Hoe de EU door marktfundamentalisten is gekidnapt
ANALYSE - Hans van Zon betoogt dat de principes waarop de EU is gefundeerd een markt-fundamentalistisch Utopia als uitgangspunt hebben. Nu wordt door velen een versterking van de federale kern van de EU bepleit om de euro te redden. Maar dit zal leiden tot een verdere uitholling van de democratie en de welvaartsstaat, voor zover deze nog bestaan.
Aanvankelijk was de nadruk in het Europese integratieproces op economische integratie, op het creëren van een gemeenschappelijke markt. Hoe ingewikkeld dit was bleek met name bij de gemeenschappelijke landbouwpolitiek omdat elk land op heel verschillende manieren de landbouw steunde en reguleerde. De landbouw werd gezien als een sector bij uitstek die niet aan de vrije markt kan worden overgelaten. Niet alleen in de landbouw was geen sprake van een vrije markt. Tot begin jaren zeventig werd het nog als vanzelfsprekend ervaren dat het kapitalisme alleen productief kan zijn als het op de juiste wijze getemd wordt en dit temmen gebeurt in elk land op geheel eigen wijze.
Toen in de Europese Economische Gemeenschap een gemeenschappelijk markt gecreëerd werd, vanaf begin jaren tachtig, zag Brussel het als haar taak stap voor stap in elk land barrières voor de vrije markt weg te halen om zo tot een geharmoniseerde eenheidsmarkt te komen. Al met al betekende het, ondanks de vele Europese regels, meer markt en minder regulering. De EU regelgeving was over het algemeen minimalistisch. Het betekende negatieve integratie. Zoals Bernaciak concludeerde heeft de creatie van een Europese vrije markt ‘niet alleen het reguleringsvermogen van EU lidstaten beperkt maar ook de deur geopend voor ‘regime shopping’ en een ‘wedren naar de bodem’’