Zoekresultaten voor

'woningcorporaties'

Woningcorporaties steken lagere pensioenpremies werknemers in eigen zak

Trouw:

Woningcorporaties steken de lagere pensioenpremies in eigen zak, in plaats van deze – zoals eigenlijk de bedoeling is – door te geven aan de werknemers. Hierdoor worden de 29.000 werknemers in de corporatiesector ‘ernstig gedupeerd’. Dat stellen vakbondsbestuurder Jeroen Vos (FNV Woondiensten) en Johannes Osinga (CNV Vakmensen) vandaag in een gezamenlijke verklaring.

Hierdoor ontvangen de werknemers omgerekend drie procent minder salaris.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De parlementaire enquête woningcorporaties

OPINIE - Het zou goed zijn als het parlement niet alleen zou vertrouwen op grote, sporadische enquêtes, maar ook toezicht zou uitoefenen op bepaalde sectoren middels kleine, regelmatige visitaties.

Op donderdag 30 oktober 2014 publiceerde de Parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties haar eindrapport. Daarin veel aandacht voor wat er allemaal fout ging en beter moet, en ook een pleidooi voor de invoering van een toezichthouder: een ‘Woonautoriteit’. Meer en strak toezicht.

Maar er waren toch Raden van Commissarissen, en een Waarborgfonds en het ministerie die ook al toezicht hielden? Er was niet zozeer te weinig toezicht, het probleem was eerder dat de verschillende toezichthouders niet deden wat ze geacht werden te doen. Het meest frappant werd dat mijns inziens geformuleerd door Marcel van Dam die zelf zo’n toezichthouder was, maar vooral alle andere toezichthouders de schuld gaf.

Toezicht

Het gaat er dus niet alleen om of er toezicht is georganiseerd, maar ook hoe het wordt uitgeoefend en hoe capabel en indringend het toezicht is. En ook, of de regels die de sector bestrijken helder zijn over de rollen van de actoren.

Daar ontbrak nogal wat aan. Corporaties moesten de markt op, marktgericht denken en handelen. Dat is een andere rol dan sociale huurwoningen bouwen en verhuren. Maar wat, toen we ze opeens vroegen om ook de buurten leefbaarder te maken, te voorzien in gemengde wijken en zich ondernemend op te stellen?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Woningcorporaties: een uniek bestel. Maar betaalt de huurder het gelag?

REPORTAGE - Wordt het takenpakket van woningcorporaties stevig ingeperkt of komt er een veel fundamenteler hervorming aan?

De openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties zijn afgelopen woensdag begonnen. Na twee dagen van verhoren begint zich een klein beetje een beeld af te tekenen van hoe de commissie zich heeft voorbereid en hoe ze te werk gaat. De contouren van meer dan een jaar lang onderzoekswerk worden al enigszins zichtbaar.

Eergisteren werden achtereenvolgens Jan van der Schaar, oud-ambtenaar en volkshuisvestingsdeskundige, Arnoud Vlak, expert in de waardering van vastgoed, Arnold Moerkamp, voormalig directeur ministerie van VROM , en oud-staatssecretaris volkshuisvesting Dik Tommel gehoord.

Gisteren werden gehoord: Martien Kromwijk en André Thomsen, oud-bestuurders van Woonbron, en de voormalige extern toezichthouder Hans Zwarts, die in opdracht van minister Van der Laan het renovatiefiasco van het stoomschip Rotterdam aanpakte en de ondergang van Woonbron wist te voorkomen.

Monasch blikt vooruit

Zijn er al wat voorlopige conclusies te trekken? Dat de materie in politiek Den Haag leeft, lijkt wel duidelijk. PvdA-Kamerlid Jacques Monasch gaf van die betrokkenheid gistermorgen in een kort radio-interview een treffende illustratie.

Volgens Monasch had het nooit zover mogen komen en heeft de politiek gefaald. Gelukkig heeft de regering in het woonakkoord al een voorschot op de uitkomsten van de enquêtecommissie genomen. Plannen worden uitgewerkt om het toezicht op de corporaties te verscherpen en hun taken te beperken. Het lijkt hem goed de bevindingen van de commissie af te wachten en deze bij de noodzakelijke stelselwijzigingen te betrekken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Woningcorporaties: Wat ging er mis? Hoe moet het verder?

NIEUWS - De parlementaire onderzoekscommissie Woningcorporaties begint volgende week met haar openbare verhoren. Centraal daarbij staat de vraag: hoe nu verder?

Wat er mis ging

Op de Nederlandse (huur)woningmarkt spelen woningcorporaties een cruciale rol. De bijna vierhonderd corporaties die ons land telt, verhuren aan 2,4 miljoen huishoudens een sociale huurwoning. Aan het functioneren van de woningmarkt leveren zij een belangrijke bijdrage.

Daarvan plukken meer dan vijf miljoen Nederlanders direct en indirect de vruchten. Ook bij het minder goed functioneren, raakt het corporatiebeleid niet alleen deze mensen, maar de Nederlandse samenleving in de volle breedte.

Woningcorporaties functioneerden – zeker op het eerste gezicht – jarenlang zonder veel problemen. Financieel groeiden de bomen tot in de hemel en het werkveld werd – daartoe overigens aangespoord door het Rijk en gemeentelijke overheden – steeds breder. De afgelopen jaren kwamen echter bij tal van corporaties bestuurlijke en organisatorische problemen boven tafel en bleek dat, gelet op het aantal ontsporingen, het niet meer ging om louter incidenten. De bovendrijvende problemen duidden op meer structurele problemen en negatieve ontwikkelingen in de corporatiebranche.

Zaken als gebrekkig toezicht, fraude, zelfverrijking, mismanagement, bestuurlijk wanbeheer, geflopte en peperdure bouwprojecten, overbodige grondaankopen en speculatieve beleggingen leverden de afgelopen jaren de nodige commotie op.

Foto: CorporatieNL (cc)

Feit of fabel: Woningcorporaties

ACHTERGROND - Minister Stef Blok ligt overhoop met de woningcorporaties. Waarom?

Sinds de presentatie van het regeerakkoord ligt de minister van Wonen en Rijksdienst Stef Blok (VVD) overhoop met de woningcorporaties. Blok wil woningcorporaties meer mogelijkheden geven om huren te verhogen en verwacht van hun geld terug via een verhuurdersheffing van twee miljard. De woningcorporaties stellen echter dat ze vanwege dalende huizenprijzen niet in staat zullen zijn deze heffing te betalen.

Hoeveel woningcorporaties zijn er eigenlijk in Nederland?
Er zijn 389  bij het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) geregistreerde woningcorporaties in Nederland. De eerste woningcorporatie in Nederland was de Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse in Amsterdam, opgericht in 1852.

Hoeveel woningen worden er via woningcorporaties verhuurd?

In 2011 verhuurden woningcorporaties in totaal 2.3 miljoen woningen, dat is 70% van het totale huuraanbod en 31% van het totale woonaanbod. De 22 grootste woningcorporaties verhuren samen 700.000 woningen.

Van alle woningen van corporaties viel 97% (2.2 miljoen woningen) onder de huurtoeslaggrens (652.52 euro). In 2007 was dit 98.6%.

Amsterdam is de gemeente met de meeste woningen in bezit van woningcorporaties: 187.128 woningen.

Hoe worden woningcorporaties gefinancierd?

Woningcorporaties ontvangen huur (12 miljard in 2011), verkopen bezit en kunnen via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw geld lenen onder markttarief. Dit omdat er een ‘zekerheidsstructuur’ in de leningen zit, die bestaat uit drie ringen:
–          Woningcorporaties staan garant voor elkaar en kunnen steun bij elkaar aanvragen
–          Saneringsfonds: corporaties in problemen kunnen een aanvraag dit bij dit fonds beheerd door het CFV en gefinancierd door corporaties
–          Uiteindelijk staan overheid en gemeenten garant

Foto: cottonbro studio via Pexels.com.

Betere bezetting woningvoorraad: goed voor jong en oud

Veel van de discussie over de woningmarkt gaat over meer bouwen. Maar er is volgens hoogleraar Marcel Canoy een betere manier om de markt te verbeteren: gebruik de bestaande voorraad efficiënter.

Veel ingewikkelde beleidsdossiers kennen complexe afruilen. In de zorg: hoe combineren we toegankelijkheid met betaalbaarheid en kwaliteit? Bij migratie: hoe zorgen we voor een balans tussen humaan beleid en nationaal draagvlak? Bij klimaat: hoe kunnen we als klein land een zinvolle en betaalbare bijdrage leveren aan een mondiaal probleem?

In de woningbouw is (praktisch) een win-win beschikbaar, eentje die heel veel kan opleveren

Bij al die dossiers leidt het kiezen van het een of het ander tot pijn ergens in de samenleving. Er zijn maar weinig complexe dossiers waar de magische win-win bereikbaar is: we gaan er als land op vooruit zonder dat iemand wezenlijk moet inleveren.

Beter benutten

Ook de woningmarkt kent vele dilemma’s. Wie geef ik voorrang bij het toewijzen van corporatiewoningen? Waar bouw ik wat eerst? Hoe ga ik om met de afruil tussen de behoefte aan grond voor woningbouw en natuur of recreatie? Hoe zorg ik dat nieuwe woningen gebouwd worden met inachtneming van stikstofregels? Allemaal verre van win-win.

Foto: Boulevard Zuid Rotterdam, eigen foto Jan Rath, via Sociale Vraagstukken.

Verheffing van de volkse winkelstraat: commerciële gentrificering?

Hoogleraar Jan Rath laat in zijn afscheidsrede op 13 april zijn licht schijnen op gentrificering van volkswijken, met name in Rotterdam Zuid. Ruim baan voor middenklassen? Voor volkse ondernemers? Volgens Rath is de werkelijkheid niet zwart of wit.

Een van de onderwerpen die hoog op de politieke agenda staan, is volkshuisvesting. Veel sociale huurwoningen zijn verdwenen en vervangen door duurdere woningen voor de middenklassers. Dit proces dat in veel buurten plaatsvindt, is gekend als residentiële gentrificering.

De winkelstraten in diezelfde buurten bewegen vaak mee: commerciële gentrificering. We zien dan dat winkels en bedrijfjes aan de onderkant van de markt langzaam maar zeker plaatsmaken voor meer gestileerde, hippere en duurdere zaken zoals koffiebars, vegetarische restaurants, en concept stores. Deze spreken evident een ander publiek aan, dragen bij aan waardevermeerdering van de panden en de straten, en werpen aldus barrières op voor ‘gewonere’ en minder hippe ondernemingen.

Een en ander is deels terug te voeren op de komst van ‘anderen’ met ‘andere’ smaken, ‘andere’ voorkeuren en meer koopkracht, maar deels ook op de interventies van stadsplanners, ontwikkelaars en andere partijen. Zij grijpen welbewust in, en met stevige maatregelen, wat gunstig uitpakt voor vintage stores, maar ten koste gaat van Kapsalon Mehmet.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

In marktwerking kun je niet wonen

ESSAY - van Naomi Woltring, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

Als een partij iets wil doen aan ‘marktmacht’, is het goed om te leren van het verleden. Geïnspireerd door neoliberaal denken, poogde D66 in de paarse kabinetten ‘Nederland kartelparadijs’ in de jaren negentig open te breken met een nieuwe mededingingswet, deregulering, privatisering en betere wetgeving. Concurrentie als wapen tegen marktmacht. Inmiddels weten we dat de architecten van het marktwerkingsbeleid naïef waren over de maakbaarheid van de markt. Het debat over de woningnood kan een keerpunt zijn.

In zijn beroemde boek Capitalism and Freedom stelt Milton Friedman dat competitief kapitalisme een voorwaarde is voor politieke vrijheid. Hoe groter de sfeer van de markt, hoe groter de sfeer waar keuzes gemaakt kunnen worden zonder politieke dwang en zonder dat een minderheid in het gedrang komt. ‘Unanimiteit zonder conformiteit’ noemde hij dat. En hoewel hij erkende dat machtsconcentraties op de markt ook vrijheid konden ondermijnen, achtte hij de risico’s daarvan minder groot dan een overheid die dat soort machtsconcentraties wilde voorkomen of bestrijden.

Friedman is natuurlijk de bekendste neoliberaal van allemaal. Neoliberalisme is de ideologie die uitgaat van persoonlijke vrijheid die het beste bereikt kan worden door de markt zo groot mogelijk te maken en concurrentie te stimuleren. De overheid heeft hierbij als taak de markt mogelijk te maken. Bovendien moet de overheid zo veel mogelijk ‘marktconform’ beleid voeren. Afhankelijkheid van de verzorgingsstaat moet zo veel mogelijk worden beperkt, bijvoorbeeld door het stimuleren van eigen woningbezit.

Foto: Foto Engin Akyurt portrait of an angry man, via unsplash.

Twintig jaar onderzoek naar de boze burger

ONDERZOEK - Na de moord op Pim Fortuyn, twintig jaar geleden, kregen we te maken met een nieuw fenomeen: de boze burgers. Jelle van der Meer en Marcel Ham plozen uit hoe de wetenschap al die jaren dacht over boze burgers.

De moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 bracht het land in shock. Maar achteraf gezien, heeft het enorme electorale succes van Fortuyn en zijn partij LPF een veel grotere impact gehad op politiek en samenleving. Een slagveld was het, in zetels. Niet voor niks heette dit al snel ‘de opstand’ en ‘de revolte’; daaruit sprak schrik en angst. Het had grote indruk gemaakt dat op de avond van de moord een woedende menigte Fortuyn-aanhangers aan de poorten van het Binnenhof stond te rammelen.

Het beeld van ‘boze burgers’ was geboren. De analyses en onderzoeken kwamen onmiddellijk op gang en zijn sindsdien niet meer gestopt. Wie zijn zij, wat willen zij? Zijn ze wel boos? We zetten twintig jaar onderzoek op een rijtje. En beginnen bij het begin.

Acht jaar paarse coalitie

Een revolte lag rond de eeuwwisseling niet in het verschiet. Na acht jaar paarse coalitie (VVD, PvdA en D66) stonden de economische indicatoren op zonneschijn. Als die opstand er dan opeens toch is, staan columnisten en opiniemakers onmiddellijk met hun duidingen klaar.

Volgende