ACHTERGROND - De NS is een bijzonder bedrijf. Als naamloze vennootschap met één aandeelhouder, de Nederlandse Staat, is het een schoolvoorbeeld van het grijze gebied tussen private en publieke partijen. Aan de ene kant handelt de NS als volledige marktspeler, die meedoet aan aanbestedingen, nieuwe BV’s opzet en marktconforme prijzen stelt aan zijn diensten. Aan de andere kant: wat is marktconform als de NS de enige speler op het grootste gedeelte van het railnetwerk is?
En hoe ziet die markt er in Nederland eigenlijk uit? Hoeveel ruimte hebben concurrenten om de strijd met de NS aan te gaan?
Geen verzelfstandiging maar reorganisatie
In 1992 werd een proces in gang gezet dat bekend is geworden als de verzelfstandiging van de NS. Maar juridisch gezien was hiervan geen sprake. De NS was al sinds de fusie tussen de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HSM) en de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS) in 1938 een privaatrechtelijk bedrijf. De Nederlandse overheid kocht toen weliswaar alle particuliere aandelen op, maar de NS werd desondanks geen staatsbedrijf. In plaats daarvan werd de NS een semipubliek bedrijf dat eigenaar en beheerder was van het spoor en alle vervoersdiensten op dat spoor exploiteerde. Omdat de NS geen staatsbedrijf was, had het veel meer financiële en bedrijfseconomische bewegingsruimte dan officiële staatsbedrijven zoals de PTT en DSM. Niettemin stond de overheid wel degelijk garant voor exploitatietekorten en maakte jaarlijks een algemene subsidie over aan de NS.