Maandag presenteerde Amnesty International de resultaten van een onderzoek naar opvattingen over verkrachting en wetgeving hierover. De aanleiding is een wetsvoorstel van het kabinet waarmee het strafrecht voor seksuele misdrijven wordt uitgebreid en verzwaard.
Eén van de nieuwigheden betreft ‘seksuele interactie tegen de wil’(artikel 239 in het wetsvoorstel). Met deze toevoeging wil het kabinet ook seksuele handelingen strafbaar stellen die weliswaar zonder toestemming van het slachtoffer zijn gepleegd, maar tot nu toe niet in juridisch zin bewijsbaar onder aanranding of verkrachting vallen.
Anders gezegd: als iemand ‘nee’ heeft gezegd, geen expliciete toestemming heeft gegeven gaat het feestje niet door. Dat geldt ook als het slachtoffer door drank of drugs is gevloerd of door angst bevriest (en geen verzet kan plegen).
De mate van strafbaarheid gaat volgens Amnesty echter niet ver genoeg: “Volgens Amnesty moet seks zonder instemming niet alleen strafbaar zijn, maar ook als verkrachting worden erkend. Dit staat niet alleen in internationale mensenrechtenverdragen, maar is ook belangrijk voor de erkenning van slachtoffers.”
In het wetsvoorstel wordt het volgende onderscheid gemaakt:
Artikel 239 Seksuele interactie tegen de wil: gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie (is maximaal 21.750 euro).
Artikel 240 Aanranding: gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie (maximaal 87.000 euro).
Artikel 241 Verkrachting: gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uit het onderzoek van Amnesty blijkt dat toch nog 11 procent van de mannen vindt dat “het een verzachtende omstandigheid is als het slachtoffer zich niet uitdrukkelijk verdedigt of niet duidelijk nee zegt.” Een aanzienlijk groter deel (20 procent) van de mannen tussen 16 en 35 jaar vindt dat ook.
Amnesty wil nu dat het ontbreken van instemming het relevante criterium voor verkrachting moet zijn. Dat is volgens Amnesty in lijn met de intenties van het Verdrag van Istanbul (2011), in 2015 ook door Nederland geratificeerd en in hier werking gesteld in 2016. Het verdrag beoogt het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.
Niet alles uit het verdrag wordt ook in praktijk gebracht. Artikel 36 van het verdrag stelt dat seks zonder wederzijds goedvinden strafbaar moet worden gesteld. “De toestemming dient vrijwillig te zijn gegeven en voort te vloeien uit de vrije wil van de betrokken persoon hetgeen wordt vastgesteld in het licht van de omstandigheden.”
Uit een rapportage van Amnesty bleek dat in 2018 alleen Groot-Brittannië, België, Cyprus, Duitsland, IJsland, Luxemburg en Zweden als enigen het ‘wederzijds goedvinden’-criterium in hun wetgeving hadden opgenomen.
In Zweden werd in 2018 een wet aangenomen die seks zonder expliciete toestemming strafbaar stelde. In de Tweede Kamer leek alleen de PvdA wel wat voor eenzelfde aanpak te voelen.
De expliciete goedkeuring is nu niet in het wetsvoorstel opgenomen. Het volledige artikel 239 luidt:
- Hij die met een persoon seksuele handelingen verricht of een persoon seksuele handelingen laat verrichten met hem of met zichzelf of met een derde dan wel een persoon seksuele handelingen laat ondergaan door een derde terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze handelingen tegen de wil van die persoon plaatsvinden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
- Indien de in het eerste lid bedoelde handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam wordt gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.
Die 20 procent van de mannen tussen 16 en 35 jaar die vindt dat als iemand niet duidelijk nee zegt, dat een verzachtende omstandigheid is, zien hier wellicht een kans voor de rechter aan te voeren dat daardoor dus niet redelijkerwijs vermoed kon worden dat de handelingen tegen de wil van die persoon plaats hebben gevonden.
Dat is niet de intentie van het wetsvoorstel. Misschien kan de minister een handje geholpen worden. Stuur hem een kaartje of help hem middels de internetconsulatie aan een betere formulering. Voorstel: neem de formuleringen in de artikelen 238 (Seksuele interactie tegen de wil) en 240 (Aanranding) over in artikel 241 (Verkrachting) en bepaal de strafmaat voor alles op een “gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie”.
Reacties (4)
“De expliciete goedkeuring is nu niet in het wetsvoorstel opgenomen”
Gelukkig maar, want seks met mijn partner voldoet wel aan de wet, maar of wij überhaupt ooit elkaar explicitiete toestemming hebben gegeven? Jeetje jongens, wat moet ik zeggen, het begint met lepeltje lepeltje of een leuke massage, en daarna vindt dat wederzijdse goedvinden toch vooral niet geschiftelijk plaats. Een letterlijker geval van “fingerspitzengefühl” bestaat niet. Doen die jongens en meiden bij Amnesty International wel aan voorspel?
@0 Enfin, de babbelbox blijft liever uit het gevang vraagt: Verzoekt ù moeders de vrouw wel netjes om goedkeuring? #manbijthond
Ik sta verder helemaal achter de geest van de wet hoor, vanzelfsprekend.
@1: Ook ik vind “expliciete toestemming” overdreven.
Maar de huidige formulering vereist geen enkel blijk van instemming:
Ik zou het veranderen in
terwijl hij niet weet (of niet redelijkerwijs kan vermoeden) dat deze handelingen tegen de wil met de instemming van die persoon plaatsvinden
Dan is de toestemming niet expliciet, maar wel vereist.
@1: en @2
Jullie bezwaren werden in 2018 blijkbaar ook gedeeld door en groot deel van de Tweede Kamer en dat zal dan ook mede de reden zijn dat de minister van Justitie een bepaling zoals in Zweden is geïntroduceerd, niet in dit wetsvoorstel heeft opgenomen.
Belangrijke winst is natuurlijk dat er een ’tegen-de-wil’-bepaling komt om ook zaken waarbij geen aantoonbare (bewijsbare) dwang en/of geweld is gebuikt te kunnen vervolgen.
Punt dat Amnesty maakt: schakel het wel gelijk aan verkrachting (dus ook aan de bijbehorende strafmaat).
@1 je zal de mannen de kost moeten geven die menen dat de trouwakte tevens de vergunning is om seks met hun eega te hebben ook op momenten dat zij dat niet wil. De ‘geest van de wet’ wil ook geweld binnen het huwelijk aanpakken.
@3: Ik stel een strenger criterium voor: niet “tegen de wil” maar “zonder instemming”
(of dit in de praktijk de bewijslast makkelijker maakt, is een ander verhaal natuurlijk).