Tot voor kort was er geen Nederlandse vertaling van het Duitse Nibelungenlied, het middeleeuwse heldendicht waarover ik hiervoor al blogde en dat ik nu bekend veronderstel. De enige leverbare tekst was die van Jan de Vriesuit de jaren vijftig, waarvan, als ik het wel heb, in het hele land maar één exemplaar uitleenbaar was (in de Koninklijke Bibliotheek).
Ik hield eerlijk gezegd wel van die vertaling. Het is immers de versie waarin ik het gedicht leerde kennen, zodat ze vertrouwd aanvoelt. Zelfs waar – of juist doordat – De Vries de in onze taal gebruikelijke woordvolgorde geweld aan deed, behield de tekst iets archaïsch en poëtisch.
In de strijd zich mengde de sterke held Gernôt:
hij sloeg van de Hunnen vele ridders dood
met het scherpe wapen, dat hem gaf Ruedegêr.
Hij stelde zich zeer grimmig tegen Etzels mannen daar te weer.
In de nieuwe vertaling van Jaap van Vredendaal klinkt het iets natuurlijker:
De sterke Gernoot zocht de strijd nu ook.
Hij sloeg heel wat helden van de Hunnen dood
met het scherpe zwaard dat Rudegeer had gegeven.
Etzels krijgers werden vreselijk in het nauw gedreven.
Het is een mooie tekst, die ik in één dag heb uitgelezen en waaraan ik veel plezier heb beleefd. Het goede van dit boek is dat het de woorden niet neergooit als “hier is de vertaling en daarmee moet u het doen”, maar ze uitgebreid inleidt en becommentarieert. Nu worden de meeste vertalingen van antieke en middeleeuwse teksten wel ingeleid, maar naar mijn smaak gebeurt dat bijna steeds te summier. Van Vredendaals boek bevat een inleiding van achtentwintig bladzijden, een annotatie bij de vertaling, een nawoord over de historische ontwikkeling van het epos, een verantwoording van de vertaling, een woordenlijst, een namenlijst, een bibliografie en illustraties die iets toevoegen. Het kan dus ook wel goed.
Even verderop citeert hij een opmerking van August Wilhelm Schlegel, dat het Nibelungenlied de Ilias wel eens in verbeeldingskracht zou kunnen overtreffen. Daarover kun je uiteraard van mening verschillen, maar het citaat dwingt ons na te denken over de waarde van literatuur. Ik voor mij kan er een eind in mee gaan: ik kan persoonlijk niet zo veel met Achilles’ heldenethiek en hoop nooit als Odysseus thuis te komen, terwijl ik wel iets denk te begrijpen van de trouw van een Hagen en de dilemma’s van Rudiger. Maar dat is een kwestie van smaak.
Ondertussen is natuurlijk de vraag of het ook een goede vertaling is. Dat kan ik niet beoordelen, want van het Middelhoogduits begrijp ik niet veel. Dit zijn de bikkelharde slotverzen:
Div vil michel ere was gelegen tot.
Di livte heten alle iamer vnde not.
Mit leide was verendet des kvenges hohgezit,
Als ie div liebe leide zaller ivngeste git.
Hieronder de weergave door De Vries en van Van Vredendaal, die mij treft als veel natuurlijker en een stuk makkelijker leest.
De bloem van alle ridders lag daar helaas nu dood;
alle mensen hadden daarom smart en nood.
In leed was nu geëindigd des koning Etzels feest,
zoals steeds leed van liefde het bittere einde is geweest.***
De luister van weleer was met de doden heen.
Alle mensen treurden met weeklagen en geween.
Het koningsfeest was geëindigd in droefenis,
zoals uiteindelijk altijd leed het loon van liefde is.
Ik ben, kortom, erg blij met mijn aanschaf.
Reacties (2)
… zoals uiteindelijk altijd leed het loon van liefde is.
Ik twijfel, Bedenken will ich’s: wer weiss, was ich tu!
Wel Suske en Wiske citeren en Wagner achterwege laten ?)
Maar aardig te weten dat er een nieuwe vertaling is, en dat de cruciale plek van het Nibelungenlied tevens de plek van het einde van de investituurstrijd is, is een leuk nieuw weetje.
In een verzamelde serie Nederlandse sprookjes staat een volledige orginele Nederlandse versie van het verhaal. Informeer eens bij Tjaard de Haan