COLUMN - Vol spanning zaten kinderen en collega’s afgelopen dagen voor de buis, in de hoop een stukje van de talkshow te zien. Weken waren twee meisjes uit mijn groep ermee bezig. Mailcontact, mediatraining, kennismaking, vragen voorbereiden, enz.
Alles werd uit de kast getrokken voor de talkshow die georganiseerd werd door Stichting Het Vergeten Kind. De opnames vonden plaats in de studio van RTL Late Night. En aangezien er tijdens de viering van 25 jaar RTL4 ruimschoots aandacht werd besteed aan Stichting Het Vergeten Kind, hadden we nu ook minimaal een fragment verwacht.
Bij RTL Late Night? Niets. Geen Johnny de Mol. Geen fragment. Er werd niet eens gesproken over ‘Het Vergeten Kind’. Bij het Jeugdjournaal? Niets. Deze week zag ik wel items over ‘De week van’ in de krant, bij het Jeugdjournaal en RTL Boulevard, maar niet over De talkshow waar de twee meisjes uit mijn groep al weken mee bezig waren.
Gisteravond vertelde Johnny de Mol overigens wel over de Week van het Vergeten Kind, bij RTL Late Night dus. Hij gaf aan dat ‘er nu eindelijk mensen zijn die hun nek uitsteken voor deze kindjes’. Het deed mijn tenen krommen. Want dan vergeten ze dat er, met mij, duizenden mensen zijn die dat al járen doen. Maar dat er, dankzij de geweldige PR van deze stichting, nu veel meer maatschappelijke aandacht en is voor onder andere ‘mijn’ kinderen, zal ik niet ontkennen.
Niettemin hadden de twee meisjes uit mijn groep vorige week een onvergetelijke dag. Enthousiast vertelden ze na afloop over hun avonturen. Ze waren in de studio van RTL Late Night geweest en hadden BN’ers gezien zoals Johnny de Mol en Angela Schijf. (‘Maar ja, die kenden we natuurlijk allang, want die hadden we vorige week al ontmoet.’)
Ze waren geïnterviewd. Ze waren op de foto geweest met Milouska van het Jeugdjournaal. En ze hadden buiten gespeeld. Althans, de oudste van de twee. De jongste werd geïnterviewd omdat zij gevolgd werd door een documentairemaakster. Dit vertelde ze enerzijds grappig, anderzijds beledigd, omdat ze het allerliefst ook een half uurtje gespeeld had.
Dat ze als doel hadden gezinshuizen (een kruising tussen een leefgroep en een pleeggezin) te promoten, leken ze, logischerwijs, even te zijn vergeten. Als ik ernaar vraag, geven beiden toe dat ze het een hele leuke dag vonden. En dat ze helemaal niet zenuwachtig waren. Tot het moment dat ze aan tafel zaten en de talkshow begon. Spontaan vergaten ze ‘hun vraag’ of er niet meer gezinshuizen konden komen, omdat zij zich daar prettiger voelen dan in een leefgroep. Maar met een beetje hulp van Johnny de Mol kwam de vraag uiteindelijk toch boven tafel.
‘Maar toen gingen ze discussiëren over van alles en nog wat, wat ik niet kon volgen. En toen was het klaar.’ De zeventienjarige moet er zelf ook om lachen. Dit was niet de verrassing waar ze het vorige week over had. ‘Maar,’ vervolgt ze, ‘de conclusie van het hele verhaal: het antwoord was ja en daar gaat het om!’
‘En nu weet ik zeker dat je gaat vragen of de dag een beetje was zoals ik verwachtte. Nou, eigenlijk wel. Alleen de tafel was hoger dan ik gedacht had, op de rest waren we al voorbereid.’
Op mijn vraag of ze, als ze nog eens gevraagd zouden worden, weer mee zouden doen met zo’n traject, antwoordt de jongste stellig: ‘Nou, voorlopig niet, want nu wil ik eerst even rust!’
En als ik vraag wat ze het leukste moment van de dag vonden, antwoorden ze allebei zonder aarzelen: ‘Het eten!’
Alle cliëntnamen zijn gefingeerd.
Roselinde van Berkel is pedagogisch medewerker bij TriviumLindenhof, een jeugdzorginstelling in Zuid-Holland. Ze is auteur van het boek Sannah! en schrijft voor Sargasso over de jeugdzorgpraktijk van binnenuit.
Reacties (1)
Hieruit blijkt maar weer:
De enige Mol die je hedentendage bovengronds kunt vertrouwen is de “muziek-mol” ♭ en Momfer uit de fabeltjeskrant ;-)