Zelfs als we de spraakverwarring over de vrije wil ontrafelen, zullen we het niet eens worden over haar bestaan en eigenschappen. Dr. Ria van der Lecq bleek gisteren niet al te optimistisch over eensgezindheid rondom de vrije wil. ‘Een eenduidig antwoord zullen we niet aantreffen, omdat er bij verschillende vakgebieden verschillende en conflicterende aannames een rol spelen’, aldus Van der Lecq. Aan filosoof prof. dr. mr. Herman Philipse stelde zij de vraag: ‘Uit de bijdragen van de anderen blijkt dat elke discipline over de vrije wil zijn eigen vragen heeft geformuleerd. Wat houdt dan ‘het verhelderen van DE vraag’ in?’
Volgens Philipse moeten de verschillende gebruiken van de term ‘vrije wil’ en de daarmee samenhangende noties geanalyseerd en verhelderd worden. In deze zin is Philipse het eens met Ria van der Lecq en ook met Thomas Müller. Philipse geeft de volgende invulling aan zijn analyse.
‘In de wijsgerige traditie zijn veel verschillende begrippen van vrije wil ontwikkeld, die allemaal naast elkaar kunnen bestaan en deels aansluiten bij het alledaagse spraakgebruik. Men kan wilsvrijheid bijvoorbeeld begrijpen als een vermogen of dispositie om op grond van goede redenen te kiezen uit verschillende gedragsmogelijkheden. In deze betekenis is de ene mens vrijer dan de andere en er zijn altijd beperkingen van vrijheid. Neurowetenschap kan een bijdrage leveren aan het verklaren van deze verschillen. Ze zal echter nooit kunnen ontdekken dat wilsvrijheid in de zin van dit vermogen in het geheel niet bestaat, want het is een empirisch feit dat mensen het in verschillende mate bezitten.
Ook vrije wil in de iets andere betekenis van een vermogen anders te handelen dan men deed is een empirisch constateerbare eigenschap die bij de ene mens in grotere mate aanwezig is dan bij de andere. Dit is althans het geval wanneer men het vermogen begrijpt als een algemene capaciteit om anders te handelen in vergelijkbare situaties.
Een derde begrip van de vrije wil is de Cartesiaanse notie dat een wilsbesluit pas dan geheel vrij is indien het op geen enkele wijze causaal is beïnvloed. Dan rijst de vraag hoe dergelijke zielsactiviteiten causaal kunnen inwerken op onze hersenen zonder de behoudswetten te schenden die gelden voor materiële systemen.’
Hiermee geeft Philipse antwoord op Van der Lecqs waar het verhelderen van DE vraag in bestaat. Philipse concludeert: ‘De algemene les van deze uiterst onvolledige opmerkingen is dat het antwoord op de vraag of neurowetenschappelijk onderzoek het bestaan van de vrije wil kan uitsluiten geheel afhangt van het specifieke begrip van vrije wil dat men hanteert. Sommige begrippen van vrije wil zijn bijvoorbeeld compatibel met hersendeterminisme en andere niet.’
Een wetenschapstheoretische analyse
Volgens Philipse is er echter meer te doen voor filosofen dan begripsanalyse. Een stukje wetenschapstheoretische analyse hoort er ook nog bij.
‘We beantwoorden de vraag “waarom deed je dat” meestal door het geven van redenen. Hoe verhoudt zich nu het verklaren of motiveren van handelingen door het geven van redenen tot het verklaren van lichaamsbewegingen door het opsporen van hersen-oorzaken? Omdat de logica van deze verschillende verklaringswijzen verschillend is, is het weinig plausibel dat de eerste gereduceerd kan worden tot de tweede. Hersenonderzoek zal daarom niets kunnen bijdragen tot het verklaren van handelingen in termen van redenen.
Nu betoogt Victor Lamme echter in zijn populaire boek De vrije wil bestaat niet (2010) dat onze alledaagse visie volgens welke veel van ons handelen berust op een vrije keuze die gemotiveerd is door redenen “een regelrechte vergissing” is. De wetenschapsfilosoof zal op dit punt onderzoeken hoe waarschijnlijk het empirische materiaal dat Lamme aandraagt deze verregaande conclusie maakt. Bovendien raakt Lamme in de problemen door te beweren dat alle redenen slechts ‘rationalisaties achteraf’ zijn. Als dat zo is, dan zou Lamme moeten concluderen dat de redenen die Lamme geeft voor zijn conclusie zelf rationalisaties zijn. Hij raakt in een paradox verzeild. Waarom zou men zijn conclusie dat alle redenen rationalisaties zijn, geloven, indien de redenen voor die conclusie niets meer zijn dan rationalisaties?’
Morgen
Frans Verstraten zal zich morgen in de discussie mengen. Hij beantwoordt onder andere de vraag die Herman Philipse aan hem stelt: ‘Ben je het als psycholoog eens met Victor Lamme en Dick Swaab dat de menselijke vrije wil niet meer is dan een “plezierige illusie” (overigens is Swaab iets genuanceerder dan Lamme op dit punt)?’
* Dit artikel is een samengevatte versie. In april verschijnt een bundel met alle volledige reacties.
Reacties (39)
Als de tegenstanders van het begrip (!) “vrije wil” nou eens zouden uitleggen waarvan de menselijke wil niet vrij zou zijn, oftewel, waardoor precies de menselijke wil in alle gevallen en onontkoombaar zou worden ingeperkt, dan zouden de voorstanders van dat begrip tenminste nog in de gelegenheid zijn om tegenvoorbeelden te bedenken. Maar nu wordt aan de voorstanders deze mogelijkheid zelfs onthouden.
Hier spreekt de houding van de geboren reaguurder, iemand zonder vrije wil: jij wacht om tegenvoorbeelden te kunnen geven!
Kun je niet gewoon zelf beginnen met voorbeelden te bedenken? Of kun jij alleen maar denken door ergens tegen aan te trappen?
Dat zou weinig zin hebben. De (onuitgesproken) claim van de tegenstanders is immers dat er iets zou zijn dat de menselijke wil in alle gevallen en onontkoombaar zou inperken. Als ik een voorbeeld zou geven van dingen die volgens mij met vrije wil te maken hebben, dan weet ik wel wat er gaat gebeuren, dan krijg ik namelijk met niet-algemene en ad-hoc argumenten te maken waarom dat ene specifieke voorbeeld niet zou werken.
Probeer het eens.
Zie nr 6.
Simpel. De wil (of: de geest) is niet vrij van het lichaam, inclusief de hersenen.
Anders gezegd: je kan niet zomaar willen wat je wil. Je wil wordt gevormd door je biologische aanleg en ervaringen.
En als het onderwerp van die wil nou eens niets te maken heeft met enige lichamelijkheid, als het bijvoorbeeld zou gaan om de vraag welke interpretatie van, ik zeg maar wat, religie het best zou zijn om deze of gene religie af te wijzen dan wel aan te gaan hangen?
Hier komt dan nog bij dat jij impliciet vooronderstelt dat die aanleg en ervaringen (volledig) kenbaar zouden zijn, anders heeft dat wat jij zegt weinig betekenis. Maar op die kenbaarheid is nogal wat aan te merken, dacht ik zo…
Ik ken werkelijk niemand die een vrije keuze heeft gemaakt voor de één of andere religie (of automobiel…). Men “kiest” eenvoudig waar men zich goed of vertrouwd bij voelt. Eventueel na daar eerst lange tijd op voorbereid te zijn, bijv. door de opvoeding.
Alle factoren die in onze hersenen een keuze beïnvloeden vormen een nogal chaotisch geheel, en zijn natuurlijk niet allemaal kenbaar. Dat hoeft ook niet. Elk van die factoren helpt wel mee je in een bepaalde richting te sturen.
Ben je werkelijk vrij om verliefd te worden op X en niet op Y, wel of niet overtuigd te raken van idee Z, enzovoorts?
Zie je wel, je begint nu al te draaien. In eerste instantie vroeg ik me af of de tegenstanders nou eens zouden willen aangeven: “waardoor precies de menselijke wil in alle gevallen en onontkoombaar zou worden ingeperkt“, en nu zijn we dus al aanbeland bij de stelling dat al het menselijk gedrag veroorzaakt zou worden door “waar men zich goed bij voelt”. Maar afgezien van het feit dat dit antwoord op geen enkele manier nog op te vatten is als een antwoord op de vraag die ik in eerste instantie stelde, is het ook op geen enkele manier nog een wetenschappelijke stelling te noemen (zie ook Popper). Los daarvan verander je mijn voorbeeld tot iets anders. Ik had het over de interpretatievrijheid die er toe zou kunnen leiden om een bepaalde religie, of een bepaalde variant ervan, te accepteren of te verwerpen. Jij maakt er echter iets anders van, een soort conditionering ofzo.
Jouw voorbeeld van verliefd worden overtuigt me niet. Het gaat er niet om dat er voorbeelden gegeven kunnen worden van situaties waarin de vrije wil niet allesbepalend is, het gaat erom dat er situaties kunnen bestaan waar de vrije wil wel een belangrijke rol speelt. Niemand heeft waar dan ook gezegd dat de vrije wil altijd en overal de doorslag zou geven.
Geen antwoord op je vraag? Dan stel je de verkeerde vragen. Je hebt het over “menselijke wil” die wordt “ingeperkt”. Zelf ga ik helemaal niet uit van een soort vrije wil die overal los van staat en die we naar believen kunnen veranderen. Deze versie van de vrije wil kan inderdaad niet worden ingeperkt, want die bestaat niet. We worden wel ingeperkt door onze mogelijkheden, dus daarvan zijn we per definitie niet vrij.
Over de menselijke wil die wordt ingeperkt kan je naar mijn mening net zoveel zinnigs zeggen als over de wil van feeën en kabouters die wordt ingeperkt. Het is een concept uit een sprookjeswereld.
Leg anders eens uit, in positieve termen, wat volgens jou die vrije wil nu eigenlijk precies is, en waarom het zo belangrijk is dat hele volksstammen, als Pavlov-honden, automatisch helemaal overstuur raken als je zegt dat het niet bestaat.
Zolang je je niet expliciteert vrees ik dat we langs elkaar heen zullen praten, voor zover we dat nu niet al doen.
Je hebt het over “interpretatievrijheid die er toe zou kunnen leiden om een bepaalde religie te accepteren of te verwerpen” – ik ontken echter dat je zulke interpretaties los kan zien van de kleur van de bril waar iemand door kijkt. Die kleur wordt bepaald door aanleg en ervaringen. En ervaringen, dat komt inderdaad neer op conditionering.
Terzijde: de beste oplossing voor religieuze interpretatiekwesties is natuurlijk nog steeds atheist worden, maar dat lukt niet iedereen. Mensen die dat niet lukt zijn daar dus niet vrij in. Je kan blijkbaar niet simpelweg besluiten niet langer in God te geloven, die overtuiging moet groeien.
Zozo (@Olav, 13) omdat jij mijn vragen niet leest of begrijpt, en er in ieder geval geen antwoord op geeft, is het allemaal mijn schuld? Je geeft aan dat je “helemaal niet uitgaat van een vrije wil die overal los van staat”. Maar dat heb ik dan ook nergens beweerd he?
Waar ik van uit ga, is dat de menselijke wil bestaat, dat het tenminste een begrip is waarmee je op een redelijke en goede manier je eigen denken kunt organiseren. Vervolgens, dat hoor en zie je overal, rijst de vraag naar de vrije wil. Op dat punt gekomen vraag ik me dan dus af: waar is die wil in godsnaam vrij van dan? Dat is toch iets waar je een duidelijk beeld van moet hebben als de de vrije wil ontkent, zou ik zeggen. Ik zeg echter: de menselijke wil (die bestaat) kan op sommige punten vrij zijn, net zoals de gedachten vrij kunnen zijn, dat is mijn uitgangspunt. (Google eens op “Die Gedanken sind frei“). Nergens heb ik (of iemand anders) beweerd dat de menselijke wil, die bestaat, de overkoepelende eigenschap heeft dattie altijd, in zijn geheel en voor de volle 100% ergens vrij van zou zijn. Dat maak jij ervan. De tegenstanders van de wilsvrijheid weten echter niet duidelijk aan te geven wat de unieke factor is waar de wil aan gebonden zou zijn, altijd en overal, zodat elke vrijheid wordt weggenomen. We krijgen alleen maar vage en onwetenschappelijke praatjes te horen (“onwetenschappelijk” in de zin van Popper).
Jij beweert kennelijk dat de gedachten en/of de menselijke wil nooit ofte nimmer vrij kunnen zijn van… Ja, waarvan eigenlijk? Dat is wat ik me de hele tijd afvraag maar waarop ik geen antwoord krijg. Wat ik wel te horen krijg is dat ik een “geboren reaguurder” ben, en “iemand zonder vrije wil”, dat ik in een sprookjeswereld van “feeën en kabouters” leef, en dat mijn reacties als “Pavlov-reactie” gezien moeten worden.
Jij reduceert de mens tot iemand die slechts de resultante is “van aanleg en ervaringen”. Als je nou alleen maar voor jezelf zou spreken dan is dat nog tot daar aan toe, maar jij spreekt ook en wellicht vooral over anderen. En dat is een zó minimalistisch mensbeeld dat ik er bijna koud van word. Stel je nou eens voor dat de lui in de politiek er net zo over zouden denken als jij, door wie wordt dan bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting nog beschermd? Want de waarde van deze vrijheid is toch slechts een enkel facet, of een afgeleide (of hoe je het maar noemen wilt), van de waarde van de menselijke wilsvrijheid, toch? Maar als de wilsvrijheid niet eens zou bestaan, zoals jij suggereert, dan bestaat het articuleren van die wil in het openbaar debat ook niet. Dan zijn opvattingen en meningen niets meer dan het geblaf van honden en dan hoeven we alleen nog maar uitingen en meningen te beschermen als en omdat en voorzoverre ze van zichzelf waardevol zijn. Maar als we dit vanuit dat nu minimalistisch geworden wereldbeeld van jou moeten gaan bepalen dan kunnen we de vrijheid van meningsuiting ook wel op onze buik schrijven…
Gevormd worden wil niet zeggen volledig gedetermineerd zijn en geen keuze meer kunnen maken. Sterker nog, in sommige opvattingen van de vrije wil (“vermogen of dispositie om te kiezen uit verschillende acties”) zit die beperking al ingebakken. Immers, je beoordeling van een actie hangt af van je ervaring.
En wat J. Morika over kenbaarheid zegt: zonder kennis van de invloed van die vorming op je reactie is er geen determinatie, hooguit een kleine beperking.
Ik denk dat je een tegenvoorbeeld kunt zoeken in hersenspoeling, maar daar valt tegenin te brengen dat dat neerkomt op het ontnemen van iemands vrije wil en dat die er dus a priori wel is.
Ik weet niet wat je denkt dat hersenspoeling betekent, maar ik neem aan dat je doelt op een proces waarin iemand bepaalde overtuigingen krijgt opgedrongen, zodat hij/zij ze als eigen overtuigingen overneemt. Dat heeft volgens mij ook weinig met vrije wil of ontnemen daarvan te maken, maar gewoon alles met conditionering. Mensen zijn nu eenmaal beïnvloedbaar en met een uitgekiende combinatie van straffen en belonen kom je een heel eind.
@1; Vrije wil impliceert een ‘ik’ dat de mogelijkheid heeft om beslissingen te maken over het eigen denken, doen en laten. Maar wat nu als dat ‘ik’ zelf een illusie is, of als dat ‘ik’ wel denkt dat hij zelf beslist of hij bijvoorbeeld zelf gaat koken of een pizza bestelt, maar die keuze in werkelijkheid door de materiële processen in zijn brein bepaald worden nog voordat de geest zich bewust is van de afweging?
Is er dan sprake van een keuzevrijheid / de mogelijkheid om het ene te kiezen en het andere na te laten? Volgens mij niet. De keuzes zijn dan het noodzakelijke resultaat van zuiver fysische processen, niet van een ‘ik’ dat keuzes maakt. Dat ‘ik’ krijgt hooguit de illusie van keuzes en het resultaat daarvan voorgeschoteld, samen met de illusie dat het zelf invloed heeft op die keuzes.
Dus om antwoord te geven op de vraag: “waardoor precies de menselijke wil in alle gevallen en onontkoombaar zou worden ingeperkt”. Wel, als Swaab en Victor Lamme het bij het rechte eind hebben: door het gegeven dat de menselijke ‘wil’ zelf een illusie is, en alle beslissingen die je denkt zelf te nemen, in werkelijkheid bepaald worden door de fysische processen in het brein.
Jij maakt er helemaal een mooie figuur van. Enerzijds heb je het over een werkelijkheid die gevormd wordt door de fysische processen en materiële fenomenen, en anderzijds heb je het over illusies die zich kennelijk aan die fysieke sfeer onttrekken (anders zouden het geen “illusies” zijn, toch?). Maar wat nu als de wil zich juist afspeelt op het terrein van wat jij “illusies” noemt? In dat geval betekent de ontkenning van de vrije wil dat ook deze illusies gebonden zijn aan dezelfde fysieke wetmatigheden die je zelf nou net zo stringent loskoppelde van die illusies!
Waarom onttrekken illusies zich aan de fysieke sfeer? Illusies ontstaan toch in de hersenen, en hersenen bevinden zich duidelijk in de fysieke sfeer.
Welke sfeer is er anders?
Tja, een fata morgana van een oase is ook een illusie, die door fysische processen wordt opgewekt; maar dat betekent niet dat je werkelijk onder de schaduw van haar illusoire palmbomen kan gaan zitten, en je dorst lessen met het illusoire water.
“Maar wat nu als de wil zich juist afspeelt op het terrein van wat jij “illusies” noemt?”
Tja, en wat nu als de beslissingen die Suske en Wiske in hun avonturen nemen, zich afspelen op het terrein van wat jij “het stripverhaal” noemt?
Het is ook altijd hetzelfde liedje. Mensen die het hebben over “vrije wil” proberen op die manier bijna altijd een boven-/buitennatuurlijk iets in de discussie binnen te smokkelen. Ze denken dat als ze je maar zover kunnen krijgen te erkennen dat er een “vrije wil” is, dat je dan ook moet erkennen dat God bestaat (want die heeft je immers die “vrije wil” gegeven, zodat-ie de mensheid kon bestraffen als ze tòch van die verdomde appel zouden eten). Derhalve is het sprookjesboek du jour ook helemaal waar, daar kan niet dan meer aan getwijfeld worden.
Zeg het maar, Morika, als ik ernaast zit.
Nee hoor, je hebt altijd ook nog weer die voorbeschikking.
Ernest, zoals in dat artikel staat is voorbeschikking een religieus begrip. Wat moeten we daarmee?
vrije wil en eigen verantwoordelijkheid gaan moeilijk samen, dit ligt dwars op de ideeën die sommige politieke stromingen hebben /my 2 cents
@020 Het hoort bij de christelijke geloofsleer rondom “vrije wil”. Voor protestantse gelovigen van belang. De zin van vrije wil heeft altijd verband met de beloning van het gedrag door God.
Je zit ernaast, de idee van wilsvrijheid is uitstekend te combineren met een puur atheïstisch wereld- en mensbeeld. Maar als jij argumenten hebt waarvan je meent dat ze boven dit feit uitgaan, dan hoor ik ze graag.
Je draait er omheen, Morika. Ben je nu wel of niet gelovig?
Dat is een laffe reactie Olav (36). Het gaat om het onderwerp. Het onderwerp is het onderwerp, niet de mensen. Jij en jouw soort maakt discussies over een bepaald soort onderwerpen altijd onmogelijk door net te doen alsof er opeens allerlei mensen centraal zouden staan terwijl er alleen maar een inhoudelijke mening over een ideologisch of geloofsonderwerp gegeven wordt. Nu ook weer, nu probeer je de aandacht weer af te leiden door het over mijn persoon te hebben ipv over het gegeven argument (dat de idee van wilsvrijheid uitstekend te combineren is met een puur atheïstisch wereld- en mensbeeld). Als het over de islam zou gaan doe je dat ook altijd, maar dan omgekeerd, dan mag de islam niet onderzocht worden omdat je dan moslims zou discrimineren.
Niet de zaken verdraaien svp. Jij noemde het “ik” een “illusie” en je noemde daadwerkelijk aan ons voorliggende keuzemogelijkheden ook “illusies”. Maar zelfs als het “ik” en alle gedachten slechts illusies zijn, het blijven daadwerkelijk bestaande ideeën en gedachten. En die gedachten bestaan wel degelijk, en ze zijn nog altijd vrij bovendien, wil ik er nog wel aan toevoegen. Heel het menselijk leven speelt zich af op het niveau van wat jij “illusies” noemt. Je doet de menselijke ideeën-, gedachten- en belevingswereld, en daarmee de mens zelf, geweld aan als je dat relativerend afdoet door het allemaal maar als fata morgana’s voor te stellen.
Bovendien suggereer je daarmee dat er mensen zouden zijn met meer “echte” gedachten die boven alle andere mensen zouden staan die het alleen maar met hun fantasieën en illusies en fata morgana’s zouden moeten doen. En die mensen met “echte” en “ware” gedachten (die zeggen dat “vrijheid” niet bestaat als het over de menselijk wil gaat) zeggen dan tegen al die andere mensen: jij denkt dat je wat voorstelt met die vrije wil van je, maar jij bent helemaal niks, het “ik” is een illusie en alles wat jij zelf denkt te kunnen kiezen, al dan niet in vrijheid, is ook een illusie. En dan kun je misschien wel aanvoeren dat je het zo allemaal niet bedoeld hebt (al heb je het wel gezegd, ik wacht verder wel rustig af), maar dat is wel de onvermijdelijke consequentie van wat je tot dusverre beweerd hebt.
Zo begrijp ik het ook. Maar ik vraag me af waar het punt zit waar deze instantie ook van buiten beïnvloed wordt. Waar grijpt opvoeding in, reclame, propaganda, manipulatie?
opvoeding is (m.i.) vooral een vorm van conditionering; het aanleren van standaard reacties op situatie, reclame en propaganda zijn allebei vormen van manipulatie, van wat is niet zo duidelijk (het doel vaak wel)
maar hoe is een standaard reactie een uiting van vrij wil? (open vraag)
ik denk dat je door met de meer basale (animale) functies van de mens te spelen, door specifieke condities/(denk)beelden te scheppen, mensen kunt sturen zonder dat zij dit zelf door hebben
Iedereen maakt dezelfde fout op deze pagina. Inderdaad, onderwijs kán conditionering zijn. Propaganda, reclame en onvrijheid bestaan inderdaad wel degelijk, net als causale verbanden. Maar dat wil niet zeggen dat alles volledig en uitsluitend bestaat uit propaganda, reclame, en door causale verbanden en conditionering veroorzaakte onvrijheid. Onderwijs kan mensen ook kennis bijbrengen (of wijsheid), en waarheid, en een gedeeld referentiekader, en liefde voor dat alles. Vrijheid bestaat evenzeer en op hetzelfde niveau als onvrijheid. We kunnen zelf kiezen of we propaganda willen maken of dat we dat juist niet willen. We kunnen ook kiezen om er al dan niet in te geloven trouwens. En al deze keuzes bestaan werkelijk en zijn geen illusies. En als men van het tegendeel uitgaat dan bezondigt men zich aan een rare, nare, misantrope, nihilistische en natuurfilosofisch aandoende metafysica die het woord “filosofie” (filo-sophia, liefhebber van kennis of wijsheid) niet waard is (noch het woord wetenschap trouwens)
Niemand hier beweert de wijsheid in pacht te hebben, en al helemaal niemand hier heeft beweerd “dat alles volledig en uitsluitend bestaat uit propaganda, reclame, en door causale verbanden en conditionering veroorzaakte onvrijheid.” Dat maak jij er zelf van. Ik vroeg me alleen af hoe het zat met die invloeden: waar hebben ze dan invloed op, op welke “ik”? Dat het onderwijs kennis bijbrengt, ontkent toch niemand? En kennis overdragen is toch ook een vorm van invloed? Invloed hoeft toch niet per se slecht te zijn? En daarbij zijn er nog veel meer invloeden op iemands bewustzijn, die helemaal niet ter sprake komen. Ik noemde alleen een paar omdat die er ook voor bedoeld zijn.
Je overdrijft enorm, alleen om een soort meningsverschil te creëren. Je komt zelf niet met andere voorbeelden. Zie #002.
“Iedereen maakt dezelfde fout op deze pagina.”
Het lijkt me dat hier wel degelijk iemand beweert de wijsheid in pacht te hebben,
@Ernst (29) … “Dat het onderwijs kennis bijbrengt, ontkent toch niemand? En kennis overdragen is toch ook een vorm van invloed?“. Ja, daar heb je natuurlijk inderdaad gelijk in, maar zo bedoel ik het niet. Kennis is weliswaar een vorm van invloed (omdat echte kennis geacht mag worden echte dingen bloot te leggen of onder woorden te brengen, en dat instrument is vanzelfsprekend begerenswaardig), maar als je je afvraagt of iets inderdaad goede kennis is, en waarvoor het goed zou zijn, dan ontkom je niet aan de gedachte dat kennis iets met je eigen doeleinden te maken heeft. Maar dan kom je er als vanzelf ook achter dat er als de natuurlijke doeleinden behaald zijn (denk aan Maslov) er nog heel wat over blijven die met menselijke ontwikkeling en ontplooiing te maken hebben. Er daar dient dan tevens de vrijheid zich aan, zou ik zeggen (dus ook de wilsvrijheid). Je hoeft niet per se piano te leren spelen, je kunt ook op vioolles of gaan schilderen. Of je gaat op je krent zitten en lekker wat blowen of drinken ofzo. Of je doet het allemaal tegelijk. Maar ook dan heb je nog steeds de vrijheid om na te denken of je liever niet wat anders wilt. Die vrijheden zijn waar en bestaan echt, en in die sfeer ben je ook vrij om te bepalen waar je wil naar uitgaat. Dat wilsvrijheid eigenlijk iets in de sfeer van denken en filosofie is (en niet iets waarop dit gesimplificeerde voorbeeld slaat) neemt niet weg dat de filosofische wilsvrijheid op dezelfde manier echt en werkelijk bestaat. Op een gegeven moment ken je de beperkingen die de wereld aan je oplegt wel. Die zijn allemaal al meegenomen in het denken, die hebben hun plaats. Maar dat wil niet zeggen dat het denken en het gevoelsleven dan ophoudt ofzo, dat gaat gewoon door, en je moet dan zelf kiezen wat je, gegeven die beperkingen en los van die beperkingen eigenlijk wilt. Het is dan je eigen keuze hoe je tussen die beperkingen door wilt slalommen, terwijl die beperkingen wel aanwezig, maar niet meer overheersend zijn door de zeer vele mogelijkheden die er over zijn. Er liggen dan nog heel veel keuzes open terwijl je dan (mentaal) vrij bent van die beperkingen. Dat is m.i. wat je met wilsvrijheid zou kunnen bedoelen.
Maar wat nu als dat ‘ik’ zelf een illusie is, of als dat ‘ik’ wel denkt dat hij zelf beslist of hij bijvoorbeeld zelf gaat koken of een pizza bestelt, maar die keuze in werkelijkheid door de materiële processen in zijn brein bepaald worden nog voordat de geest zich bewust is van de afweging?
Ten eerste bestaat dat “ik” dan nog wel degelijk. Wie is namelijk de waarnemer van die illusie?
De keuzes zijn dan het noodzakelijke resultaat van zuiver fysische processen, niet van een ‘ik’ dat keuzes maakt.
Die fysische processen zijn precies het “ik” waar je het over hebt. En dat pad leidt niet tot een eensgezinde conclusie. Er zijn mensen die denken dat fysische processen determinisme impliceren, maar dat kan m.i. niet volgehouden worden. Tenminste, niet met onze kennis van de natuurkunde.
Ok, de HTML tags werken niet zoals gehoopt. De oneven paragrafen komt uit [012] Prediker.
Prediker 12 is overigens het befaamde “IJdelheid der ijdelheden, zegt de prediker; het is al ijdelheid!” Hoe toepasselijk.
“Er zijn mensen die denken dat fysische processen determinisme impliceren,
maar dat kan m.i. niet volgehouden worden.”
Mijns inziens ook niet.
Die vrije wil reikt slechts zover als mensen zich bewust zijn van hun drijfveren.
En dat bewustzijn is weliswaar niet volledig afwezig, maar wel heel erg beperkt.
En toch ben ik van mening dat de redactie dient te reageren.
Ik was bezig de onweerlegbare waarheid op papier te ‘willen’ maar toen werd ik afgeleid door een combinatie van honger & een laffe erectie.
Veel filosofen zeggen, denk ik, vaak mist te zien terwijl ze gewoon een staaroperatie nodig hebben. Dat allemaal om de discussie te vervagen om zichzelf maar niet node- en brodeloos te maken volgens mij. Lekker pradoxjes verzinnen waar ze niet zijn.
Als iemand de moeilijke stelling 1+1 probeert op te lossen en na veel vingeropsteken en tellen tot de conclusie ‘2’ komt, dan zegt prof. dr. mr. Herman Philipse dat die iemand op 2 komt doordat hij daar op uit wil komen en dat 1+1 gewoon als rationalisatie gebruikt.
Ben ik nou te dom om het te kunnen begrijpen (dat sluit ik in alle eerlijkheid niet uit), is die meneer met al die titels zo’n genie of probeert die meneer gewoon zijn eigenheimerige gelijk te halen door alles zo gecompliceerd mogelijk proberen te maken in de hoop dat niemand er meer uit kan komen? Of een combinatie van dat alles?