Cijfers goed, geld terug
De universiteit Maastricht zal deze week de eerste groep “topstudenten” belonen door hen het betaalde collegegeld terug te geven. Honderd studenten krijgen het “top 3 procent”-certificaat én een beurs ter waarde van het collegegeld dat ze hebben opgehoest. De universiteit hoopt hiermee vooral meer kwaliteitief goede studenten uit het buitenland aan te trekken, die immers (helemaal als ze van buiten de EU komen) behoorlijke collegegelden moeten betalen. Die studenten zouden dan de overige studenten helpen optrekken, is de gedachte.
Zelf heb ik wat twijfels bij deze filosofie. De collegegelden bij de échte wereldwijde topuniversiteiten (u kent de Amerikaans/Britse lijstjes ongetwijfeld) zijn immers doorgaans nog aanmerkelijk hoger dan bij ons. Toch lijkt dit zelden een barrière. Als de UM zegt de “zesjesmentaliteit” op deze manier te willen bestrijden zou ik daar tegenover willen stellen: “een zesjesmentaliteit kweek je op een zesjesuniversiteit.” De UM zou er beter aan doen het geld in verbetering van haar eigen onderwijs te steken, in plaats van te proberen potentiele studenten om te kopen. Maar goed, ik wil er niet te zuur over doen.
Wat ik wel wil noemen is dat het juist voor het Maastrichtse onderwijs wel eens grote gevolgen kan hebben als dit voor alle opleidingen wordt doorgevoerd. Maastricht staat immers bekend om haar Probleemgestuurd Onderwijs (waarvan de Telegraaf en de Volkskrant hilarisch genoeg denken dat het “persoonsgericht onderwijs” heet). En belangrijk onderdeel van PGO is het werken in groepen en het maken van groepsopdrachten. En spreek een UM-alumnus en die zal onherroepelijk met klaagverhalen komen over het probleem van “free riders”: studenten die geen bal uitvoeren in hun groep en de spanningen die dat oplevert. Dat probleem zal alleen maar groter worden als er een mogelijk geldbedrag aan het gezamelijke resultaat wordt gekoppeld. Een systeem dat is gericht op samenwerking staat op gespannen voet met een systeem dat gericht is op concurrentie.