RECENSIE - Zvezdana Vukojevic heeft met Op zoek naar Karadzic een boeiend en leesbaar boek geschreven. Ik kan het iedereen van harte aanbevelen die interesse heeft in het conflict in het voormalig Joegoslavië, de internationale vervolging van oorlogsmisdaden, of het drama in Srebrenica (en de Nederlandse rol daar in). Of die gewoon een beetje gezonde algemene interesse in de wereld heeft.
Zo. Wellicht heb ik hiermee al de strekking van de hieropvolgende recensie verklapt, maar weet ik veel… ik doe dit ook maar voor het eerst, zo’n boek review. Als een uitgever Sargasso benadert voor een gratis recensie-exemplaar van een boek over zo’n interessant onderwerp zeg ik daar geen nee tegen. En voor wat hoort wat – al heb ik geen ervaring met deze specifieke ‘wat’.
Maar ik dwaal af. En ik ratel nu over mijn eigen persoontje, terwijl het hier natuurlijk gaat om het boek van Vukojevic. En daar valt genoeg boeiends over te vertellen.
Maar voor we dat doen, even heel kort een reminder wie Karadzic ook al weer is:
hij was president van de Servische Republiek. Dat was een onderdeel van Bosnië dat zich daarvan wilde afscheiden nadat Bosnië zich had losgemaakt van Joegoslavië. Na de oorlog is hij ondergedoken, en jaren later gearresteerd terwijl hij zich uitgaf voor alternatief genezer. Hij is door het Joegoslavië-tribunaal veroordeeld voor oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide (in Srebrenica).
Op zoek naar Karadzic is een prettig geschreven boek. Er doorheen lopen twee draden. Eén draad bestaat uit de hoofdstukken waarin de schrijfster een gesprek met iemand voert over Karadzic. Vaak is dat iemand die hem goed kende, bijvoorbeeld familie, iemand uit zijn studententijd, of iemand die met hem werkte in de tijd dat hij zich voordeed als alternatief genezer. Vukojevic sprak mensen die heel positief over hem zijn, tot zeer kritisch. Oud aanklager Del Ponte komt bijvoorbeeld ook aan het woord, net als Jean-René Ruez, die massagraven opgroef bij Srebrenica. Deze interviews worden afgewisseld met korte stukjes over de pogingen van Vukojevic een interview te krijgen met Karadzic, terwijl hij gevangen zit in Den Haag. Naast afwisseling voegt het een stukje spanning toe: gaat het haar lukken om een interview te krijgen, ondanks alle tegenwerking van het Joegoslaviëtribunaal? En zo ja, gaat ze antwoorden krijgen op de wezenlijke vragen?
Kritische dingetjes
Er zijn echter momenten waarop deze opzet soms wat verwarrend werkt. Dat is wanneer in een hoofdstuk over een gesprek met persoon A ook nog even een paar zinnen gewijd worden aan wat eerdere geïnterviewde B hier over zei, en Vukojevic zelf ook nog wat beschrijvende toelichtingen geeft. Op enig moment vroeg ik me daarbij af “wie is het nou die dit hier vindt?” – maar dat kwam gelukkig sporadisch voor.
Een aantal zaken die Vukojevic schrijft zijn interessant om wat dieper op in te gaan. Omdat ik nu toch kritisch aan het doen ben, eerst een cijferdingetje: op pagina 18 staat “De Bosnische oorlog kostte aan ruim 12.000 mensen het leven” – maar dat moet een tikfout zijn. Als je uitgaat van de ruim 7000 mensen die in Srebrenica zijn vermoord, weet je dat dat nooit kan kloppen, voor een oorlog die jaren duurde en genoeg gruwelijkheden kende. Verschillende schattingen komen boven de 100.000 uit.
De aanloop naar het conflict
Vukojevic beschrijft in het begin van haar boek in enkele pagina’s de geschiedenis van het land, en de gebeurtenissen vanaf de jaren 80 die leidden tot de oorlog. Dat doet ze accuraat. Ze beschrijft de economische verschillen tussen de deelrepublieken, tussen het rijke Noorden (Slovenië, Kroatië) en het armere zuiden. Benoemt de recessie die de spanning hierover aanwakkerde, en de hyperinflatie. Daarna beschrijft ze de dood van Tito, dat verschillende republieken onafhankelijk wilden worden, en dat dit tot gevechten leidde in Kroatië en Bosnië, waar veel Serviërs woonden die dat niet wilden (omdat ze bij een romp-Joegoslavië wilden blijven horen).
Allemaal waar, maar er valt nog wel meer over te vertellen. Ja, de verschillende republieken hadden totaal verschillende economieën, maar dat was niet alles: er waren ook verschillende religies, verschillende talen, en zelfs verschillende alfabetten die werden gebruikt. En er waren ook zaken die alles bij elkaar hielden: zoals de communistische partij, Tito, het internationale prestige als leider in de non-aligned beweging, en het multinationale/-etnische volksleger (JNA). De ellende was echter dat al die zaken in de jaren 80 minder relevant werden. Tito ging dood in 1980, het eind van de Koude Oorlog betekende het einde van de relevantie van de communistische partij en non-aligned beweging. Bij het verzwakken van de communistische partij zagen in verschillende republieken gewetenloze politici hun kans schoon om macht te grijpen door vol op het ultranationalistische orgel te gaan. En het probleem van het JNA was dat het steeds meer ging bestaan uit Serviërs, met name ook qua officieren, en dus steeds minder multinationaal werd en zo ook zijn waarde als bindende factor verloor.
Dat laatste is relevant, als Vukojevic schrijft: “Milosevic zond het Joegoslavische Volksleger … om de Kroatische Serviërs te steunen in hun strijd.” Het is maar de vraag of het op dat moment nog echt een Joegoslavisch leger was, of een Servisch (iets wat later overigens wel aan bod komt in het interview met de journaliste Hartmann). Net zoals je ook kan stellen dat Milosevic de Serviërs in Kroatië niet alleen kwam steunen, maar dat hij ze eerst heeft opgestookt. En ook daar valt wel meer over te vertellen.
Dat ga ik hier niet doen, want ik dwaal weer af. En wellicht is dit allemaal wat te veel detail voor een boek dat vooral over Karadzic gaat, maar iets meer context had ik zelf wel een verrijking voor het boek gevonden.*
Interessante nieuwe dingen*
Een aantal dingen vond ik heel interessant om te lezen. Een boeiende discussie in de nasleep van de oorlog is waarom er relatief veel Serviërs voor het Joegoslavië-tribunaal zijn gesleept, in verhouding tot Kroaten en Bosniërs. Ik ben er zelf altijd van uitgegaan dat het te maken had met het feit dat de Serven (in ieder geval in eerste instantie) een agressieve, expansief nationalistische agenda uitvoerden door Kroatië en Bosnië binnen te vallen. En het is, bij wijze van voorbeeld, nou eenmaal makkelijker een huis te plunderen wanneer je een gebied bent binnengevallen, dan wanneer je een gebied verdedigt. Want in het laatste geval plunder je een huis van iemand uit je eigen kamp.
Echter: een advocaat met wie Zvezdana spreekt geeft aan dat het er (ook) mee te maken had dat de Serviërs van het begin af aan niet mee wilde werken met het tribunaal, op geen enkele manier, omdat ze het anti-Servisch vonden. Dat leidde er toe dat terwijl Kroaten en Bosnische moslims wel allerlei dossiers aanleverden over (tegen hen gepleegde) oorlogsmisdaden, Serviërs dat andersom niet deden. Zonder te kunnen beoordelen hoe groot het effect hiervan is, gaf dit voor mij wel een nieuwe kijk op het tribunaal en de verhouding tussen de aangeklaagden.
Een ander interessant stukje vond ik in de persoonlijke geschiedenis van Zvezdana die ze beschrijft: ik had bijvoorbeeld geen idee dat er in de jaren 80 in Amsterdam een afdeling van de pioniers (de kinderafdeling van de Joegoslavische Communistische Partij) was, waar met vlaggetjes werd gezwaaid en liedjes werden gezongen over Tito. Ten slotte was het voor mij de eerste keer dat ik iets las over de kwalijke rol die de orthodoxe kerk heeft gespeeld in het conflict. Al met al genoeg interessante feitjes om het boek boeiend te maken voor iemand die redelijk in het onderwerp zit.
Piemelboek en kutland
Eén van de bijzonderder hoofdstukken uit Op zoek naar Karadzic is het interview met de bejaarde gynaecoloog en seksuoloog Bojovic. Hij heeft kortstondig gewerkt met Karadzic na de oorlog, toen deze deed alsof hij alternatief genezer ‘dr. Dabic’ was, in Belgrado. Bojovic schreef bijna dertig boeken, en ik citeer, “De kroon op zijn werk is zijn studie naar de grootte van de Servische penis.” Als afscheidscadeau krijgt de schrijfster een gesigneerd exemplaar van het ‘grote groene piemelboek’ cadeau. Om de zin “Bojovic wil maar zeggen: hij is een gerespecteerd lid** van de maatschappij” moest ik stiekem best wel grinniken.
Serieuzer van aard is de passage waarin beschreven wordt hoe (voor het eerst) videobeelden opduiken van oorlogsmisdaden gepleegd door Servische paramilitairen. Wat blijkt? De broer van degene die verantwoordelijk is voor de openbaring van die tape vraagt asiel aan in Nederland, omdat hij hierom zijn leven niet zeker is in eigen land. Nederland kent hem geen asielvergunning toe, en hij wordt vermoord. In de dagen dat ik dit hoofdstuk lees, zie ik dat in Bahrein iemand in de cel zit en gemarteld wordt. Het ging om de broer van iemand die politiek actief was, en daarom gevlucht was… naar Nederland, in de hoop op bescherming. Wat zijn we af en toe toch ook een kutland.
Conclusie
Wat ik erg mooi vind is dat Vukojevic haar boek eindigt met een stukje reflectie. Ze vraagt zich onder andere af of ze de familie van Karadzic niet te kritiekloos heeft geïnterviewd – ‘neutraal’, ze hun kant van het verhaal laten doen, zonder kritische vragen te stellen over Srebrenica, of het beleg van Sarajevo. Zonder daarover te willen oordelen: in dit boek is ze meedogenloos helder over de verschrikkingen van de oorlog. Nergens meer dan in het interview met ‘de man die Srebrenica opgroef’, waarin de details die je waarschijnlijk nooit wilde weten over het opgraven van een massagraf voorbij komen.
Al met al slaagt Vukojevic er in een interessant portret te schetsen van deze Slager van de Balkan. Ze geeft hem middels gesprekken met zijn bekenden een menselijk gezicht, wat des te beklemmender is, omdat ze ook tot in de gruwelijke details beschrijft waar zijn misdaden toe geleid hebben. Het Kwaad geschied niet door een monster, maar door een mens. Haar soepele schrijfstijl maakt het leesbaar, en m.i. ook prima geschikt voor mensen die nog niet zo in het onderwerp zitten. Een aanrader.
*Een stukje verantwoording hierbij, en ook bij wat ik interessant vind: dat heeft te maken met eigen achtergrond. Ik ben afgestudeerd als historicus op ontwikkelingen in Joegoslavië tussen grofweg 1980 en 1991. Dat vind ik dus super interessant, die aanloop naar de oorlog. Ook heb ik een vrij gedetailleerde voorkennis over het conflict, wat er toe leidt dat ik helemaal enthousiast wordt als ik dingen lees waar ik nog niets van wist.
**Emphasis mine.
Reacties (2)
leuke en enthousiaste recensie +1
@1 thnx!