Wij nodigden u uit de komende tijd uw verhalen, anekdotes en wetenswaardigheden over uw vakantiebestemming bij te dragen aan onze zomerserie. Vandaag een bijdrage van M&M, het duo dat voor Kunst op Zondag fotografie met poëzie verbindt.
Op de Baneberg, Westouter, Heuvelland, België
Je zit op het terras van je vakantiewoning op de Baneberg, hoogte: 140 meter boven Normaal Brussels Peil, als zoiets bestaat. De toegangsweg naar deze plek beschikt over een hek waarvan jij de code hebt. Het hek is nu dicht. Knap virus dat daar doorheen komt.
Je zit dus op je terras met een glas Vedett en een dichtbundel op je schoot, je leest een gedicht van Iduna Paalman in een gelegenheidsbundel. Je bent in een prima stemming, je vindt het een goed gedicht. De zon schijnt, je hoort de geluiden van de zetellift die over het dal glijdt, je hoort de stemmen en het gelach van de mensen. Je ziet ze over de rijen ranken van de wijngaard gaan, over het minigolfterrein van dat hotel, heen en weer. Je hoort de kippen en de ezels van een hoeve verderop. Je zit hier veilig. Je ontspande je in een razendsnel tempo. Naast het huisje is een smal, steil bospad, daar zie je af en toe de mountainbikers af stuiteren.
Maar COVID-19, hoe zit het daar hiermee? Je hebt je informatie ingewonnen: Heuvelland nu: 0 besmettingen. Prima, houden zo. Maar het verplichte mondkapje zit wel in je bagage. Maar goed dat je niet een supersociaal type van karakter bent, want dan zou je toch diep ongelukkig worden hier. Al die uitnodigende terrasjes en die restaurants. Je hebt zo meteen een afspraak met vrienden, hartstikke leuk, want zo vaak zie je ze niet. Maar uiteindelijk zwaai je wat naar elkaar over de brede tafel. Zij hebben het over hun kleinkinderen die ze niet mogen ontmoeten. En jij denkt aan je moeder in Nederland, onbereikbaar achter mechanisch hek en intercom. Op je telefoon had je net nog een filmpje gezien van uitgelaten publiek in een volgepakte tent bij een popfestival. Ja, uit 2019. Alsof je naar een andere planeet, een andere beschaving staarde. Wat gebeurde daar? Wat voor tijd was dat?
Wandelen kon hier altijd natuurlijk nog. Tussen de mais en de koeien. Aan het landschap zou het niet liggen, dat lag er onschuldig bij. En op je terras voor je zomerhuisje zitten, achter je gesloten hek. Je dystopische roman lezen. En dichtbundels. En een Vedett drinken. En luisteren naar het geluid van de zetellift en de kippen en de ezels van de hoeve verderop. Volgende week doe je het hek weer open en ga je weer terug. Je mag hier 120 km/u.