COLUMN - door Prof. Mr. Aalt Willem Heringa
Het afgelopen jaar stond in het teken van (de gevolgen van) de toeslagenaffaire, de informatievoorziening aan het parlement, de sms’jes van Rutte, de verhouding tussen regering en parlement, grote uitdagingen (‘crises?) op het gebied van milieu, de veiligheid in Europa, de stikstofproblematiek, hoge gasprijzen en gaswinning, de bestaanszekerheid van mensen met lagere inkomens, de nieuwe Europese normen ter zake van het minimumloon, de stijgende rentes, de woningschaarste, de gemeenteraadsverkiezingen en trage coalitievormingen, de strijd tegen de georganiseerde misdaad, de algehele schaarste op de arbeidsmarkt en ga zo maar door.
Uit het oog verloren
Op de een of andere manier lijkt het alsof de burgers en hun bestaan uit het oog zijn verloren. Rechtstreeks door overheidsoptreden zoals bij de toeslagenaffaire, het discriminatoir handelen door de Belastingdienst en ook door de stroperigheid bij de afhandeling van schade door aardbevingen in Groningen. Daarnaast gebeurt het ook op indirecte wijze, omdat grote bedreigingen voor de veiligheid van de burger zich eerder kenmerken door uitstel van de bestrijding dan door ingrijpen. De overheid overschat soms haar eigen rol en functie (en wij overschatten soms wat de overheid vermag).
Zo weet de agrarische sector al jaren niet wat het stikstofbeleid is of gaat worden, verstikt de natuur onder stikstofdeposities en lijkt de strijd tegen klimaatverandering nu te leiden tot het stoken van steenkool, het boren naar gas en de bouw van LNG-terminals. Ondertussen loopt ook het elektriciteitsnet al jaren tegen zijn grenzen aan. En dat terwijl de basistaak van de overheid in een rechtsstaat het zorgen voor veiligheid en bestaanszekerheid is. En dat niet alleen op korte termijn, maar ook voor de generaties die nog geen stemrecht hebben en niet gehoord worden.
Weinig sprankelende bestuurscultuur
De bestuurscultuur die zo centraal stond het afgelopen jaar, als we al weten wat daar precies mee werd en wordt bedoeld, lijkt weinig sprankelend en laat staan verbeterd. Daar doet het parlement overigens volop aan mee. Debatten waarin gekibbel, persoonlijke aanvallen, dreigementen met tribunalen en media-aandacht belangrijker lijkt dan de inhoud, beheersen het nieuws. Een permanente staat van opwinding lijkt standaard. Terwijl de grote kwesties afhankelijk zijn van goed beleid, effectieve uitvoering en aandacht voor de burgers daarin.
Vertrouwen in de overheid is niet gebaat bij een overheid die ons als klanten en stemvee naar de mond praat, maar juist bij het verwoorden van existentiële problemen en het werken aan passende oplossingen. Een betrouwbare overheid is geen overheid waarin coalitie- en oppositiepartijen louter met een schuine blik naar de aanstaande verkiezingen kijken, om daadkracht roepen en deze beloftes vervolgens meteen weer met omfloerste beweringen gebroken worden. Een rechtsstatelijke overheid heeft ook oog voor de langere termijn en dus voor het mitigeren van klimaatverandering en tegen de afbraak van natuur.
Effectief, betrouwbaar en met oog op de toekomst
Rechtsstaat omvat mede dat de staat effectief kan optreden, de burgerbedreigende problemen aanpakt en de lasten en disproportionele effecten over burgers en samenleving spreidt. Bovendien moet de overheid betrouwbaar zijn, problemen niet op hun beloop laten en de grenzen en beperkingen van overheidshandelen aangeven.
Populisten willen ons wel doen geloven dat het allemaal neerkomt op de stem van het volk zoals zij die zien en verwoorden, maar dat is uiteraard onzin. Een staat heeft baat bij effectiviteit van handelen: qua planning, wetgeving en uitvoering van cruciale kwesties. Daarnaast is de overheid onderworpen aan democratische besluitvorming, aan bescherming van fundamentele rechten van huidige én toekomstige generaties, aan het naleven van de eigen regels over bescherming (en verbetering) van natuur en ook aan het gelijkelijk toepassen van het beginsel dat de vervuiler betaalt (voor verkeer, vliegen, landbouw en veeteelt en grootgebruikers van fossiele energie).
In een rechtsstaat moeten ook de wetgever en het bestuur zich aan het recht houden. Beide horen geen oplossingen te bedenken waarmee regels ontdoken worden waardoor het aan de rechter is om grenzen te stellen, zoals in het stikstofdossier is gebeurd. De rechtsstaat omvat ook en misschien juist wel fundamentele kwesties als bestaanszekerheid, veiligheid, en een leefbare omgeving. Niet te vergeten het beschermen van de toekomstige generaties die er in een democratie vaak wat karig afkomen.
Dit artikel verscheen eerder bij het Montesquieu Instituut. Prof.Mr. Aalt Willem Heringa is emeritus hoogleraar vergelijkend constitutioneel en administratief recht aan de Universiteit van Maastricht.
Reacties (11)
Ware woorden. Tegen deze achtergrond klinkt de boosheid van Rutte vandaag nogal hypocriet.
Het klopt dat we niks opschieten met politici die alleen naar de volgende verkiezingen kijken en die peilingen belangrijker vinden dan de kwaliteit van het landsbestuur. Maar aan de andere kant, als wij met zijn allen steeds weer op zulke politici stemmen, is het ook wat makkelijk om vervolgens de politiek overal de schuld van te geven.
We kunnen klagen wat we willen over de politiek – dat doe ik dan ook met grote regelmaat – maar dat neemt niet weg dat wij als kiezers bepalen welke politici het voor het zeggen hebben.
Dat wil zeggen, we kunnen als kiezer stemmen op de politici die door de politieke partijen kandidaat gesteld zijn. Dat gebeurt door of namens de actieve leden van die partijen. Het percentage mensen dat lid is van een politieke partij is erg klein, en lang niet alle leden kunnen invloed uitoefenen op de samenstelling van de “kiescommissie”, laat staan op de kieslijst …
We kunnen als kiezer ook besluiten lid te worden van een partij. Of er zelf eentje op te richten. Of wat verder zoeken naar kandidaten op een kieslijst waar je wel vertrouwen in hebt, in plaats van stemmen op de meest bekende namen. Dat kost wel tijd en moeite, natuurlijk. Achteroverleunen en alle verantwoordelijkheid afschuiven op ‘de politiek’ is veel makkelijker. Maar daarmee ga je toch echt niks veranderen.
En met stemmen op populisten verander je al zeker niks. Ik durf wel te beweren dat de kwaliteit van het landsbestuur omgekeerd evenredig is met het percentage populisten in de volksvertegenwoordiging. Kijkend naar wat er de afgelopen 20, 30 jaar in westerse democratieën is gebeurd, zit ik er dan niet ver naast.
Het sleutelwoord is systeemfalen.
Het is volgens redeneringen als:
Dat er zoveel “zielig” vlees aangeboden wordt is “omdat de consument dat nu eenmaal wil” …
Dat er zoveel petflesjes in de natuur liggen is ook “omdat de mensen te lui zijn om het in de prullenbak te gooien …
Hoe zou het toch komen dat mensen zo weinig lid worden van een politieke partij? Misschien met uitzondering van FvD …
En hoe zit het met de samenstelling van de kieslijst?
Je kunt het systeemfalen noemen, maar dat verandert niks aan wat ik zei. Wij vormen namelijk met zijn allen dat systeem. En als wij als collectief blijven doen wat we de afgelopen tijd hebben gedaan, zal er niks aan dat systeem veranderen. Dat is precies wat ik al die tijd al bedoelde te zeggen. Mijn opmerkingen zijn dan ook niet bedoeld als persoonlijke kritiek op wie of wat dan ook. Het gaat me om dat collectief, dat in een democratie de dienst uitmaakt. En een steeds groter deel van dat collectief lijkt weg te lopen voor die verantwoordelijkheid.
En dan de kieslijsten. Politieke partijen zijn verenigingen, met uitzondering van de PVV. In verenigingen bepalen de leden wat er gebeurt. Misschien via ingewikkelde procedures, maar dat doet niks af aan het principe.
@Hans Custers: ” kwaliteit van het landsbestuur omgekeerd evenredig is met het percentage populisten in de volksvertegenwoordiging.”
Opvallend hoeveel invloed een paar populistische oppositiepartijen hebben op het bestuur waar ze zelf geen onderdeel van uitmaken.
Ja, dat probeer ik al jaren duidelijk te maken. We zouden een stuk beter af zijn als politici (vooral van meer gematigde rechtse partijen) en journalisten zich wat minder zouden laten beïnvloeden door de populistenpropaganda.
@Hans Custers : Dit lijkt me een geval van correlatie is niet automatisch causatie. ik vind het jouw redenering ver gezocht.
A: waarom heeft u het als landsbestuurder zulke slechte kwaliteit geleverd?
B: Hoe kon ik anders, Baudet zei iets over de Uil van Minerva en Wilders zei minder,minder,minder. Hoe kan ik als bestuurder in zulke tijden kwaliteit leveren?
A: waarom is uw partij zo naar rechts opgeschoven bv op het gebied van vluchtelingen en immigratie?
B: Hoe kunnen wij anders? Wij hebben niet de vlotte babbel van de FvD en BBB waarmee ze vele kiezers van ons afsnoepen.
Wij zijn niet in staat om die kiezer duidelijk te maken dat die vlotte babbel aperte leugens verhult en tot opstand oproept en we hebben de ballen niet om ze (in de 2e kamer) de mond te snoeren.
Dus schuiven we politiek op in hun richting.
– Wat gaat er toch mis in het landsbestuur?
– We laten ons manipuleren door demagogen en hun aanhang van chronisch boze burgers en Calimerootjes. Maatregelen die ze vervelend zouden kunnen vinden schuiven we zo veel mogelijk voor ons uit, ook al zijn ze eigenlijk wel nodig. We proberen ze vooral te pleasen. Dat we dat manipulatieve gedrag op die manier belonen en dus versterken hebben we na twintig jaar nog steeds niet door.