ja: niet dus. De buitenbaan heeft nog steeds een nadeel: het 95% betrouwbaarheidsinterval ligt nu tussen -0.008 en + 0.032 seconde. Die eerste is misschien verwaarloosbaar, maar op de 500m worden vrij regelmatig verschillen van maar een paar honderdsten genoteerd.
Dus het vershil is dus misschien afgenomen, maar nog steeds niet verwaarloosbaar klein. Bovendien ligt het nog aan dezelfde kant: als het voordeel omgeklapt was, of symetrisch rond nul was, dan was er iets om ons over achter onze oren te krabben.
Daarnaast: kan het ook niet te maken hebben met professionalisering van -en specialisering binnen de schaatssport te maken hebben of dat er meer shorttrackers mee doen? Ik bedoel: kunnen schaatsers tegenwoordig niet vanwege andere redenen de bocht beter houden? De klapschaats heeft het alleen maar harder doen gaan (=moeilijker om de bocht te houden).
Kortom: leuk zo’n statisch onderzoek, maar het verklaart nog niks.
#2
Bismarck
@1: Maar het zegt wel iets. Namelijk dat er geen significant tijdsverschil tussen binnen- en buitenbaan is aangetoond. Dat betekent dat in werkelijkheid (buiten de steekproef waar dit interval uit is berekend) het verschil wel degelijk 0 kan zijn. Er is ook best een verklaring voor te bedenken: Door de hogere snelheden wordt de windschaduw groter, waardoor gemiddeld genomen degene in de binnenbocht minder luchtweerstand heeft op de kruising dan bij lagere snelheden (waar luchtweerstand bovendien een kleinere rol speelt).
Overigens ligt het steekproefgemiddelde in het voordeel van de buitenbaan, niet in het nadeel, maar ik neem aan dat je dat ook bedoelde?
Reacties (2)
ja: niet dus. De buitenbaan heeft nog steeds een nadeel: het 95% betrouwbaarheidsinterval ligt nu tussen -0.008 en + 0.032 seconde. Die eerste is misschien verwaarloosbaar, maar op de 500m worden vrij regelmatig verschillen van maar een paar honderdsten genoteerd.
Dus het vershil is dus misschien afgenomen, maar nog steeds niet verwaarloosbaar klein. Bovendien ligt het nog aan dezelfde kant: als het voordeel omgeklapt was, of symetrisch rond nul was, dan was er iets om ons over achter onze oren te krabben.
Daarnaast: kan het ook niet te maken hebben met professionalisering van -en specialisering binnen de schaatssport te maken hebben of dat er meer shorttrackers mee doen? Ik bedoel: kunnen schaatsers tegenwoordig niet vanwege andere redenen de bocht beter houden? De klapschaats heeft het alleen maar harder doen gaan (=moeilijker om de bocht te houden).
Kortom: leuk zo’n statisch onderzoek, maar het verklaart nog niks.
@1: Maar het zegt wel iets. Namelijk dat er geen significant tijdsverschil tussen binnen- en buitenbaan is aangetoond. Dat betekent dat in werkelijkheid (buiten de steekproef waar dit interval uit is berekend) het verschil wel degelijk 0 kan zijn. Er is ook best een verklaring voor te bedenken: Door de hogere snelheden wordt de windschaduw groter, waardoor gemiddeld genomen degene in de binnenbocht minder luchtweerstand heeft op de kruising dan bij lagere snelheden (waar luchtweerstand bovendien een kleinere rol speelt).
Overigens ligt het steekproefgemiddelde in het voordeel van de buitenbaan, niet in het nadeel, maar ik neem aan dat je dat ook bedoelde?