“In een coalitie kun je niet samenwerken zonder compromissen. De bereidheid om die te sluiten vind ik een teken van kracht. [?]
Het hart van onze parlementaire democratie is op compromisbereidheid gestoeld. Ik zie dat dat in het ongerede aan het raken is. Zorgelijk, vind ik dat. Als je een compromis sluit, wordt dat niet meer als teken van politieke beschaving gezien maar als slapheid, als draaien. Als dát beeld gaat beklijven, dat elke keer als je niet waarmaakt wat er in je verkiezingsprogramma staat gelijk is aan het breken van een belofte aan de kiezer, dan steek je echt het mes in het hart van de parlementaire democratie.?
Aldus vice-premier Bos in een vraaggesprek met het nrc.
Weekendvraag: Heeft minister Bos gelijk en zijn dit zorgelijke ontwikkelingen óf probeert hij middels dit vraaggesprek ?zijn gedraai? goed te praten?
Reacties (8)
Volgens mij vergeet Wouter dat sommige onderwerpen “compromisbaarder” zijn dan andere.
Dagelijks wordt er op honderden vlakken water bij de wijn gedaan en er is geen haan die daar naar kraait.
Dan moet je niet zeiken dat Nederland gaat morren als je één van je kroonjuwelen (referendum) kapotpoldert.
Dus: optie twee.
Als de PvdA dit werkelijk vindt, waarom legt het dan niet beter uit waarom er compromissen gesloten worden op het moment van coalitievorming? En waarom werd niet gewoon toegegeven dat het veranderde standpunt over het EU-referendum een compromis was om het ontslagrecht te redden? Geen onderzoek naar de oorlog in Irak, waarom?
Als er een partij is die juist moeilijk doet over het toegeven/-lichten van compromissen is het de PvdA wel.
Ik heb geen liefde voor de PvdA, maar ik vraag me wel eens af waarom het vooral de “draai bewegingen” van de PvdA zijn die het nieuws halen. En niet die van de CU en CDA. Ik neem aan dat die ook concessies hebben moeten doen. Misschien heeft dat toch wel iets van doen met waarop en waarover je concessies doet.
Natuurlijk is een partij als het CDA ook gewoon geslepener, minder concreet beloven betekend minder lijken in te leveren.
@Abhorsen: dat CDA en CU meer gespaard worden ligt eraan dat die partijen niet schreeuwend de verkiezingen ingingen. De PvdA’ers hebben nu juist standpunten naar de prullenbak verwezen waar ze campagne mee voerden en waarvan ze vooraf zeiden dat er niet aan getornd zou worden. Wat mij betreft roep je het dan over jezelf uit, of Wouter Bos nou gelijk heeft of niet.
de PvdA heeft er meer last van als ze draaien omdat ze hun standpunten altjd onderstrepen met een vlaag morele superioriteit (eerlijker, solidair, delen, dit niet doen is asociaal etc). Van principes afstappen is altijd pijnlijker dan van iets afstappen dat je gewoon een goed idee vond.
Het andere probleem is dat de compromissen die deze coalitie heeft gesloten, allemaal negatieve compromissen zijn. Wij dit niet, dan jij dat niet, i.p.v positieve; jij krijgt dit, en wij krijgen dat.
Woningmarkt is tekenend, huurliberalisatie taboe, dan hypotheekrenteaftrek ook, terwijl iedereen begrijpt dat de sleutel zit in het integraal oplossen van de perverse prikkels (zie advies VROM-raad).
Laatste probleem voor de PvdA: het punt waar ze zich op willen profileren de komende jaren is de probleemwijken. Maar alle deskundigen zeggen dat je sociale problemen niet gaat oplossen met het verherklussen van huizen (plus dat de woningmarkt op slot blijft, zie boven, dus dat werkt ook al tegen), er is tot nu alleen maar geruzied met corporaties en de verantwoordelijk minister komt geregeld onhandig in het nieuws.
Kortom hun grote idee is 3 miljard investeren in plannen die nog volstrekt onduidelijk zijn, worden weggezet als ouderwets welzijns- en maakbaarheidsgeneuzel, waarschijnlijk nauwelijks effect gaan hebben en tot nog toe alleen maar gerommel hebben opgeleverd.
Vanochtend was weer eens iemand van het CDA te horen die haar invulling van democratie gaf. Een directe democratie bestaat niet. Dat klopt, immers de kiezer heeft slechts invloed op het aantal zetels van een partij die aan de verkiezingen meedoet, mits die partij minimaal de kiesdrempel haalt. Derhalve is er in Nederland sprake van een parlementaire democratie, waarbij de wil van het volk wordt behartigd door de gekozen parlementsleden, een representatieve democratie dus.
Nu komt echter de tegenvaller. Want zelfs die op afstand gezette democratie bestaat maar heel ten dele, immers voor de vorming van een regering zijn meerdere partijen nodig. Om te zorgen dat die regering zo lang mogelijk in het zadel blijft wordt een regeeraccoord gesloten. Dat regeeraccoord zorgt ervoor dat het parlement grotendeels onmondig wordt gemaakt voor de komende 4 jaar. En weg is de parlementaire democratie. Als je de debatten in de Tweede Kamer volgt is dat goed te zien. Oppositie en soms zelfs regeringspartijen, moeten tegen de wind in pissen en iedereen weet dat je dan niet ver komt.
Zo kan nu een minderheid (CDA) een onderzoek naar de gang van zaken rond Irak blokkeren en kan een minderheid (CDA) een referendum inzake de EU blokkeren, evenals… zie verder het regeeraccoord. In het verleden zijn op deze manier al vele deals gedaan. Elke keer weer stond de democratie in de hoek en de kiezer erbij.
Ook het argument dat de kiezer na 4 jaar kan laten weten hoe het verder moet is een fopspeen, immers vaak is niks meer terug te draaien, of de winnaar wordt eenvoudig door een paar verliezers buiten spel gezet bij de coalitiebesprekingen om tot een nieuwe regering te komen en verandert er helemaal niks. Balkenende was niet voor niks zo blij als een klein kind dat het CDA, met verlies, toch weer de grootste partij werd. Er geldt slechts één regel: hoe dan ook aan de macht blijven. Met democratie heeft het allemaal niks te maken, verkiezingen zijn alleen maar lastig, maar houden wel de facade op dat Nederland een democratie lijkt.
De compromissen zijn niet alleen het gevolg van de zeer indirecte invloed en de coalitievorming.
Coalitievorming is niks mee omdat we zeer pluriforme samenleving hebben.
Het stemmen op personen die aan partijen gebonden zijn kan wel problematische compromissen tot gevolg hebben, inclusief de kritiek op vermeende draaikonterij.
Ik heb, ook hier, al eens voorgesteld dat het bij verkiezingen niet om personen, maar om issues moet gaan. Een onderzoek naar de Irak-kwestie is zo’n issue. De kiezers stemmen voor of tegen.
Er zijn natuurlijk meerdere issues en de verkiesbare personen die het meest bij de totale stemuitslag passen, komen in de regering.
Je krijgt dan altijd een coalitie, omdat ook binnen de partijen nuances bestaan. De kiezers bepalen gezamenlijk zo een “compromisloze lappendeken” van standpunten waar de regering mee aan de slag moet.
De kiezers zijn uitgeteld als ze hebben gekozen. Partijen bepalen wat ze opofferen en met wie ze gaan regeren. Dat gaat geheel buiten de kiezer om.
Op issues stemmen lukt ook maar heel gedeeltelijk, immers die worden hoogstens eenmaal per 4 jaar voorgelegd.
Eigenlijk wordt de schijn van democratie na elke verkiezing, behoudens dan de situatie dat 1 partij de meerderheid heeft, ten grave gedragen. Zie het resultaat van wat er nu zit. Ook leuk de verdeding van Balkenende: ‘Geloof me nou, het verdrag is goed en er is recht gedaan aan het resultaat van het referendum…’ (hij vergeet natuurlijk dat een dikke 60% tegen was, terwijl de regering en parlement toen voor 90% voor waren). ‘Het is goed dat de bevolking toen tegen heeft gestemd, want wij waren sukkels en zaten als gewoonlijk niet op te letten… en nu hebben we het op de rails gezet en hoeven we de kiezers er niet opnieuw mee lastig te vallen, geloof me nou….’