Door Emine Uğur.
Wat doe je als de persoon die je hoort te beschermen dezelfde is als de persoon tegen wie je beschermd moet worden? Als je vader of moeder je misbruikt of je man je mishandelt bijvoorbeeld? Als de leraar die jou moet helpen zelfvertrouwen op te bouwen in een bepaald vak degene is die je zelfvertrouwen kapot maakt.
Als degene naar wie je zou rennen om beschermd te worden tegelijkertijd degene is die jou schade toebrengt, heb je feitelijke nergens meer waar je terecht kunt. Deze gedachte houdt mij al geruime tijd bezig en speelt steeds vaker door mijn hoofd sinds de toeslagenaffaire, schoot recent weer door mijn hoofd door de racistische appjes van de politie en gisteren wederom na het artikel over de NCTV. En bij elk incident wordt het steeds duidelijker dat dit al langere tijd onze relatie als burger met onze overheid is, maar dat het nu pas zichtbaarder wordt: Degene die ons onze rechtsbescherming hoort te bieden en dat hoort te handhaven, is degene die ons schade toebrengt en ons kwetsbaar maakt.
Het is geen toeval dat (institutioneel) racisme en islamofobie als een rode draad door al deze openbaringen heen lopen. Allochtonen, zwarte mensen en de afgelopen 20 jaar met name moslims, zijn namelijk schuldig tot het tegendeel bewezen is. Wolven in schaapskleren. Wantrouwen is het uitgangspunt. En dat wantrouwen vonden veel mensen niet problematisch, want het raakte hen niet en sommigen vonden het zelfs terecht, want het waren immers moslims die voor terreuraanslagen en overlast zorgden, dus dan moet je het ook maar voor lief nemen dat ook jij, zelfs al had je niets met die aanslagen of die overlast te maken, met wantrouwen bejegend wordt.
Het is door exact dit laatste “jullie vragen erom”-sentiment dat sommige overheidsinstanties zich ongeremd en vrij voel(d)en om in minachtende en racistische taal te praten en schrijven over de burgers die zij dienden en hoorden te beschermen. En zich waarschijnlijk ook zo gedroegen in de uitoefening van hun functie, of gaan we nu opeens denken dat bijvoorbeeld die agenten hun racisme niet lieten doorschemeren op het moment dat ze te maken hadden met een allochtone verdachte? Of dat analisten geen vooropgezet agenda hadden om zulke foutieve en misleidende analyses te schrijven en deze aan media uit te lekken toen het niet verspreid mocht worden?
En voor degenen die vinden dat ik het allemaal overdrijf: wanneer die deur eenmaal is geopend houdt het nooit op bij één groep. Nooit. Want nu is dat wantrouwen, de hardvochtigheid richting en het neerkijken op de burger zich als een olievlek gaan verspreiden en begint het te knagen aan de grondvesten van onze rechtsstaat. Opeens is het de rechtsstaat die steeds kwetsbaarder wordt.
Als de slang die zijn eigen staart ligt te eten, begint die overheid aan haar eigen fundamenten te zagen.
Hoe kan het dat er analisten werken bij NCTV die zulk kwalitatief slecht, vooringenomen, gekleurd werk kunnen leveren? Hoe kan het dat daar geen consequenties voor zijn? Hoe kan het dat een orgaan dat bedoeld is om nota bene dreiging te analyseren, zelf een gevaar is gaan vormen voor groepen burgers? Hoeveel foutieve en misleidende analyses zijn er wél gepubliceerd en voor waar aangenomen? Hoe kan het dat zij het ene gevaar overdrijven, het andere bagatelliseren, de regering en het parlement dus onjuist informeren en nog belangrijker; dat ze er elke keer mee wegkomen?
Ik zie dat er Kamerleden vragen gaan stellen over de werkwijze van de NCTV. Heel goed. Maar vergeten jullie alsjeblieft niet om óók te vragen naar de klaarblijkelijke bias in hun werk en de schade die dit toericht in een reeds gespannen en gepolariseerde samenleving? Want als je je vragen alleen richt op de juridische grondslag en niets zegt over de bias richting moslims, zeg je feitelijk dat het prima is om islamitische burgers onheus te bejegenen, zolang het juridisch maar dichtgetimmerd is en er gestandaardiseerde rapporten zijn.
Als degene van wie je bescherming verwacht en bij wie je je veilig hoort te voelen tegelijkertijd degene is die jou schade toebrengt en het laat afweten, bij wie kun je dan nog terecht?
Die vraag moet nu beantwoord worden. Het parlement is nu aan zet.