Participeren kan ook met een basisinkomen

n het debat over de toekomst van het socialezekerheidsstelsel ligt de nadruk op betaald werk. Maar wat als je participatie breder definieert? Dan komt een basisinkomen als serieus alternatief in beeld. Docent-onderzoeker Barbara Brink bepleit een fundamenteel gesprek over nut en effect. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) roept in een recent rapport, Sociale en culturele ontwikkelingen 2025op om de achterliggende waarden van beleidskeuzes expliciet te maken. Zo kan zichtbaar worden wat de samenleving belangrijk vindt. Laten we dat bijvoorbeeld doen voor de rol van betaald werk in de discussie over het socialezekerheidsstelsel. De opstellers van het CPB-rapport Kiezen voor later vragen zich af of een basisinkomen een oplossing kan bieden voor de tekortkomingen van het bestaande socialezekerheidsstelsel. Zij concluderen van niet, en noemen als grootste bezwaar dat een basisinkomen de prikkel tot betaald werk vermindert. Maar klopt dit argument wel? En welke waarden zijn hierbij doorslaggevend? Bezwaar Het CPB verwijst naar een Amerikaanse studie waarin aangetoond zou worden dat een basisinkomen de arbeidsdeelname verlaagt. Een basisinkomen staat niet haaks op de bereidheid om te werken> Opvallend genoeg laat het CPB daarbij belangrijke nuances buiten beschouwing van bijvoorbeeld Fins onderzoek. Dat laatste laat zien dat ontvangers van een basisinkomen optimistischer zijn over hun toekomst en meer vertrouwen hebben in hun kansen op de arbeidsmarkt. Leids onderzoek concludeert bovendien dat een basisinkomen mensen in staat stelt om werk te vinden dat zij als betekenisvol ervaren. Een basisinkomen staat dus niet haaks op de bereidheid om te werken. Wat daarbij vaak onderbelicht blijft, is dat het huidige socialezekerheidsstelsel ook niet voor iedereen een prikkel tot arbeid bevat. In de bijstand geldt het ‘huishoudinkomenprincipe’: als één partner werkt en voldoende verdient, heeft de ander geen recht op een uitkering. Hierdoor worden werkloze partners niet individueel aangespoord om hun talenten en vaardigheden in te zetten op de arbeidsmarkt. Veel potentieel blijft onbenut, simpelweg omdat de structuur van het stelsel actieve deelname onvoldoende stimuleert. Een overstap naar individuele bijstandsrechten of een basisinkomen zou deze dynamiek kunnen doorbreken en bijdragen aan een systeem waarin iedereen wordt aangespoord en gefaciliteerd om deel te nemen, ongeacht hun gezinssituatie. Moet een socialezekerheidsstelsel primair gericht zijn op het zo snel mogelijk vinden van betaald werk? Onderzoeken naar het basisinkomen roepen ook een andere vraag op: moet een socialezekerheidsstelsel primair gericht zijn op het zo snel mogelijk vinden van betaald werk, of gaat het ook om het vinden van passend of betekenisvol werk? Het SCP benadrukt in een ander rapport, over de bijstand, dat een socialezekerheidsstelsel dat bijstandsgerechtigden ondersteunt in het vinden van passend werk tevens bijdraagt aan een beter leven van betrokkenen. Dus wat als het stelsel ruimte creëert om mensen te begeleiden naar werk dat bij hun talenten en vaardigheden past, levert dat niet een veel duurzamere oplossing op, voor zowel het individu als de samenleving? Eenzijdig De Bijstand als onderdeel van de Participatiewet is erop gericht mensen te laten uitstromen naar betaald werk. Dit uitgangspunt bepaalt niet alleen de voorwaarden voor bijstandsverlening, maar ook de wijze waarop participatie wordt gewaardeerd. Het stelsel erkent maatschappelijke bijdragen zoals mantelzorg, vrijwilligerswerk en zorgtaken nauwelijks als volwaardige vormen van participatie, ondanks hun belang voor de samenleving. Een basisinkomen kan bijdragen aan de erkenning van alle vormen van maatschappelijke participatie Het SCP merkt op dat de eenzijdige focus op betaald werk ten koste gaat van maatschappelijke betrokkenheid op andere terreinen. Evelien Tonkens, de Utrechtse hoogleraar Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector, wees in 2013 al op de noodzaak om participatie breder te definiëren dan alleen betaald werk. Pas de laatste twee jaar wordt participatie breder gedefinieerd. Dit is onder anderen zichtbaar in de Participatiewet in balans. In die wet, ingediend door de toenmalige minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen Carola Schouten, wordt participatie niet uitsluitend opgevat als het verrichten van betaalde arbeid, maar breder gedefinieerd als vertoon van maatschappelijke betrokkenheid. Betekenisvol Een basisinkomen kan bijdragen aan de erkenning van alle vormen van maatschappelijke participatie. In reactie op de eerdergenoemde Amerikaanse studie naar de effecten van de invoering van een basisinkomen zegt columnist en podcastmaker Simon van Teutem dat de vastgestelde afname van arbeidsparticipatie voornamelijk plaatsvond onder deelnemers met kinderen. Het betrof met andere woorden een groep die betaalde arbeid inwisselde voor informele zorg. Is dat problematisch? Voor Van Teutem niet, voor hem is dat effect eerder reden om te concluderen dat een basisinkomen inderdaad andere vormen van participatie mogelijk kan maken. Bij elke keuze om het stelsel te verbeteren, zal er sprake zijn van een afruil Samengevat lijkt het verstrekken van een basisinkomen mensen in staat te stellen om een bij hen passende en betekenisvolle bijdrage aan de samenleving te bieden. Er is geen bewijs voor het argument van de tegenstanders dat een basisinkomen ertoe leidt dat mensen lui achterover gaan hangen. Het tegendeel is eerder waar. Fundamenteel Vragen over de financiering van en het politieke draagvlak voor het basisinkomen zijn terecht. Maar zoals de Commissie Sociaal Minimum aangeeft: bij elke keuze om het stelsel te verbeteren, zal er sprake zijn van een afruil. Om die afruil goed in kaart te brengen, moeten we het gesprek echter niet meteen afkappen. Voor het goede functioneren van het socialezekerheidsstelsel en van de samenleving als geheel moeten we een fundamenteel gesprek voeren over de waarde van participatie. Alleen dan kunnen we bewuste keuzes maken. Willen we een samenleving waarin iedereen naar vermogen kan participeren? En zo ja, hoe meten we participatie: in geld of ook in maatschappelijke waarde? De keuze moet hoe dan ook expliciet zijn, zodat we onze samenleving en het socialezekerheidsstelsel erop kunnen aanpassen. Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Barbara Brink is docent en onderzoeker socialezekerheidsbeleid Rijksuniversiteit Groningen

Door: Foto: RDNE Stock Project via Pexels.com.

Closing Time | People Say

Janette King is een alternatieve R&B performer met een Caribische achtergrond uit Montreal, Canada. Ze stond al op Montreal Jazz Fest, Ottawa Blues Fest en Noise Pop.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Alisdare Hickson (cc)

Mensenrechtenverdedigers contra autocraten

Kenneth Roth was van 1993 tot 2022 directeur van Human Rights Watch. Hij schreef over zijn ervaringen het boek Righting Wrongs: Three Decades on the Front Lines Battling Abusive Governments. Hij wil daarmee laten zien dat organisaties die opkomen voor mensenrechten wel degelijk effectief kunnen zijn.  ‘Ik denk dat de wereld er een stuk slechter voor zou staan als de mensenrechtenbeweging er niet zou zijn,’ zegt hij in een interview met Wordt Vervolgd van de collega’s van Amnesty International.

Human Rights Watch werd in 1988 opgericht en richt zich voornamelijk op onderzoek naar mensenrechtenschendingen, druk uitoefenen via de media en lobbywerk. Met zijn onderzoeksrapporten probeert HRW regeringen tot actie aan te zetten tegen landen die mensenrechten schenden en oorlogsmisdaden plegen. Roth: ‘Human Rights Watch kreeg in 1997 de Nobelprijs voor de Vrede voor het verdrag om landmijnen te verbieden. En we stonden aan de basis van de verdragen om clustermunitie en kindsoldaten te verbieden. We speelden ook een centrale rol in de oprichting van het Internationaal Strafhof in Den Haag.’

Roth toont zich ook in een interview met de NRC niet pessimistisch over de internationale rechtsorde. Ondanks de toename van het aantal autocraten dat aan de macht is gekomen. ‘Er is altijd een invalshoek om leiders ergens op aan te spreken. Hoe vreselijk de despoot of de dictator ook is, er is altijd iets waar ze om geven, hun reputatie, internationale erkenning, er is altijd wel iets.’ Hij geeft het voorbeeld van de gevoeligheid van Trump voor zijn reputatie als dealmaker. Als Trump ervan overtuigd kan worden dat bijvoorbeeld het gebruik van Oeigoerse dwangarbeid in China een niet-competitieve handelspraktijk is, een manier om arbeidskosten te verlagen, dan kan hij deze zeer ernstige mensenrechtenschending misschien aanpakken. 

Foto: Martijn Beekman - Het kabinet-Schoof in de Trêveszaal voorafgaand aan de ministerraad., via Tweede Kamer.

Eenheid van beleid: een grondwettelijke verplichting

ANALYSE - van van Prof.Dr. Joop van den Berg

Dat ministers lid zijn van de ministerraad en dus met één mond dienen te spreken, is sinds 1983 een grondwettelijk vereiste. In grondwetsartikel 45 staat immers: “De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid”. Maar, dit ‘homogeniteitsbeginsel’ is al veel ouder. Het werd voor het eerst vastgelegd in artikel 13 van het Reglement van orde voor de ministerraad (RVOMR) uit 1850. Daarin stond: “Geen lid zal tegen (een) besluit der meerderheid mogen handelen. Indien een lid het besluit in strijd acht met zijn verantwoordelijkheid, verwittigt hij hiervan den Raad, opdat deze overwege, wat te doen zij”.

Behalve de negentiende-eeuwse formulering is er aan dat homogeniteitsartikel door de jaren heen weinig veranderd. In het huidige RVOMR staat immers in art. 12: “1. Indien een minister een besluit in strijd acht met zijn verantwoordelijkheid, geeft hij daarvan kennis aan de raad. 2. In geen geval handelt een minister of staatssecretaris tegen een besluit van de raad”.

De formulering is vrijwel identiek, de betekenis is sinds 1850 wel veranderd.

Thorbecke formuleerde art. 13 om duidelijk te maken dat de ministers voortaan bij meerderheid van stemmen zouden besluiten en als raad zouden optreden tegenover de Koning, die slechts kon tekenen of niet tekenen. Dat week af van wat tot dan toe gebruikelijk was. Tot 1850 immers leverden de ministers individueel hun oordeel bij de Koning in, zodat deze vrijelijk zou kunnen kiezen voor wat hem het beste leek. Thorbecke maakte daar een einde aan en verplaatste zodoende het zwaartepunt van de politieke besluitvorming van de Koning naar de verantwoordelijke ministers. De voorgeschreven eenheid was zijns inziens een rechtstreeks gevolg van de introductie (in 1848) van de politieke ministeriële verantwoordelijkheid.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Chris Allen -Graffiti street art on Exe Bridge North". license cc by-sa 2.0.

Is de magie uitgewerkt?

COLUMN - Ook wat zorgelijk is, kan interessant zijn. Wat er nu allemaal met de wetenschap gebeurt, stemt tot vrees, jazeker, en tot ontevredenheid. Maar zeker ook tot nadenken.

De essayist en hoogleraar Slavische letterkunde Karel van het Reve (1921-1999) heeft eens geschreven over het wonderlijke feit dat mensen die nooit naar het Concertgebouw gingen bereid waren om toch mee te betalen aan het Concertgebouw. We kunnen constateren dat aan dit wonder langzamerhand een einde komt: een heel grote groep mensen is steeds minder bereid te betalen voor kunst en cultuur. Laten die linkse lui met hun grijze haar in een scheiding en koninklijke onderscheidingen op hun revers dat allemaal zelf maar betalen!

De wetenschap en vooral het hoger onderwijs waren lange tijd uitzonderingen op die regel. Ik denk dat dit er minstens deels mee te maken heeft dat heel veel mensen hun kinderen of kleinkinderen graag een hogere opleiding gunnen – daar kun je immers een goede baan mee krijgen.

Maar aan dat idee komt nu langzamerhand ook een eind. Niet alleen zie je dat aan de vrij moeiteloze manier waarmee mensen kennelijk aanvaarden dat er afgebroken wordt (de CDA-achterban komt niet in opstand vanwege de harde bezuinigingen waarin hun partij ook meestemt). Maar ook blijkt het aantal studenten dat zich bij de universiteiten inschrijft de laatste jaren af te nemen – en dat kan niet alleen geweten worden aan demografische ontwikkelingen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Closing Time | Enter

Within Temptation kwam hier natuurlijk vaker langs, maar hey – Enter werd gisteren 28 jaar, en dat mag best even gevierd worden. Dat doen we met het titelnummer van hun debuutplaat. Sindsdien is de band heel ver gekomen, maar je hoort hier prima dat het talent er vanaf het allereerste begin al was.

18 Rembrandts nu te zien in H’ART Museum Amsterdam 

Dr. Thomas Kaplan vertelt aan de pers over zijn The Leiden Collection in H'ART Museum © foto Aad Hoogendoorn

Dr. Thomas Kaplan vertelt aan de pers over zijn The Leiden Collection in H’ART Museum © foto Aad Hoogendoorn

NIEUWS - Woensdag 9 april opent in H’ART Museum (het voormalige Museum Hermitage) aan de Amstel de tentoonstelling ‘Van Rembrandt tot Vermeer’. In het kader van de 750ste verjaardag van Amsterdam hebben de Amerikaanse kunstverzamelaars Thomas & Daphne Kaplan 75 werken, inclusief hun hele Rembrandt collectie (The Leiden Collection) tijdelijk naar Amsterdam gestuurd. De stad waar Rembrandt na zijn vertrek uit Leiden in 1630 ging wonen en werken.

Closing Time | Beneath the Remains

Wellicht vragen mensen zich af, na gister en eergister, wat ik dan precies heb tegen genres als groove en nu metal (de vlaggen op de modderschuit, die er ook zeker tussen zitten, niets te na). Dit nummer illustreert het wel een beetje. Dit hadden we. Prachtige, technische, en complexe muziek, waarin lieflijk en rustig wordt afgewisseld met agressief en snel, waarbij de riffs je om de oren vliegen. En de ellende met groove en nu is niet zozeer het feit dat ze bestaan (voor ieder wat wils en ieder zijn ding enzo), maar ze zijn ten koste gegaan van dit! Sepultura is natuurlijk bij uitstek het voorbeeld daarvan, want zij zijn zelf geswitcht van stijl en werden één van de baanbrekers van groove en nu metal (hoewel ze recent weer prima muziek maakten). Maar ook in algemene zin hebben die genres meer traditionele genres als speed, thrash en heavy metal flink naar de marge verdrongen, voor een geruime periode. En dat is natuurlijk wel heel erg jammer.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Volgende