Groene borstklopperij
COLUMN - Op de Dag van de Duurzaamheid (afgelopen dinsdag) presenteerde dagblad Trouw de nieuwe Duurzame Top 100. Honderd duurzame Nederlanders worden gefeliciteerd met hun plek op deze nieuwe lijst. Goed voorbeeld doet goed volgen, is de gedachte. Maar wat ongezouten kritiek op deze groene borstklopperij kan geen kwaad, betoogt Henri Bontenbal.
Scherp geformuleerd: de Duurzame Top 100 bestaat opnieuw uit een groot aantal ‘groene goeroes’. Een soort groene BN’ers die bij elke groene conferentie hun kunstje mogen opvoeren en in elk groen tijdschrift dezelfde grijze plaat mogen afdraaien. Deze GBN’ers staan inmiddels zo vaak op het podium van congressen over duurzaamheid dat ze nauwelijks tijd over kunnen hebben om echt aan het werk te zijn. Zij maken van de nood een deugd en noemen hun optredens ‘ook werk’, maar vergeten daarbij dat het publiek dat deze congressen bezoekt vaak allang overtuigd is van de groene boodschap en dezelfde groene congressen bezoekt.
Daarnaast is het niet moeilijk een boegbeeld van duurzaamheid te zijn als je – al dan niet aan het infuus van de overheid of andere geldschieters – de baas bent van een bedrijf, adviesbureau, ngo of stichting die duurzaamheid tot core business heeft gemaakt. Behoort duurzaamheid in die gevallen niet tot het ‘normale’ werk, waarvoor een groen lintje niet nodig is?