ACHTERGROND - Peter, die u elke zondag trakteert op KoZ, is even afwezig en ik neem het even over. En omdat ik oudheidkundige ben, neem ik u mee naar dé kernvraag bij al die ouwe meuk: is het spul wel echt? Simpel gezegd, al zolang er oudheidkundigen zijn, zijn er slimmeriken die oudheden vervalsen. Sterker nog, de oudheidkunde is als wetenschap ontstaan dankzij vervalsingen, maar dat is een heel ander verhaal.
Ik neem vandaag één voorbeeld, te vinden in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden: deze bronzen schijf.
Die is in 1943 verworven bij een handelaar in oudheden en zou afkomstig zijn uit Luristan, zeg maar West-Iran. Daar is in de eeuwen tussen pakweg 1000 en 600 fantastisch edelsmeedwerk vervaardigd: bijlen, kleine schijven met afbeeldingen, dolken, en zo voort. De schijf in het RMO, zo groot als een langspeelplaat, is een unicum: er zijn geen voorwerpen bekend die erop lijken. Middenin is een soort schildknop, en daarom heen zijn drie jachtscènes afgebeeld (een man die rijdt op een stier, een boogschutter en een leeuw, een man die twee steenbokken vasthoudt) en een troonscène, waarin een vorst zo’n steenbok wordt aangeboden.
Zoals gezegd: een unicum. Schijven met een doorsnede van ruim 32 centimeter kennen we niet. Dat kan betekenen dat dit een topstuk is. Het is immers uniek. Het kan ook betekenen dat het nep is. Dat zou niet voor het eerst zijn en zeker Iran heeft een trieste reputatie.
De schijf kwam in 2000 dan ook in opspraak in een boek van Oscar White Muscarella, die als onderzoeker was verbonden aan het Metropolitan Museum of Art in New York. In zijn boek The Lie Became Great hekelde hij het wereldje van handelaren in oudheden, verzamelaars, museumconservatoren, vervalsers en veilinghuizen. Muscarella toonde aan hoe deze groepen (soms tegen hun zin, soms te kwader trouw) met elkaar samenwerkten om de prijzen op te drijven en spectaculair ogende collecties te verwerven. Zo verdienen ze geld of verwerven ze prestige, terwijl ze het culturele erfgoed onherstelbaar beschadigen.
Muscarella had een punt. Het gevaar van vervalsingen kan niet vaak genoeg worden benadrukt. The Lie Became Great sneed belangrijke materie aan.
Muscarella brandmerkte ook de Luristan-schijf in het RMO als onecht. Erger nog, het was niet eens een goede vervalsing, ze was “poorly executed”. De aanwijzingen waren vooral stilistisch van aard. De man op de stier lijkt er wel vanaf te vallen, achter de vorstentroon staat iemand met een vreemd instrument, de boogschutter is linkshandig. Voeg toe dat het stuk op niets anders lijkt en dat de vindplaats onbekend is en je begrijpt Muscarella’s wantrouwen.
In 2012 ging de schijf daarom voor laboratoriumonderzoek naar het Rijksmuseum in Amsterdam. Echtheid is moeilijk te bewijzen, maar je kunt wel vaststellen of iets in de jaren veertig buiten het bereik van een vervalser lag, wat ruwweg neerkomt op hetzelfde. De samenstelling van het brons werd onderzocht: het leek op antiek brons. Het patina werd onderzocht: die kwam overeen met de verwering van bronzen voorwerpen uit de Vroege IJzertijd. De wijze waarop de smid het metaal had bewerkt werd onderzocht: die kwam overeen met antieke methoden. Hij had het voorwerp gehamerd uit één plaat. Dit alles bewijst geen echtheid maar is consistent met wat bekend is over Luristan-voorwerpen.
De verwering is het voornaamste element. Die was in 1943 niet kunstmatig aan te brengen. Theoretisch is het denkbaar dat een vervalser een antieke plaat heeft genomen (zoals iemand die een papyrus vervalst antiek papyrus gebruikt) en met een hamer heeft bewerkt, maar je zou dan recente krassen moeten zien in het patina. Daarnaast is er de iconografie. Jacht- en troonscènes behoren tot het antieke standaardrepertoire en linkshandige boogschutters zijn bekend.
Kortom: 100% zekerheid is er nooit, maar in de echtheid van deze schijf kunnen we toch redelijk wat vertrouwen hebben. Een topstuk dus.
Reacties (4)
Gezien de afbeelding op de schijf; een man die rijdt op een stier, een boogschutter en een leeuw, een man die twee steenbokken vasthoudt. Zou het misschien kunnen gaan om de tekens van de dierenriem? Het is zo maar een ingeving. Zo valt me ook een boogschutter op. Maar echt geanalyseerd heb ik de schijf niet. Misschien is de overeenkomst puur toevallig. De mens is nu eenmaal geneigd om in iedere voorstelling een patroon te zien zelfs als dit niet aanwezig is.
@1: Nee. Afbeeldingen van dierenriemtekens, waarin leeuw = sterrenbeeld leeuw enz., kennen we niet voor de eerste eeuw v.Chr.
Interessant artikel Jona, leuk! Een van de weinige excursies op de middelbare die me is bijgebleven, is die naar dit museum. Jammer genoeg ging geschiedenisles de jaren erna bijna alleen nog maar over WOII. Belangrijk natuurlijk, maar de Oudheid heb ik altijd vele malen interessanter gevonden. Verheug me op de komende zondagen :)
@1: dat laatste is niet persé verkeerd, als je zulke patronen dan ook maar in den brede kunt aantreffen èn: dat ze iets betekenen. In de kunstgeschiedenis is het een tijd lang mode geweest om schildertechnische aspecten van b.v. schilden uit te pluizen. Dat betekent voor het inzicht echter hoegenaamd niets.
Veel zinvoller zou het in dit geval zijn het ding te duiden naar vorm, beeld en mogelijke functie. Van mij mag men de disk dan gaan vergelijken met alle grafvondsten, schatvondsten en piramides ooit gevonden in een straal van 2000 km.
Éen van de weinige gevallen waarin een expert in de historische communicatiekunde goed van pas zou komen.
Er moet toch iets zijn…