Het was koopavond. Mijn wekelijkse wandeling door de binnenstad was al achter de rug en ik ging nu afsluiten met een patatje bij het kraampje in de winkelstraat. Toen ik er stond te eten begon een voorbijganger plotseling zonder duidelijke reden heel hard vreemde dingen te schreeuwen. Sommige klanten van de patatkraam reageerden verbaasd of geamuseerd, anderen werden kwaad. ”Neemt u hem niet kwalijk” zei ik “hij kan er niets aan doen, het is een ziekte. Ik ken hem. Hij is mijn buurman.”
De buurman naast me had de ziekte van De la Tourette. In het begin wist ik het nog niet en daarom was het best een beetje vreemd. Steeds weer hoorde ik ineens zijn harde geschreeuw. Ik vroeg mij toen af wat er toch aan de hand was en of ik misschien de politie moest bellen. De bovenbuurman zei echter dat dit niet hoefde. Hij kende het al en wist al dat het verder niets te betekenen heeft. Het was alleen een beetje storend, vooral midden in de nacht. Toerrie noemde hij hem.
Eerst interesseerde ik me zeer voor wat Toerrie zoal schreeuwde, want ik had het idee dat ik daar nog wat van kon leren. Was het niet het onbewuste in Toerrie dat in hem als gevolg van zijn ziekte ongecontroleerd omhoogborrelde, het onbewuste, wat ook ik in me heb, maar waar ik verder niets van weet? Misschien kon ik dus door naar Toerrie te luisteren ook iets over mezelf leren? Het zou best kunnen dat dat bij anderen met deze ziekte ook inderdaad zo is, maar mensen die deze ziekte hebben zijn niet allemaal hetzelfde en in het specifieke geval van Toerrie viel dat wel tegen. Wat Toerrie verder uitmaakte was namelijk een zekere oppervlakkigheid en dat bleek ook uit wat hij zo de hele tijd aan het schreeuwen was. Al gauw ging het me vervelen. Als dat alles is, dacht ik, kan ik er niets mee.
Omdat de muren in onze flat zeer dun waren, moest ik in die tijd alsnog vaak naar Toerrie luisteren. Toerrie was in die tijd ook bijna altijd thuis. Als ik ’s ochtends wegging, hoorde ik hem al en als ik ’s avonds weer naar huis kwam, hoorde ik hem nog steeds en dat ging dan vaak door tot diep in de nacht. Soms kon ik daardoor niet inslapen. Ik lag dan te draaien in mijn bed en luisterde naar hem. Soms was ik al bijna in slaap en dan schrok ik ineens toch weer wakker door Toerrie’s plotselinge geschreeuw. Maar ja, er was niets aan te doen.
Op een gegeven moment ging ik verhuizen en sindsdien heb ik niets meer van Toerrie gehoord. Tot ik jaren later mijn oude bovenbuurman toevallig tegenkwam. Tot mijn grote verbazing vertelde hij dat Toerrie inmiddels ook verhuisd is en dat hij het helemaal gemaakt heeft. “Hij heeft nu een grote villa, een grote auto met chauffeur, en wordt door iedereen gerespecteerd.” “Maar wat doet hij dan nu?“ “Hij zit nu bij de commerciële televisie.” Wat hij daar precies deed, kon de oude bovenbuurman mij niet vertellen, maar elke keer als ik nu naar RTL kijk, moet ik aan Toerrie denken.
Reacties (1)
Je ziet ook heel veel mensen met het Gilles de la Tourette-syndroom op Twitter, technologie lost alles op