Wetenschap contra tunnelvisie

RECENSIE - Journalist Derk Walters vertelt in de NRC dat hij jaren geleden bij het Openbaar Ministerie op het matje werd geroepen vanwege een artikel over Julio Poch. Hij had twijfels over de bewijslast tegen de piloot die verdacht werd van deelname aan de befaamde dodenvluchten van het Argentijnse regime uit de jaren zeventig. De Officier van Justitie die hem over zijn artikel kapittelde zei toen dat er wel degelijk bewijs was, ‘want alle piloten deden in een roulatieschema dienst in die jaren’ op de vluchten waarbij politieke gevangenen boven zee werden gedropt. Walters vertelt het bij zijn bespreking van het boek Operatie Raaf van het echtpaar Knoops over de affaire, die uiteindelijk tot vrijspraak heeft geleid. Het geval zou ook mooi gepast hebben in het nieuwe boek van rechtspsycholoog Peter van Koppen De som van alle bewijs: scenario’s in strafzaken. Van Koppen is een expert in de ontmaskering van tunnelvisies. Hij trad vele malen op als getuige-deskundige in complexe strafzaken en schreef verschillende boeken over de valkuilen in de bewijsvoering die politierechercheurs en het Openbaar Ministerie tegen kunnen komen.

Popper op het politiebureau

In zijn nieuwste boek vertelt hij over de aanpak die hij voorstaat om een rechter de juiste informatie in handen te geven. Het gaat over de confrontatie van verschillende mogelijke scenario’s voor misdaden en de bewijsmiddelen die er toe moeten leiden dat het ene scenario wordt verworpen en het andere kan worden aangenomen. De bewijsvoering is volgens Van Koppen een wetenschappelijke opgave. ‘De activiteit van bewijzen in het recht moet aan dezelfde eisen voldoen als het bewijzen in de wetenschap’, schrijft hij. ’ De tenlastelegging is de ‘strafrechtelijke versie van een wetenschappelijke theorie’. Die theorie moet dus ook gefalsifiëerd kunnen worden, volgens Van Koppen, geheel naar Poppers opvattingen over een goede wetenschappelijke theorie. Dat betekent dat in het onderzoek moet worden nagegaan of de op te voeren bewijsmiddelen niet ook kunnen passen bij een redelijk ander scenario. Helaas blijven andere scenario’s nogal eens buiten beeld in het onderzoek met als gevolg dat een tunnelvisie het strafproces gaat bepalen.

Van Koppen is een buitengewoon helder denkend en rationeel mens. Dat maakt zijn boek ook erg prettig om te lezen. Hij neemt je mee in zijn redeneringen, als een docent, met de nodige aanwijzingen om er voor te zorgen dat je hem kunt blijven volgen. Behalve een oefening in zindelijk denken krijgen we van docent Van Koppen ook een bepaald niet eenvoudige les in de waarschijnlijkheidsleer. Terug komt steeds de vraag naar het beslissende bewijsmiddel waarmee een onderscheid gemaakt kan worden tussen verschillende scenario’s: zó kan het niet gegaan zijn, want…. En zo móet het gegaan zijn, want… Waarbij het laatste natuurlijk niet noodzakelijk volgt uit het eerste.

Balpendrama

Het boek gaat heel uitvoerig in op het Leidse Balpendrama uit 1991. Een student werd er van verdacht zijn moeder te hebben vermoord door met een kruisboog een balpen in haar oog te schieten. Hij werd aanvankelijk tot 12 jaar gevangenisstraf veroordeeld, maar uiteindelijk toch vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Volgens Van Koppen begon het allemaal met de overtuiging van de betrokken rechercheurs en het Openbaar Ministerie dat de student de perfecte moord had willen plegen. De intensieve bemoeienis van zijn intellectuele familie (zijn vader was hoogleraar) sterkte de onderzoekers ook nog in hun tunnelvisie. De kern van het probleem was dat zij niet bereid waren alternatieve scenario’s in hun overwegingen mee te nemen. Deskundigen toonden met verschillende onderzoeken en experimenten aan dat een ongelukkige val van de vrouw mét balpen in de hand het meest waarschijnlijk is geweest. Een spannend verhaal, nog steeds, met heel veel intrigerende technische details en een schutterende politie en OM. Netflix zou er een mooie serie van kunnen laten maken.

De voorbeelden van Van Koppen zouden de indruk kunnen wekken dat het een zootje is in de strafrechtelijke procesvoering. Geheel in zijn geest haast ik me te zeggen dat hij vanwege het doel van zijn boek natuurlijk vooral zaken aan de orde stelt waarin het mis ging en waar we van kunnen leren. Het boek mag op grond van het beperkt aantal cases dat hij behandelt niet gelezen worden als evaluatie van de strafrechttoepassing in Nederland. Maar de missers zijn wel pijnlijk en dringen een weinig positief beeld op van de betrokken ambtenaren. Er zijn kennelijk mensen bij politie en Justitie die zich maar al te makkelijk laten meeslepen in een scenario waarmee ze een zaak ter bevrediging van hun eigen overtuigingen en hun reputatie denken te kunnen afronden. En dan de onkunde, de weinig professionele houding van politiemensen bij verhoren, en de valse redeneringen, het bewust negeren van alternatieven: we mogen hopen dat Van Koppen vooral de excessen benoemt.

De veroordeling van Bouterse

Een omstreden kwestie die Van Koppen ook beschrijft is het proces tegen Desi Bouterse. Hij neemt deze case als voorbeeld om de risico’s van de inzet van een kroongetuige te laten zien. De Surinaamse legerleider en latere president is in Nederland in 1999 bij verstek veroordeeld tot 11 jaar cel en 4,6 miljoen euro boete voor handel in cocaïne, uitsluitend op basis van verklaringen van een kroongetuige. Patrick, de kroongetuige, heeft zijn verklaringen later ingetrokken, maar dat heeft niet geleid tot heropening van de zaak. Van Koppen concludeert na de beschrijving van een groot aantal twijfelachtige bewijsmiddelen en met de nodige slagen om de arm: ‘De verhalen die Patrick later vertelde [over zijn rol in het proces] laten, als ze juist zijn, zien dat de kroongetuigenverklaring geheel gereconstrueerd is in samenspraak van de politie, het openbaar ministerie en advocaat Gerard Spong (…). Het is het resultaat van een onderhandelingsproces. Volgens Patrick zou dagenlang onderhandeld zijn tussen officier van Justitie Harderwijk en advocaat Spong, die beide belangen hadden om Bouterse veroordeeld te krijgen. Patrick zat er bij en keek er naar.’ Advocaat Inez Weski deed in 2014 tevergeefs een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad. De Raad vond dat onvoldoende duidelijk was waarom Patrick zijn aanvankelijke verklaringen heeft ingetrokken. Ook de twijfels over de integriteit van het onderzoek waren onvoldoende onderbouwd, oordeelde ons hoogste rechtscollege. Maar als je nu het verslag van Van Koppen leest is dat toch moeilijk te begrijpen.

Liefhebbers van crimi’s zullen De som van alle bewijs: scenario’s in strafzaken weten te waarderen. Peter Van Koppen biedt boeiende beschouwingen over de methoden van politieonderzoek. Hij laat zien dat het in de praktijk heel wat lastiger en complexer is dan wat we in de snelle scenario’s van de hedendaagse fictieschrijvers te zien krijgen. Het is daarnaast een leerzaam boek als je zelf graag meedenkt met de agenten, speurders en rechters die je in politieseries ziet of waarover je in de thrillerliteratuur leest.

Peter van Koppen, De som van alle bewijs: scenario’s in strafzaken. Amsterdam, uitgeverij De Kring. 320 pagina’s met foto’s, €22,99. ISBN 9789462972315

Reacties (10)

#1 Arduenn

Tunnelvisie is één ding. Maar speelt beeldvorming niet ook een rol? Dat voor Justitie en politie ‘een goede sier maken’ belangrijker is dan de waarheidsbevinding? Of, algemener geformuleerd: het eigenbelang gaat boven het algemeen belang, terwijl het hier paradoxaal genoeg om ambtenaren gaat die in dienst zijn van de samenleving?

  • Volgende discussie
#1.1 Hans Custers - Reactie op #1

Het is natuurlijk wel zo dat mensen altijd – tot op zekere hoogte – hun eigenbelang volgen. Dus is het ook verantwoordelijkheid van de leiding om ervoor te zorgen dat eigenbelang en algemeen belang niet al te ver uit elkaar komen te liggen. Als je steeds weer te horen krijgt dat het je taak is om boeven te vangen, dan wil je zoveel mogelijk boeven vangen. Dan gaat dat misschien wel eens een tikje minder zorgvuldig, bij sommigen.

  • Volgende reactie op #1
#1.2 Co Stuifbergen - Reactie op #1

Een probleem is ook dat rechters niet kritisch op het bewijsmateriaal zijn (of waren. Uiteraard weet ik niet wat het oordeel in lopende zaken worden zal).

Rechters worden niet beloond voor het aantal boeven dat veroordeeld wordt, dus het persoonlijke belang zal niet erg meespelen.

(ik heb recent “de slapende rechter” uit 2009 gelezen. Hierin staan nog wel ergere zaken dan in dit artikel)

  • Vorige reactie op #1
#2 Co Stuifbergen

Er is een verschil tussen een wetenschappelijke hypothese en een hypothese in een politie-onderzoek:
Een wetenschappelijke hypothese mag je hanteren tot het tegendeel bewezen is. Maar dat is natuurlijk niet voldoende om iemand te veroordelen.

Er is ook een overeenkomst: goede onderzoekers houden rekening met alle mogelijke hypotheses.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Co Stuifbergen

Nederlandse rechters zullen tegenwoordig niet meer geloven dat vrouwen op een bezemsteel vliegen kunnen, maar rechters lijken nog vaak te geloven in onwaarschijnlijke zaken.

Bij de “balpenmoord” was de hypothese dat de balpen met een kruisboog in iemands oog geschoten was.
Uit onderzoek bleek dat een balpen niet in een varkensoog doordringt.
Hiermee zou de hypothese al verworpen kunnen worden.

Uiteindelijk is de verdachte vrijgesproken, maar de tests met de varkensogen speelden daarbij geen rol.

En dan is dit een eenvoudige zaak.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3.1 lmgikke - Reactie op #3

“Uit onderzoek bleek dat een balpen niet in een varkensoog doordringt. Hiermee zou de hypothese al verworpen kunnen worden”

Dus niet. Want als het niet met een kruisboog kan, dan is het alternatieve scenario (dat een val dit veroorzaakt heeft) ook niet mogelijk.

Een kruisboog zorgt voor veel grotere krachten dan een val. Nu heb ik geen varkensoog tot mijn beschikking, maar een balpen schiet je met een kruisboog zo door een appel of sinaasappel, ik zie niet in waarom dan een oog niet zou lukken.

Tevens weet ik nog van die zaak dat de balpen perfect in het oog gekomen was (pupil). Het is wel extreem toevallig dat dat zo gebeurt bij een valpartij (kan dus wel!), met een kruisboog kan je richten, en dus de pen perfect in de pupil schieten was de redenering.

#3.2 lmgikke - Reactie op #3.1

Toevoeging: ik weet me nog van destijds te herinneren, dat het het forensisch team niet gelukt was de situatie met een kruisboog te reproduceren. Echter omdat de balpen zo precies in de pupil zat was het een uitzonderlijke case.

  • Volgende reactie op #3.1
#3.3 Jos van Dijk - Reactie op #3.2

De eerste oogarts die door de politie een maand na de dood van de ongelukkige vrouw werd geraadpleegd spreekt al van een ongeval. Vier jaar later stelt oogspecialist Van der Pol van het AMC aan de hand van schietproeven op menselijke preparaten vast dat de balpen niet met een kleine kruisboog in het hoofd van Mary kan zijn geschoten (uit de chronologie van Van Koppen, p. 189). Dat er van de pen niets meer te zien was speelde ook nog een rol.
Dat het een moord zou zijn geweest was gebaseerd op het verhaal van een vrouw bij wie de verdachte in therapie is geweest. Haar verhaal is door betrokken rechercheurs ook nog eens flink aangezet. In totaal zijn er 182 processtukken door de politie achtergehouden waaronder een verklaring van de therapeute.
Dit alles op basis van de reconstructie van Van Koppen.

  • Volgende reactie op #3.2
#3.4 Co Stuifbergen - Reactie op #3.2

Het is inderdaad een uitzonderlijke zaak.

  • Vorige reactie op #3.2
#3.5 Co Stuifbergen - Reactie op #3.1

“Want als het niet met een kruisboog kan, dan is het alternatieve scenario (dat een val dit veroorzaakt heeft) ook niet mogelijk.”

Een balpen is tamelijk licht. Om in een oog door te dringen moet een balpen een heel hoge snelheid krijgen. En blijkbaar lukt dat zelfs niet met een kruisboog.

Bij een val bepaalt het gewicht van het hoofd (een de hoogte van de persoon) de energie.

Het is net als wanneer je een dode olifant vindt naast een kussen:
Is de olifant dus doordat het kussen van het dak viel, of viel de olifant van het dak?

  • Vorige reactie op #3.1