Lijstjes en grafiekjes prikken politieke praatjes mooi door. Uit het fraaie overzicht van Steeph over het stemgedrag van partijen over privacygevoelige onderwerpen, blijkt dat bij D66 tussen woord en daad een flink gat gaapt. De privacybarometer maakt in één klap inzichtelijk dat je voor privacybescherming niet bij het CDA moet zijn.
Nu is er ook een overzicht van hoe verschillende partijen met veiligheid omgaan, vaak de bron van veel privacy-problemen. In het hoofdstuk De Politieke Strijd Om Veiligheid in het boek Omstreden ruimte: over de organisatie van spontaniteit en veiligheid (Jaarboek TSS, Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken) heeft een aantal auteurs zich vastgebeten in de verkiezingsprogramma’s sinds 1946.
Ondanks dat de Nederlandse burger zich steeds veiliger voelt en ook steeds veiliger is, is openbare orde inmiddels hét verkiezingsthema geworden. De VVD begon zich eind jaren zeventig als eerste op te profileren. De middenpartijen volgden in de jaren tachtig. Onder de partijen bestaat consensus dat veiligheid een groot goed is dat door de overheid gegarandeerd moet worden.
Daarna lopen de lijnen uiteen. De onderzoekers brengen de partijen onder in twee groepen, die de links-rechts verdeling achter zich laat. De eerste groep is van de strict fathers ‘die een wereld vol gevaren waarneemt en de orde wil handhaven door krachtig in te grijpen, ons allemaal dwingende regels op te leggen en ons onmiddellijk willen straffen bij een overtreding’. De andere groep is die van de nurturing parent ‘die uitgaat van de goede wil van iedereen en die mensen wil stimuleren de eigen verantwoordelijkheid waar te maken door ruimte te scheppen voor spontane ontwikkeling en zelfregulering.’
Vervolgens vlooien de onderzoekers (geautomatiseerd) de verkiezingsprogramma’s door op regulerende/repressieve en spontane/preventieve tendensen. Het resultaat toont wel degelijk een verrassing. Let vooral op de SP, SGP en PvdA.
De onderzoekers: ,,Er doemt een duidelijke waterscheiding op tussen die partijen die naar verhouding meer stimulerende maatregelen voorstellen (GL, SP, D66, CDA, PvdD) tegenover partijen met meer regulerende maatregelen (PVV, SGP, CU, VVD en PvdA).’’ Historisch gezien is de verschuiving van de PvdA erg opvallend, omdat zij het langste heeft vastgehouden aan de meer stimulerende en ‘softere’ maatregelen. ,,Soms lijkt de PvdA wat ongemakkelijk te hinken tussen een roep om harde maatregelen en haar traditionele hang naar zelfbeschikking van de burger.’’ Met andere woorden: de partij is het pad een beetje kwijtgeraakt.
Daarnaast voerden de onderzoekers ook nog een taalanalyse uit op de laatste verkiezingsprogramma’s. Volgens mij geeft die analyse de maatschappelijke temperatuur goed weer. De meest populaire werkwoorden? Afschaffen, bestrijden, aanpakken en verbieden. Veel voorkomende werkwoorden zijn: ingrijpen, inzetten, opsporen, straffen en opleggen. De meest populaire zelfstandige naamwoorden zijn: criminaliteit, overlast, bestrijding. En veel voorkomende zelfstandige naamwoorden zijn: misdrijf, dader, verbod, vervolging, dreiging en geweld.
Tot slot een klein overzicht van hoeveel ruimte het thema veiligheid opslokte in de verkiezingsprogramma’s:
- D66: 10 procent
- PVV: ruim de helft
- PvdD: ruim de helft
- GL: ruim de helft
- VVD: ruim 40 procent
- SP: 30 procent
- CDA: 20 procent
- PvdA: 20 procent
- CU: 20 procent
En de SGP vertrouwt gewoon op god.
Noot: Voor de volledigheid, de onderzoekers zijn: Bertie Kaal, Isa Maks, Annemarie van Elfrinkhof en André Krouwel. Het jaarboek staat onder redactie van Hans Boutellier, Nanne Boonstra en Marcel Ham. Meer over het Tijdschrift vind je hier.
Reacties (11)
,,Soms lijkt de PvdA wat ongemakkelijk te hinken tussen een roep om harde maatregelen en haar traditionele hang naar zelfbeschikking van de burger.’’ Met andere woorden: de partij is het pad een beetje kwijtgeraakt.
Je kan ook zeggen dat ze mooi een balans weten te vinden tussen repressie aan de ene en preventie aan de andere kant.
Zoals de SGP op god vertrouwt, vertrouwt Omstreden ruimte klaarblijkelijk op verkiezingsprogramma’s… ik ben bang dat de verrassing in het resultaat eerder een maatstaf is van de betrouwbaarheid van verkiezingsbeloftes dan van iets anders…
De verdeling in het rapport kan meteen met een korreltje zout genomen worden als je het oordeel over het CDA vergelijkt met de privacybarometer. Tenzij het CDA ons stimuleert om alle privacy op te geven, natuurlijk.
Interessant onderzoek. Opvallende conclusies. Smullen.
@Eric: Vertaling van verkiezingsprogramma’s en leuzen naar het werkelijke stemgedrag is een zeldzaamheid. En als dat ergens blijkt, is het wel bij het CDA.
@1: Ongeveer 50-50 is niet noodzakelijk mooi de balans (die ligt natuurlijk bij veel meer stimuleren dan repressie). Ik bekijk de grafiekjes trouwens met enige scepsis. graag zou ik liever eens de financiële programma’s zien. Hoeveel wil elke partij uitgeven voor repressie respectievelijk stimulering. Ergens heb ik het gevoel dat er weinig tussen zitten die niet aan het eerste veel meer uitgeven.
@5 Dat 50-50 niet per definitie goed is, is mij volstrekt duidelijk. Ik begreep alleen niet hoe de schrijver van dit stukje uit die 50-50 kon opmaken dat de pvda DUS de weg kwijt was.
Dat ‘hinken’ van de schrijver kan net zo makkelijk een welbewuste en goed onderbouwde keuze zijn. Dat geldt trouwens ook voor 20-80 en 80-20.
De partijen die hoog in de barometer staan hebben nooit regeringsverantwoordelijkheid gedragen, en dan is het lekker makkelijk principieel te blijven.
Als jij in de regering zit en je moet kiezen tussen een paar poortjes op Schiphol en de kans dat je, je voor het volk moet verantwoorden voor een opgeblazen vliegtuig kijk je er net even anders tegen aan. Als mijn buurman in zijn auto de gordel niet omdoet moet hij dat zelf weten, hij is oud en wijs genoeg, maar als hij met mij in de auto meerijdt ligt dat even heel anders.
Dat verklaart ook waarom bijvoorbeeld de PvdA en de SP zover uit elkaar staan.
Begrijp ik nu goed dat van de verkiezingsprogramma’s van PVV, GL en PvdD ruim de helft van de tekst over veiligheid gaat? Zo ja, dan vraag ik mij heel sterk af welke definitie van veiligheid de onderzoekers gebruiken. Dat moet dan welhaast een vrij brede definitie betreffen volgens mij. Bij de PVV kan ik mij er nog iets bij voorstellen dat het verkiezingsprogramma zo sterk inzet op veiligheid, maar bij GL en PvdD juist helemaal niet.
Is het misschien leuk om nu ook eens te kijken naar de verhouding repressief-preventief als het eens niet gaat om sociaal-maatschappelijke issues? Ik heb een donkerbruin vermoeden dat als we gaan kijken naar een willekeurig gewenst resultaat voor de commercie, de partijen die nu (in de in dit stuk behandelde materie) graag repressief handelen, opeens de teugels los laten en klaar staan met termen als “zelfregulering”.
Zomaar een idee om eens in te gaan spitten…
Een paar reacties van één van de auteurs:
10: Inderdaad blijkt onder andere uit de 2006 verkiezingsprogramma’s dat Veiligheid dient als legitimatie voor allerlei politieke maatregelen die in de ideologie van de partij passen. Onveiligheid vindt namelijk niemand acceptabel. De politieke positie van een partij bepaalt de Veiligheid van wie of wat beschermd moet worden.
9: Majava verwijst naar die ideologische verschillen. Bij de ene partij gaat het primair om de veiligheid van de vrije markt, bij de ander gaat het om de veiligheid van de burger in de samenleving.
8. De uitkomst van de hoeveelheid tekst over veiligheid in partijprogramma’s ligt inderdaad voor een deel aan onze brede definitie van Veiligheid (zie het artikel zelf). Bij Groen Links wordt Veiligheid gestimuleerd door mensen gelijke kansen en ruimte voor sociale verantwoordelijkheid te bieden en de Partij voor de Dieren wil veiligheid bieden met maatregelen voor de bescherming van “alle levende wezens”, dus dieren en mensen.