DATA - Voor iedere 48 nieuwsberichten in de grote kranten, stijgt de VVD met 1 zetel in de peilingen. De PVV heeft iets meer nieuwsberichten nodig, circa vijftig. En het CDA levert bij gemiddeld 77 krantenberichten een zetel in de peilingen in. Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Nieuwsmonitor naar het verband tussen berichtgeving en peilingen. Het huidige succes van de SP is echter spelbreker.
Zo’n onderzoek heeft natuurlijk talloze haken en ogen. Wat zeggen peilingen? Zowel Maurice de Hond als Synovate – twee grote peilers – zitten er vaak met hun voorspellingen naast. Daar staat tegenover dat peilingen wel degelijk van invloed zijn op het politieke proces. De auteurs van het onderzoek schrijven wijzen erop dat het zogenoemde politieke ‘wedstrijdnieuws’ – wie wint van wie – wel degelijk van invloed is op de verhoudingen in Den Haag en op de verkiezingsuitslag. Opiniepeilingen zijn belangrijk voor de perceptie: niemand wil op een loser stemmen, behalve misschien een paar sadomasochistische CDA’ers.
De onderzoekers zijn als volgt te werk gegaan. Ze turfden de media-aandacht van de grote partijen (VVD, PvdA, CDA, SP en PVV) in de grote dagbladen (Volkskrant, Telegraaf, NRC, Trouw en Algemeen Dagblad) van 1 januari 2000 tot en met 21 januari 2012. Daarbij werd gekeken naar zowel het noemen van de betreffende partij als het noemen van uitslagen van opiniepeilingen.
Als eerste valt op het berichten over de politieke wedstrijd steeds belangrijker wordt. Aan het begin van het decennium is er een aantal flinke pieken in de berichtgeving over peilingen, maar is het daartussen rustig. Daarna worden de peilingen steeds vaker genoemd, bij vrijwel iedere verkiezing (lokaal of provinciaal) en bij kabinetscrises, waarvan er natuurlijk ook de nodige zijn geweest.
Daarnaast keken de onderzoekers naar het verband tussen hoe vaak partijen worden genoemd en hoe ze het doen in de peilingen. De conclusie: ,,We zien dat op de lange termijn de berichtgeving een voorspeller kan zijn voor het succes van de partij in de peilingen. Voor de VVD en de PVV geldt vanaf de verkiezingen in 2006 dat wanneer de media aandacht voor de partij stijgt, zich dit ook vertaalt in de daaropvolgende peiling. Een relatie van .021 voor de VVD wil zeggen dat ieder extra artikel betekent dat er .021 zetels bij komen bij de volgende peiling. Oftewel, iedere 48 extra artikelen over de partij levert een zetel extra op in de peilingen. Dit geldt in iets mindere mate voor de PVV. Voor het CDA zien we ook een significant verband, maar deze is negatief. Dit betekent dat ieder extra artikel over het CDA in de media zorgt voor een verlies aan kiezers. In andere woorden, iedere 77 artikelen extra over het CDA betekent dat de partij een zetel moet inleveren in de volgende peiling. Voor zowel de PvdA als voor de SP hebben we geen significante verbanden kunnen vaststellen tussen het nieuws en de peilingen.”
Nu lijkt dit een open deur, maar dat is het volgens mij niet. Dat het CDA zware klappen krijgt en dat de negatieve berichtgeving over de partij daarbij helpt, is wel duidelijk. Maar de PVV is ook nauwgezet gevolgd. Iedere scheet die zonder toestemming van Geert Wilders werd gelaten, is breeduit besnuffeld en becommentarieert. Aan negatieve aandacht heeft de partij geen gebrek gehad. Blijkbaar geldt inderdaad wel dat de partij groot is gemaakt door de media (en dat kan natuurlijk ook andersom werken, hint hint). De berichtgeving over de VVD is ook niet eenduidig positief.
Tot slot nog een uitsmijter van de onderzoekers zelf, over de waarde van dit soort Haagse wedstrijdjournalistiek. Als u geïnteresseerd bent geraakt in het rapport, dan kunt u het hier downloaden. ,,Dat het nieuws de dagbladen doet verkopen is een valide reden vanuit commercieel oogpunt voor de uitgever. Het is echter de vraag in hoeverre de journalistiek ook de democratische rol van intermediair tussen de politiek en de burger wil vervullen. Zo bleek uit eerder onderzoek dat veel inhoudelijke standpunten van de PVV worden weergegeven in de vorm van maximaal 140 tekens, zonder dat de partij hier kritisch over wordt ondervraagd door de journalist of het parlement. Tel daarbij een toenemende aandacht voor politiek als strijd om de meeste zetels op en de berichtgeving van de politieke arena verandert in wedstrijdverslag waarbij de verslaggever de toeschouwers voedt met journalistiek fast food. Toch moet ook de consument bij zichzelf te raden gaan, want evenals met de fast food ketens is er blijkbaar een grote markt voor deze vorm van journalistiek.”