De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.
Veel kunstliefhebbers of -historici zijn van mening dat je de vraag of een kunstwerk mooi of lelijk is niet zou moeten stellen. Er is wel slechte kunst en goede kunst en die kan zowel mooi als lelijk zijn. Maar wat is dan goede kunst? En wat is slechte kunst? Japanse wetenschappers vroegen het aan duiven.
Nu zijn duiven zich niet bewust van eventuele maatschappij- kritische uitingen noch van enige postmoderne verwijzingen naar voorgaande werken door de kunstenaar. Dus koos onderzoeker Shigeru Watanabe voor kindertekeningen. Hij liet mensen kindertekeningen als ‘goed’ of ‘slecht’ beoordelen. Vervolgens liet hij duiven de verschillende categorieen leren door ze bij ‘goede’ kunstwerkjes te belonen. Vervolgens werden de kunstkenner-duiven geconfronteerd met nieuwe kindertekeningen en wat bleek: De duiven waren inderdaad ook in staat om voor de nieuwe tekeningen ‘goede’ kunst van de ‘slechte’ te onderscheiden.
We kunnen dus met Watanabe concluderen dat er iets is in de tekeningen dat zowel in mensen- als in duivenhersenen dezelfde reactie oproept. Maar wat is dat dan? Het ligt voor de hand om naar de natuur te kijken. Sommige kunstwerken – ook abstracte kunst – lijken meer op de realiteit dan andere in termen van hoeveelheid en dichtheid kleuren, lijnen en vlekken. Plaatjes die meer op de werkelijkheid lijken blijken beter gevonden te worden door mens en dier.
Een aantal verschillende wetenschappers proberen die visuele kenmerken nu te beschrijven. De bekendste is Jurgen Schmidhuber. Hij ontwikkelde een theorie van low-complexity artworks. Deze kunstwerken zijn simpel omdat ze met korte computerprogrammaatjes beschreven kunnen worden. Met andere woorden: er zit weinig chaos in.
UvA-professor en kunstenaar Pieter Adriaans denkt daar weer anders over. Hij introduceert het begrip facticiteit als wiskundige maat voor de mooiheid van een kunstwerk. Volgens Adriaans is niet de simpelheid van een kunstwerk belangrijk, maar wordt mooiheid bereikt door een evenwicht tussen chaos en orde. In een paper beschrijft Adriaans het onder andere aan de hand van een voorbeeld. Tijdens het mengen van zwarte en witte verf doorloop je een aantal stadia: het begin is (wiskundig) simpel te beschrijven: Een wit vlak met een zwarte vlek erin. Ook het eindprodukt is simpel te beschrijven (een grijs vlak). Maar ertussenin zijn allerlei stadia van meer en minder chaos. Ergens zit een optimale verhouding tussen de twee en die vinden we dan het mooist om naar te kijken. Dat wiskundig optimum is ook terug te vinden in bijvoorbeeld Picasso’s Guernica.
Over de precieze formule van mooiheid en lelijkheid zal nog wel even getwist worden, hoewel het bekende spreekwoord het ons afraad. Tot die tijd kunnen we het beste een duif meenemen naar de galerie.
Reacties (10)
Die vlakke overzichtelijkheid en dat ene strakke monument is dus wat duiven naar de Dam trekt? ;)
Overigens, hoe interessant het ook is, moet je wel een wetenschappelijk verantwoorde formule voor mooi en lelijk willen ontwikkelen?
Het fijne van kunst is toch juist dat onbeschrijfelijke gevoel dat het bij je oproept? Ik snap soms echt niet waarom een liedje of film me raakt, en om eerlijk te zijn, dat wil ik ook helemaal niet weten.
Sterker nog, stel dat er een optimale formule voor mooiheid wordt ontwikkeld, zou dat dan kunnen betekenen dat er alleen mooie kunst gemaakt gaat worden? Dan wordt volgens mij de raison d’être van kunst volledig ondermijnd.
Uiteraard heeft de moderne en post-moderne kunstbeweging onder andere tot gevolg gehad dat ‘mooie kunst’ niet per se goede kunst moet zijn. Kunst is heden ten dage toch vooral cultureel bepaalt en gaat minder over visuele schoonheid. Met een mooi schilderijtje studeer je tegenwoordig niet meer af op de academie :)
Maar het is wel interessant om te weten te komen welk soort plaatjes visueel goed liggen en waarom. Het kan ons heel veel vertellen over de ontwikkeling van de hersenen, maar zou bijvoorbeeld ook ingezet kunnen worden bij het afstemmen van visueel ontwerp (bijvoorbeeld van websites oid).
Ik zou me niet teveel zorgen maken, voor lelijke dingen is nog meer dan genoeg plaats :)
Hebben de duiven niet gewoon geleerd in te schatten wat de gemiddelde mens leuk/mooi vindt, en dat dat niets zegt of het dier het zelf mooi vindt?
Google heeft in het verleden ook wel eens gekeken naar het inzetten van duiven bij het beoordelen van zoekresultaten. Ben benieuwd wat daarvan geworden is. ;-)
Kunnen we die duiven niet naar politieke besluiten laten kijken?
@1: moet je wel een wetenschappelijk verantwoorde formule voor mooi en lelijk willen ontwikkelen
Hoeveel onderzoek er ook naar gedaan wordt, een allesverklarende theorie wordt toch nooit gevonden. Televisieprogramma’s die volgens een bepaald format worden gemaakt, kunnen de ene dag succesvol zijn en de andere dag niet. Sommige boeken floppen, hoewel ze een succesvol format volgen.
Dat de raison d’être van kunst wordt ondermijnd door onderzoek ernaar en veranderde toepassing ervan geloof ik niet. Is de raison d’être van seks ondermijnd? Van verliefdheid?
Juist dat soort primaire gevoelens kan niet zomaar verdreven worden, ook niet door theorieën en modellen van wetenschappers. Mensen blijven verliefd worden, mensen blijven emoties ervaren bij het kijken naar een schilderij of het luisteren naar muziek.
@3: uiteraard zegt het niets over de voorkeur van duiven, het zegt alleen dat er blijkbaar intrinsieke kwaliteiten in een plaatje zitten die het ‘objectief’ mooi of lelijk maken en die alleen afhankelijk zijn van de afbeelding. En dat dit allemaal verwerkt kan worden door iets met de complexiteit van een duivenbrein.
@4: Volgens mij zijn duiven vrij solitaire dieren, misschien niet zo geschikt als vervanging van het parlement :)
@5: inderdaad.
En om Dawkins te parafraseren: een regenboog is niet minder mooi omdat we weten dat het veroorzaakt wordt door lichtverstrooiing in waterdruppels.
@5 en 7: Daar hebben jullie inderdaad gelijk in. Maar voor een onderzoeker zelf kan het best lastig worden om nog te “genieten” van kunst als hij of zij in formules gaat denken.
Zoals een concertpianist, die vooral op techniek let als hij naar een stuk luistert, of een Robert Schumacher, die waarschijnlijk niet van een mooie set borsten (Kunst met een hoofdletter K, als je het mij vraagt) kan genieten zonder bij zichzelf te denken hoe hij ze tot absolute perfectie kan omvormen.
Maar goed, smaken blijven inderdaad verschillen. Gelukkig maar, anders zou het maar saai worden.
@8: Ik denk dat die wetenschapper dan nog steeds kan genieten, maar dan anders.
Zoals een schilder of schrijver nog steeds ontroerd zal raken van een prachtige zonsondergang, maar er ook direct bijdenkt hoe hij dat moet vatten op canvas of papier. Ik denk zelfs dat dat het genieten dieper kan maken.
Er bestaat een hoogleraar geluk in Rotterdam. Nouja, you get the point.
@8: Inderdaad kan je appreciatie veranderen door meer analyse, ik vindt juist met beeldende kunst dat meer achtergrondkennis, zowel technisch als cultureel de totale beleving rijker maken. Maar dat is inderdaad per kunstvorm en per persoon verschillend.
Er zal over kunst wel weer niet te twisten vallen… :)