een smartphone.

Extra lichaamsdeel
Communicatie verloopt sneller en veelomvattender dan in de tijd van de postkoets. Het concrete werktuig is geen verlengstuk van de mens meer, zoals bijvoorbeeld een pen of een boek, maar een abstract intrinsiek onderdeel geworden zoals bijvoorbeeld internet. Mensen leven er dagelijks mee en dragen het bij zich als een extra lichaamsdeel. Er is nauwelijks scheiding meer tussen private en technische wereld; ze zijn met elkaar verweven geraakt.

Foto: copyright ok. Gecheckt 24-10-2022

One spotify to rule us all…

Het lijkt alsof Spotify de muziekindustrie open breekt, maar dat zou nog wel eens schijn kunnen zijn, zegt Jaap-Henk Hoepman, onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen in deze Engelstalige gastbijdrage (blog).

According to this post on TechCrunch, startups like Spotify that depend on premium licensed content have a fundamental problem: If they succeed, the content owners will jack up their licensing fees. But I think there is another problem, that affects us users in a big way, and that will essentially turn Spotify (or any other startup that happens to be even more succesful) into a monopoly.

The thing is this. In the old days, the carrier to distribute music to the consumer, i.e. the CD (or the LP), was standardised. We had one CD player, that could play all CDs, irrespective of the record company that our favourite artist happened to be signed up with. Things worked this way because used to buy CDs one at a time, released by different record companies.

We have tried to do similar stuff on-line with MP3 and the like. But with subscription-based services like Spotify thinks don’t work the same way. When I subscribe to Spotify, I get a Spotify player that I need to play the music I like. If I also want to listen to music available through Google Music, I need a different player. It’s like needing several CD players, one for each record company that happens to release CDs that you like. Clearly undesirable: you are not going to switch player whenever you want to listen to a different song.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ethische gedachten over zorg, hier en ginder

Een bijdrage van Toon Kasdorp.

Ik heb de laatste weken in een ziekenhuis doorgebracht en me daar onder meer bezig gehouden met gesprekken over de financiering van de zorg en over ontwikkelingshulp met kamergenoten.

Bill Gates heeft er zijn ongerustheid over uitgesproken dat Nederland van plan zou zijn haar ontwikkelingshulp te gaan verminderen, vooral vanwege de voorbeeldfunctie die Nederland en een klein aantal andere landen op dit punt jarenlang gehad hebben. Vermindering in Nederland zou met andere worden heel goed een multiplierfunctie kunnen hebben: het zou de hulp wereldwijd negatief kunnen beïnvloeden. Om die reden zou het misschien verstandig zijn de hulp voorlopig wel op de begroting van de rijksoverheid te laten staan maar niet meer uit te keren tot we nut en onnut van de bestaande ontwikkelingshulp hebben uitgediscussieerd. Voor de financiering van de rijksoverheid maakt dat geen verschil.

Als Bill Gates het over ontwikkelingshulp heeft dan bedoelt hij in de eerste plaats gezondheidshulp. Over dat onderwerp is in ethisch opzicht wel iets te zeggen.

Is er een goede ethische reden om ons minder te bekommeren om de gezondheid van de bewoners van derdewereldlanden dan van mensen hier in Nederland? Ik vraag dit omdat ons systeem van financiering van de gezondheidszorg wordt verdedigd met een beroep op de solidariteit. Die solidariteit houdt in de praktijk op bij de mensen die door hun aanwezigheid h.t.l. in de praktische omstandigheden verkeren op die zorg aanspraak te kunnen maken. Als de aanspraken van anderen op onze solidariteit even sterk zouden zijn als die van onze landgenoten, zou met ons systeem ethisch iets niet in orde zijn. Wij zouden dan nalaten de nodige maatregelen te nemen om de verdelende rechtvaardigheid in acht te nemen en gelijke toegang tot de zorg voor alle mensen te verzekeren ongeacht hun woonplaats. Onze ontwikkelingshulp dan in geen enkel opzicht toereikend zijn.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De vonken springen, maar slaan niet aan

Er is een belangrijk verschil tussen Anders Breivik en Mohammed Merah, betoogt schrijver Said el Haji, in een bijdrage die eerder verscheen op zijn eigen site.

‘Er is een katalysator nodig. Een vonk geslagen uit een vuursteen, geleverd door een eenling met een messiascomplex. De geschiedenis staat bol van dat soort eenzame wolven, zelfverklaarde martelaars, solitiaire kamikazepiloten. Dat is toch de les van 1914? Eén kogel in Sarajevo, één dode Franz Ferdinand in een cabriolet, en de Eerste Wereldoorlog barstte los.’ Deze passage is afkomstig uit het Boekenweekgeschenk Heldere hemel van Tom Lanoye. Historisch klopt hij niet, omdat de moordenaar van Franz Ferdinand geen eenling met een messiascomplex of zelfverklaarde martelaar was maar onderdeel van in totaal zes geoefende moordenaars die in opdracht handelden van het Servische leger; maar de woorden die Tom Lanoye in de mond van zijn fictieve generaal Van Buren legt, zijn actueel. Ja, het verschijnsel ‘lone-wolf terrorisme’ is weer een beetje in de aandacht, nu de Frans-Algerijnse Mohammed Merah in Toulouse zijn gruweldaden heeft gepleegd, per scooter.

Het verhaal van Heldere hemel gaat trouwens over een echte gebeurtenis die plaatsvond op 4 juli 1989, vlak voor het einde van de Koude Oorlog, toen een Russische MiG-23 zomaar het Westerse luchtruim betrad en de autoriteiten met de handen in het haar zaten over hoe te handelen. Een van de fictieve personages in het verhaal, Chief of Staff Clark Rogers, snapt niet waarom de Sovjet-Unie aanvalt met maar één vliegtuig. Waarop generaal Van Buren, een ander fictief personage, de eergenoemde les van 1914 aanhaalt. ‘Eén kogel in Sarajevo, één dode Franz Ferdinand in een cabriolet, en de Eerste Wereldoorlog barstte los. Twintig miljoen doden.’ Uiteindelijk stort het vliegtuig neer op een huis in België: één dode. Het was een ongeluk; het ging helemaal niet om een aanslag om een ramp van wereldformaat uit te lokken, de Russische piloot had gewoon omwille van technische problemen het toestel verlaten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Populisten kanaliseren het wantrouwen

In NRC Weekend (17/3/2011) stelt Tom-Jan Meeus dat rechtspopulistische politici wantrouwen in de maatschappij injecteren. Hij veronderstelt dat wantrouwen (“in een krankzinnig hoog tempo”) is toegenomen onder de Nederlandse bevolking en dat populistische partijen hieraan debet zijn. Beide claims zijn ongegrond, zeggen politicologen Tom van der Meer en Armen Hakhverdian van de UvA (zie hun blog).

Voor een politieke vertrouwenscrisis in Nederland is geen enkel bewijs, althans niet in de zin dat het vertrouwen tegenwoordig structureel lager ligt dan voorheen. Sterker nog, in de jaren zeventig en tachtig was slechts 50% van de Nederlanders tevreden met het functioneren van de democratie, tegenwoordig ligt dat percentage tegen de 70%. Dat was zelfs in de jaren negentig niet zo hoog.

Het vertrouwen in regering en parlement is grilliger, met name sinds het afgelopen decennium. In het najaar van 2001 piekte het politiek vertrouwen wereldwijd in reactie op 9/11. Vervolgens daalde in Nederland het vertrouwen onder Balkenende II en III, piekte het tot een historisch hoogtepunt(!) tijdens de 100-dagentour van Balkenende IV in 2007 en later na de daadkrachtige overname van ABN-Amro, om vervolgens weg te zakken na interne ruzies in het kabinet.

Eurobarometer 1974-2011

Er bestaat geen bewijs voor een neergaande trend of zelfs voor een significante breuk na 2001, zoals Meeus suggereert. Nederlandse burgers zijn weliswaar grilliger geworden in hun opvattingen, maar van toenemend wantrouwen is geen sprake. Afhankelijk van de momentopname behoort het politiek vertrouwen in Nederland tot de absolute top (voorjaar 2009) of subtop (2011) van Europa.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Waterdag en PET-flesjes

Wereldwaterdag is een goed moment om afscheid te nemen van de onzin die gebotteld water is, zegt Europarlementariër Judith Merkies (PvdA).

Vandaag is het wereldwaterdag. Politici, lobbyisten en mensen uit het bedrijfsleven verzamelen zich in vergaderzaaltjes om te praten over hoe we met ons allen voorzichtiger met ons drinkwater om kunnen gaan. Ook in het Europees Parlement, waar voor iedere deelnemers van de discussie over de waterstrategie van de EU of over het innovatiepartnerschap voor water kleine 33cl PET-flesjes klaar staan. De productie van elke liter gebotteld water kost drie liter water. En die flesjes, daar moeten we ook eens van af.

Je kunt geen koelkast verkopen aan een Eskimo. En zelfs een natuurtalent in marketing, krijgt weinig klandizie wanneer hij zand verpakt en verkoopt in de Sahara. Waarom laten Nederlanders – die zich kunnen beroepen op een prima kraanwatervoorziening – zich dan wel een loer draaien door de industrie van gebotteld water?

Uit flesje niet beter dan kraanwater

In Nederland betaal je voor duizend liter kraanwater ongeveer 1,50 €. Voor een zelfde prijs koop je één, hooguit twee, flesjes bronwater bij de supermarkt op het station of uit de automaat. Je betaalt dus duizend tot vijftienhonderd keer zo veel voor een product dat op geen enkele manier superieur is. Want de vaak lachwekkende beweringen over ´intense zuivering´, en de pittoreske afbeeldingen van bergtoppen en kronkelende beekjes ten spijt – kraanwater of fonteintjes met gefilterd water blijken keer op keer net zo gezond te zijn als water in dure flesjes.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Help mijn man heeft een hobby (NSFW)

Wederom een bijdrage van Luna. Lees ook haar blog Climaximaal.

Soms kun je als vrouw behoorlijk last hebben van de uit de hand gelopen hobby’s van je man. Als hij je hele huis heeft omgetoverd tot een soort bedevaartsoort voor Bob Marley en de hele dag ‘No Woman No Cry’ op repeat draait. Of omdat hij nooit meer thuis is vanwege zijn vogelspot-verslaving. Soms ben je echter al lang blij dat je man zo vaak mogelijk van huis is, zodat je zo min mogelijk met elkaar te maken hebt. Maar heb je wél last van de hobby van je man, dan is daar John Williams! En John Williams helpt mannen om hun hobby op de tweede plaats te zetten en hun vrouw weer op nummer 1!

Een leuke aflevering zou zijn; Help, mijn man bouwt neukmachines. Dat is toch weer eens iets anders dan modelvliegtuigjes, John! Een paar jaar terug schreef ik voor FOXY een artikel over neukmachines en kwam toe de meest bizarre en freaky machines tegen (wat te denken van een roulettetafel met daarop 4 dildo’s gemonteerd en als je aan het wieltje draait, dan bewegen die dildo’s, rien ne va plus). Ik was helemaal gefascineerd, in de eerste plaats natuurlijk door die machines (wat te denken van een fiets, met in het zadel een gat waarin een dildo op en neer beweegt tijdens het fietsen), maar ook door de makers van die machines, want het waren allemaal one of a kind goed in elkaar gezette apparaten. Ook Timothy Archibald was blijkbaar gefascineerd door deze subcultuur, want in zijn boek Sex Machines: Photographs and Interviewsgaat hij op zoek naar de uitvinders van de inmiddels legendarische Sybian, maar hij ontmoet ook huis-, tuin- en keukenmannen van wie je niet zou verwachten dat ze ‘s nachts tot in de late uurtjes van oude keukenmachines, klopboormachines en fietswielen de meest inventieve neukmachines in elkaar solderen (wat te denken van een neukmachine met de naam Fuck-o-saurus).

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Is kritiek op huftergedrag een beperking van de vrije meningsuiting?

Op het (niet zo heel erg maar ze doen hun best) pro-hufterige blog ‘De Reaguurder’, verscheen een artikel tegen fatsoensridders en moraalfascisten. Ik was al een tijdje niet op De Reaguurder geweest, maar de auteur probeerde op Twitter  mijn aandacht te trekken, dus ik ging weer eens kijken. Ik voelde me aangesproken en reageerde als volgt:

Ik ben inderdaad zo’n zelfverklaarde fatsoensridder, een moralfag die steeds klaar staat met zijn wijsvingertje als hij vindt dat hufters over de schreef gaan. Laat me eens wat dieper in gaan op jouw persoonlijke ‘huftermanifest’, waarmee je dat van Bert Brussen op GeenStijl nog eens dunnetjes over doet. Heel dunnetjes, want een echte hardcore hufter ben je zomaar niet.

Allereerst zet ik graag een vraagteken bij de centrale premisse van je stuk. Je begint met uitgebreid uitleggen dat wij fatsoensridders alles mogen zeggen en schrijven. Dat is fideel van je. Maar dan zeg je: “jullie menen dat jullie de enigen zijn met dat recht op vrije meningsuiting”. Dat is de kern van je betoog, die nog eens terug komt in je conclusie: “(…)dat wij jullie niks willen ontzeggen, jullie het recht op een bepaalde manier van uiten niet proberen te ontnemen of ondermijnen. Zoals de fatsoensridders en moralisatienazi’s dat constant op verkapte wijze trachten te doen.”

Vorige Volgende