ACHTERGROND - Economen en bedrijfskundigen, zo blijkt uit recent onderzoek, zijn sneller geneigd tot liegen dan mensen met een andere opleidingsachtergrond.
Verschillende onderzoeken hebben inmiddels aangetoond dat veel mensen een voorkeur hebben voor het vertellen van de waarheid en het vermijden van leugens – zelfs in gevallen dat ze hier nadeel van ondervinden. Deze conclusie geldt echter niet voor iedereen: sommige mensen hebben weinig moeite om leugens te verkopen zodra er een voordeeltje valt te behalen.
Onderzoekers Raúl López-Pérez and Eli Spiegelman van de Universidad Autonoma van Madrid hebben door middel van een experiment (pdf) trachten te achterhalen of er een relatie bestaat tussen persoonlijke achtergrond en bereidheid tot liegen.
Groen of blauw?
De opzet van het experiment was simpel. Deelnemers (studenten) werden in paren opgesplitst, waarbij de ene persoon de rol van zender (van informatie) kreeg toebedeeld en de ander de rol van ontvanger. De zender werd voor een computerscherm geplaatst dat een groene of een blauwe cirkel liet zien. De kleur van de cirkel werd vervolgens medegedeeld aan de apart zittende ontvanger. Zenders ontvingen vijftien euro wanneer ze aangaven dat ze een groene cirkel zagen en veertien euro wanneer ze doorgaven een blauwe cirkel te zien. Ontvangers ontvingen altijd tien euro, onafhankelijk van de werkelijke kleur van de cirkel en het waarheidsgehalte van de boodschap van de zender.
In de gevallen dat zenders een blauwe cirkel zagen konden ze dus twee dingen doen: de waarheid vertellen en een euro minder verdienen of liegen en een euro extra binnenhalen. Wat bleek? Hoewel zaken als geslacht en religiositeit statistisch gezien geen enkele invloed hadden op de neiging van de zender om te liegen, bleek er een duidelijke correlatie te bestaan tussen bereidheid tot liegen en studierichting. Economen en bedrijfskundigen waren aanzienlijk leugenachtiger dan andere groepen: slechts 22,8 procent sprak de waarheid wanneer ze een blauwe cirkel kregen te zien. Studenten in de geesteswetenschappen bleken daarentegen het eerlijkst: maar liefst 52,9 procent liet zich de extra euro door de neus boren.
Uit een nadere statistische analyse van de onderzoeksgegevens (deelnemers vulden een uitgebreide aanvullende vragenlijst in) bleek niet alleen dat er een sterke correlatie bestaat tussen het studeren van economie of bedrijfskunde en de bereidheid tot liegen, maar zelfs een causatie. Met andere woorden: het volgen van een (bedrijfs)economische studie draagt er significant aan bij dat mensen zich ook in het echte leven gedragen als een op winstmaximalisatie gerichte homo economicus. In het hierboven beschreven experiment is dat eigenlijk ook niet zo vreemd: de zenders wisten dat de ontvanger hoe dan ook tien euro zou krijgen. Rationeel gezien hadden de zenders dan ook geen enkele reden om niet te liegen indien ze een blauwe cirkel op het scherm voor zich zagen.
Van rationeel naar rationalisatie
Maar niet alles wat rationeel lijkt, is het ook. Zeker in wat complexere situaties zijn mensen al snel geneigd hun innerlijke voorkeur – ook voor zichzelf – te presenteren als de rationele voorkeur. Rationaliseren noemen we dat. Economen en bedrijfskundigen hebben naast de homo economicus nog een ander concept dat hen hierbij helpt: de beruchte onzichtbare hand van de vrije markt.
Wat in het werk van Adam Smith ooit begon als niet meer dan een metafoor, is inmiddels in sommige kringen uitgegroeid tot een waar geloofsartikel: “de markt” heeft altijd gelijk.
Zodoende is het niet moeilijk de absurd hoge beloningen van bestuurders te rationaliseren: hun salaris wordt immers bepaald door “de markt”. Dat topbestuurders in werkelijkheid veelal worden geselecteerd op basis van hun overdreven en zelfs irrationele zelfverzekerdheid wordt daarbij voor het gemak maar over het hoofd gezien.
Ook kent de vrije markt, in directe tegenspraak tot orthodoxe economische theorie, een flinke tolerantie voor inefficiëntie. Hoewel “overlevers” over het algemeen steeds efficiënter worden, heeft dit op de markt als geheel nauwelijks invloed. Dankzij een oneindige hoeveelheid niet of nauwelijks voorzienbare gebeurtenissen hebben ook efficiënt geleide bedrijven gemiddeld genomen maar een beperkte levensduur.
Sommige economen zijn zelfs zodanig fanatiek gaan geloven in de daadwerkelijke realiteit van de “onzichtbare hand”-metafoor dat de markt als superieur substituut wordt gezien voor fatsoen. Zo beweerden twee economen in een bijdrage (pdf) aan de huispublicatie van het aartsconservatieve Cato Institute dat, als puntje bij paaltje komt, economie superieur is aan moraal. Het rücksichtslos volgen van de libertarische orthodoxie in plaats van toe te geven aan allerlei sentimenteel gedoe leidt immers, zo wordt beweerd, tot betere uitkomsten voor iedereen:
Only by coupling positive economics with a willingness to engage in moral discourse can economists use their understanding to effectively defend market arrangements, and the general benefits they provide, against moral sophistries used by politicians and their special-interest clients to justify policies to protect politically favored groups against the discipline of market competition.
De consequentie hiervan is duidelijk: willen oma, je autistische neefje of je pas afgestudeerde buurvrouw niet werken, dan zullen ze ook niet eten! Een schrijnender rationalisatie van ordinaire hebzucht en de daaruit voortvloeiende afwijzing van maatschappelijke solidariteit ben ik zelden tegengekomen. Voor (bedrijfs)economen die hun theorieboekjes te serieus namen is dit echter hét pad naar het economische paradijs. Laten we overigens niet vergeten dat ook ons aller minister-president Mark Rutte behoorlijk gecharmeerd is van dit soort nonsens.
Betekent dit alles dat we voortaan economen en bedrijfskundigen moeten gaan weren uit belangrijke functies? Jammer genoeg zal dat geen oplossing zijn. Indien het mogelijk is je morele principes (gedeeltelijk) af te leren tijdens een studie, zal dat ook kunnen gebeuren in meer praktische settings, zoals de bestuurskamer van een beursgenoteerd bedrijf. Laten we dus nog maar even wachten met het automatisch aanstellen van taalkundigen en kunsthistorici als de niet-corrumpeerbare hoeders van ons economische welzijn. Toegegeven: ergens diep van binnen vind ik dat best een beetje jammer…
Reacties (43)
Mmhhh, en ik maar denken dat mijn wantrouwen tegen deze groep mensen vooringenomenheid was i.p.v. loepzuivere intuïtie ;-)
Die causatie lijkt me lastig te bewijzen, want waar begint nurture en eindigt nature? De nurture van je ouders (en omgeving) is immers ook vaak erfelijk bepaald.
Maar verder is evolutie (of gedrag) binnen een soort ook een vrije markt. Als er ergens een evolutionaire markt voor is zal die vroeg of laat worden opgevuld. In een samenleving waarin niemand kan liegen heeft iemand die wel kan liegen een ongekend voordeel (filmtip: the invention of lying).
In de praktijk zie je dus een samenleving waarin een klein deel liegt en een groot deel niet. Dat moet ook, anders zal het systeem instorten omdat niemand elkaar vertrouwt en verliezen de liegers hun voordeel.
Het grote nadeel van het huidige economische gelieg is dat mensen er niet direct door geraakt worden, en zich er dus niet zo over kunnen opwinden (of ze zien het verband gewoon niet). Gedrag -> gevolg is te ver ontkoppeld. Hetzelfde gaat op voor vervuilen etc.
Ook interessant, is het om eens te kijken naar wàt voor soort mensen een voorkeur aan de dag leggen voor het gebruik van enkel rationele formules om de eigen persoonlijkheid vorm te geven. Niet gehinderd door het het vermogen tot inleven, is het eigen gelijk ook meteen het enige gelijk. Zo worden bekende psychopaten -als Ayn Rand- tot rolmodel en is de moraal bepaald door persoonlijk gewin en de gedachte dat dit het ultieme levensdoel is. Een ander doel kan men eenvoudig niet bevatten. Omdat de neuzen in die kringen allemaal dezelfde kan op staan, ofwel omdat iedereen er een antisociale persoonlijkheid heeft, zal men in zijn of haar overtuiging gesterkt worden en volharden in het eigen gelijk. Tegengeluiden komen van buiten de eigen kring en worden afgedaan als het gejank van de achterlijke meute, waarmee men immers geen enkele voeling heeft en die op zijn best een waarde heeft als asset of resource.
Cijfers hebben geen moraal en dat geldt ook voor de psychopaten die er zo dol op/van zijn.
Goed stuk, Jeroen. Check ook dit onderzoek over economie-studenten en egoïsme:
http://www.iza.org/en/webcontent/publications/papers/viewAbstract?dp_id=4625
Mwah, over die “causatie” (is dit een echt woord?) twijfel ik. Mijn ervaring is dat economen/bedrijfskundigen net iets sneller dan normale sociale wetenschappers en geesteswetenschappers een spel kunnen oplossen (de harde beta’s zijn het snelst). In werksituaties heb ik weinig verschil gemerkt iig.
@4:
Dankjewel voor de link (en het compliment).
Het is wel grappig dat het onderzoek dat jij aanhaalt concludeert dat alleen minor-studenten ‘bedorven’ worden door het studeren van economie.
Diegenen die economie als hoofdvak volgen lost their innocence in high school or perhaps […] were “born guilty”, aldus het onderzoek.
Nog interessanter is de volgende passage:
Hiermee wordt in feite gesuggereerd dat economie als academische (studie)discipline zichzelf grotendeels (en moedwillig) beperkt tot een overdreven nauwe benadering van het concept ‘uitwisseling van goederen en diensten.’
Ik vermoed dat daar wel iets inzit.
@5:
‘Harde bèta’s’ logen aanzienlijk minder vaak dan studenten (bedrijfs)economie: 46,4% verkoos waarheid boven de extra euro.
Ingenieurs waren wel weer heel erg: slechts 25% ging voor de waarheid in het beschreven scenario.
‘Causatie’ is een woord.
Die onzichtbare hand van Smith heeft weinig te maken met de onzichtbare hand zoals deze tegenwoordig gebruikt wordt. Ter volledigheid de quote waarin in de Wealth de onzichtbare hand genoemd wordt:
“As every individual, therefore, endeavours as much as he can both to employ his capital in the support of domestic industry, and so to direct that industry that its produce may be of the greatest value; every individual necessarily labours to render the annual revenue of the society as great as he can. He generally, indeed, neither intends to promote the public interest, nor knows how much he is promoting it. By preferring the support of domestic to that of foreign industry, he intends only his own security; and by directing that industry in such a manner as its produce may be of the greatest value, he intends only his own gain, and he is in this, as in many other cases, led by an invisible hand to promote an end which was no part of his intention. Nor is it always the worse for the society that it was no part of it. By pursuing his own interest he frequently promotes that of the society more effectually than when he really intends to promote it. “
Mijn ervaring is dat studenten economie en bedrijfskunde ook veel meer pogen om te frauderen tijdens hun examens en daar grotere inspanningen en meer geld voor over hebben dan de meeste andere studenten (toegegeven, nationaliteit kan daarin een confounder zijn).
@5: Ik spreek liever van causaliteit. Causatie lijkt me een anglicisme.
Interessant artikel. Ik vond de keuze voor de onderzoeksmethode eerst niet modellerend genoeg, maar later wel. De aanname is wel dat er niet gestraft wordt voor het liegen, noch dat de waarheid later boven water komt. Het is dus inderdaad, naar de mening van de onderzochten een ‘sweet little lie’, zoiets als: ‘je kont ziet er niet vet uit in die jurk’. Maar… generalisaties van bedrijfsprocessen (zeker voor de korte termijn) zien er ook zo uit. Of je nou 14 of 15 miljoen binnenhaalt en ‘het bedrijf’ of ‘de samenleving’ sowieso 10 miljoen, waarom zou je dan niet voor die 15 miljoen gaan? Er is geen ‘straf’ op liegen.
@7 Ik heb het ook gelezen, dat van de ingenieurs verontrust me wel een beetje. Dat economen liegen, á la, maar dat de mensen die onze bruggen en huizen ontwerpen… Ik kalmeerde me met de gedachte dat het slechts om 12 mensen ging en de groep dus te klein is om een relevante uitspraak erover te doen. (30 is meestal het minimum)
Overige leuke bevindingen (die niet als zodanig in het onderzoek staan):
2,33% van de bevolking (of in ieder geval de onderzochte studenten) is een pathologische leugenaar, ze geven het verkeerde antwoord, ongeacht de winst die daarbij hoort.
8,14% van de populatie ‘minimaliseert’. Ze geven blauw/blauw (28 euro) ondanks dat het eigenlijk groen/blauw (29 euro) is. Het meest opvallende is dat ook de economische studenten hierin oververtegenwoordigd zijn (11,6%, 9/77). Mijn intepretatie (ze lijken politiek op ‘de leugenaars’, maar verwachten vaker van anderen dat ze eerlijk zijn, in tegenstelling tot ‘de leugenaars’) is dat ze door een oneerlijk, minimalistisch antwoord geven, ‘recht’ willen maken wat ze vermoeden dat studiegenoten ‘krom’ hebben gemaakt.
@7: Onder “science” vallen ook de niet zo harde biologie en bio-medische wetenschappen. De lage score van de inginieurs is een aanwijzing dat het resultaat ook door “analytisch denkvermogen” kan zijn gedreven.
In ieder geval: in de werksituatie heb ik persoonlijk geen verschil qua eerlijkheid gemerkt tussen economen/bedrijfskundigen, juristen en sociale wetenschappers in het algemeen.
@10: er zijn ook bedrijfskundig ingenieurs, wellicht verklaart dat wat.
Toch vind ik het moeilijk om exact te oordelen omdat de opzet me niet geheel duidelijk is. Kregen de deelnemers vantevoren te horen of ze aan een onderzoek meededen dat ging over waarheidsvinding? Kregen de deelnemers het geld ook echt (en wisten ze dat vantevoren)?
Ik heb ook wel eens gelogen in een “officieel” onderzoek. Namelijk of ik de kwaliteit van mijn universiteit goed vond. Zonder er verder over na te denken kruiste ik goed aan. Immers, het was een onderzoek van Elsevier. Denkelijk zouden de resultaten gebruikt worden voor een ranking in dat blaadje. En ja, ik wil natuurlijk niet van een universiteit komen die bekend staat als matig. That’s not in my own interest. In andere onderzoeken zou ik wellicht wel eerlijk zijn geweest, daarmee niet zeggend dat ik miijn universiteit(en) beticht van slechte kwaliteit.
Hoe zouden jullie gehandeld hebben?
@11:
De opzet van het experiment is zodanig simpel (en werd bovendien nog eens schriftelijk uitgelegd) dat het wel heel erg vergezocht is om aan te nemen dat universitaire studenten economie en techniek het wél snapten en de rest niet (inclusief de harde bèta’s waar je zo’n hoge pet van op hebt).
Wat hier is gemeten is het gemak waarmee verschillende groepen studenten de doorgaans in mensen aanwezige remmingen om te liegen weten te negeren.
Dit is wat de onderzoekers wilden meten en ik zie geen enkele reden om te veronderstellen dat dit niet is gelukt.
De opzet van het experiment is zodanig simpel (en werd bovendien nog eens schriftelijk uitgelegd) dat het wel heel erg vergezocht is om aan te nemen dat universitaire studenten economie en techniek het wél snapten en de rest niet
Dat 50% meer economen/inginieurs dan sociale wetenschappers/geesteswetenschappers het spel wisten op te lossen (vergeet niet dat ook onder de socialo’s ongeveer 50% volgens jou loog) kan betekenen dat het eerder een kwestie van snappen is dan een kwestie van eerlijkheid.
Wat hier is gemeten is het gemak waarmee verschillende groepen studenten de doorgaans in mensen aanwezige remmingen om te liegen weten te negeren.
Wat is waargenomen is dat de spelstragie blijkbaar significant afhangt van de studierichting van de student.
Dit is wat de onderzoekers wilden meten en ik zie geen enkele reden om te veronderstellen dat dit niet is gelukt.
Ik veronderstel ook helemaal niks. Ik geef aan dat:
1). ook beta’s (de inginieurs dan) relatief vaak “liegen”
2). dit een spelsituatie betreft en niet een real life situatie
3). dat in mijn (real life werk) ervaring economen zich niet opportunistische gedragen dan niet-economen
@12
Inderdaad zijn er ook bedrijfskundig ingenieurs (technisch bedrijfskundigen). Ik weet niet hoe afgebakend de grenzen de onderzoekers hier hebben getrokken. Desalniettemin, 12 blijft een aantal waarover weinig te zeggen is. Als in plaats van 3 personen 4 personen eerlijk hadden geantwoord, dan zou het in plaats van 25% al 33% zijn. Je kunt dan geen uitspraak doen over de (onbekende) gehele populatie van ingenieurs, omdat individuen een te grote invloed hebben op de test.
Misschien moet je het onderzoek zelf even lezen. Er staat in dat er expres omfloerst wordt gesproken over de toekomstige handelingen. Je wilt namelijk weten of men intrinsiek eerlijk is, niet of men kan voldoen aan het impliciete extrinsieke oordeel van de onderzoeker. Bij veel van de economische en psychologische onderzoeken wordt vooraf niet het doel verteld van het onderzoek, maar meestal alleen de te volgen procedure (al kan ook dat afwijken, omdat je misschien juist wil weten wat mensen doen als er van een procedure afgeweken wordt). Dat het doel niet wordt verteld, heeft met de expectation bias te maken. Jouw voorbeeld van de Elsevier is daar een goed voorbeeld van: je weet (of vermoedt) dat aan de hand daarvan een rating gemaakt wordt in het blad en daarom zou je de test niet waarheidsgetrouw invullen. Voor die economische onderzoeken is het altijd vooraf duidelijk wat je aan geld krijgt (en door welke handelingen je dat kunt doen), men wil namelijk de ‘homo economicus’ in bepaalde situaties testen en daar is dus -want economisch- geld voor nodig. Dat is ook echt geld. Overigens heb ik ook een keer voor een onderzoek (maar niet van de Elsevier) zoiets ingevuld, waarheidsgetrouw, dus met mijn ontevredenheden over de studie en universiteit.
@14:
Ik vind het opvallend dat je ervan uitgaat dat het experiment was opgezet als ‘spel’.
Daar was geen sprake van. Er was niemand om te verslaan. Er viel niets op te lossen. Er waren geen spelregels. Er kwam geen winnaar uit.
Wat werd gemeten was of individuen bereid waren te liegen voor een euro. Dat is alles.
En je maakt mij echt niet wijs dat universitair studenten in welke discipline dan ook ‘zend “groen” en ontvang vijftien euro; zend “blauw” en ontvang veertien euro’ niet zouden snappen. Dat is ronduit belachelijk.
Ik vind het opvallend dat je ervan uitgaat dat het experiment was opgezet als ‘spel’.
Uhm…
The decision problem considered in our experiment is extremely simple. A
random process with common-knowledge distribution generates a colored circle (blue
or green, henceforth called the signal) on a computer screen. A ‘sender’ observes the
signal and sends a message to a ‘receiver’, indicating either “The blue circle has
appeared” or “The green circle has appeared”. The sender earns 14/15 Euros for saying
the color is “blue”/“green”, irrespective of the true color. Consequently, she faces a
dilemma between honesty and material interest if the signal happens to be blue. The
receiver, in turn, receives a payoff of 10 Euros irrespective of either the message or the
true color. In fact, he is uninformed of the true color, and hence cannot verify whether
the message received is false or true. The description of this decision problem is
common knowledge, so the receiver does know the probabilities of each color signal.2
(sorry voor de layout alvast) klinkt toch best wel als een spel. Het klinkt in ieder geval niet als een werksituatie of een andere situatie waarin jouw handelen consequenties heeft voor het welbevinden van een ander. Vergelijk het maar als het Stanford Prison Experiment: dat was duidelijk gemodelleerd als for real.
Er waren geen spelregels.
Zie boven.
Wat je misschien wel kan concluderen uit dit resultaat is dat economen, bedrijfskundige en inginieurs een consequentialistische moraal erop nahouden (uitkomsten zijn het belangrijkst), en sociale wetenschappers, geesteswetenschappers en juristen (scoorden ook erg hoog) een deontologische moraal (principes zijn het belangrijkst).
In de brede zin van het woord spel, was dit een spel.
1) Als je onder ‘spel’ die activiteiten omvat die (versimpeld) voorbereiden, imiteren of modelleren hoe de ‘echte wereld’ in elkaar zit, dan is dit een spel. Dan zijn ook de activiteiten, het ‘spelen’ van leeuwenwelpjes en ander jong gedierte, een spel. Economen gebruiken voor dit soort experimenten ook wel ‘game’ (zo ook bij Game Theory, speltheorie, wat in het geheel niet gaat over spelletjes, maar strategieen)
2) Als je spel bedoelt als iets voor de leuk, dan hoeft dit experiment dat natuurlijk niet te zijn (dat hangt van de speler af).
We moeten hier niet gaan zeveren over of het wel of geen spel is, om er uiteindelijk achter te komen dat definities verschillen. Ik denk dat analist 1) bedoelt en Jeroen Laemers 2)
Voor beiden: aan het eind van het onderzoek is een appendix, met daarin ook het formulier dat de studenten voor dit onderzoek hadden ontvangen, inclusief controlevragen, om te kijken of de deelnemers het snapten.
We moeten hier niet gaan zeveren over of het wel of geen spel is,
Wel als je op basis van dit experiment iets wil zeggen over gedrag in het echt. En dat wil Jeroen.
@Jeroen Laemers
Puik artikel, ik moet nog even al die linkjes doorspitten. In het huidige klimaat interessante feiten en een gedegen mening over economen, economie en marktwerking.
@20
Je hebt gelijk, maar ik doelde meer op een welles/nietes discussie. Ik heb twee opvattingen van ‘spel’ gegeven. Kun je er in een vinden? Wat bedoel jij met spel? En wat bedoelt Jeroen?
@19:
Ik denk niet dat dit experiment gaat over het toepassen van strategieën met als doel een gewenste uitkomst te bereiken die al dan niet afhankelijk is van de reactie van de ’tegenspeler’.
Alle ‘zenders’ bereiken immers altijd hun gewenste uitkomst. Zodoende gaat het experiment meer over het uitdrukken van een voorkeur dan over het toepassen van strategieën.
De vergelijking met game theory gaat dus mank. Dit experiment is dus hooguit een spel in de zeer beperkte betekenis van ‘simulatie’.
@22
Dat vond ik ook eerst het raarste van het onderzoek: er is geen tegenspeler, die krijgt een bedrag, wat die ook doet. Je kunt je gedrag dan ook niet aanpassen, noch een strategie ontwikkelen om om te gaan met dat gedrag, want dat doet toch niet terzake. Voor het onderzoek was het voldoende geweest enkel en alleen te zeggen dat er menselijke ontvangers zijn (want tegen een computer/niets hoeven we ons geen zorgen te maken). Economisch was dat ook handiger geweest: nu heeft de helft ‘niks gedaan’ behalve 10 euro innen. Ik had begrepen (don’t pin me down on it) dat ze tijdens het onderzoek niet wisten of ze zender of ontvanger waren. In dat opzicht gaat de vergelijking met game theory inderdaad mank, het gaat enkel en alleen om het gebruik van het woord game (spel) in de economie (Ik kreeg pas later door dat je ook de schrijver van het artikel was en dus al in de stof zat).
Bij nader inzien kun je natuurlijk wel een ’tegenspeler’ ontdekken: het stemmetje in je hoofd dat je zegt dat je eerlijk moet zijn. Je kunt het ook zo stellen: geef je toe aan die ’tegenspeler’ of geef je toe aan winstmaximalisatie?
Als onderzoek vond ik het ook een beetje raar, maar besefte dus wel dat hier het gedrag wordt gemodelleerd waarin mensen noch zichzelf, noch anderen benadelen met een leugen. Wat gaan mensen dan doen? Het onderzoek gaat volgens mij (en jou) dan inderdaad om het uitdrukken van voorkeuren tussen mensen, die niet rationeel of verklaarbaar te maken zijn door toepassing van het begrip ‘homo economicus’.
@20: Waarom zou dit niet “in het echt” zijn? Er stond uiteindelijk gewoon echt geld op het spel en laten we wel zijn, meedoen aan experimenten is voor studenten gewoon een soort bijbaan (en geld doorgaans de belangrijkste motivator om mee te doen). Dus tenzij hun andere werk ook “spel” is (in welk geval hun gedrag net zo goed navenant zal zijn), denk ik dat je op zoek bent naar spijkers in laag water.
@20:
Is inderdaad het zeuren niet waard:
Valsspelers die vals spelen bij spelletjes, doen dat in het dagelijks leven ook.
Volgens mij geldt het zelfde voor bijna alle analisten en statistici, die proberen van nature de cijfers naar eigen inzicht te manipuleren
;-)
Studenten in de geesteswetenschappen bleken daarentegen het eerlijkst
Uit het pdf’je blijkt niet dat de deelnemers zijn ondervraagd over hun motieven. Die motieven kregen ze in de schoenen geschoven op basis van wat statistiek. dat is nogal pover. Waarom niet even gevraagd naar de reden waarom ze bepaalde keuzen maakten?
De groep studenten geesteswetenschappen was misschien meer vertrouwd met dit type test dan economiestudenten en wilden het onderzoek niet verstoren door vals te spelen. Of de groep economiestudenten dachten dat het om een soort intelligentietest ging en wilden niet als debiel overkomen door voor de lage bedragen te kiezen.
Een ander aspect van eerlijkheid is openheid. Misschien hadden de economiestudenten ronduit verteld dat ze logen als het ze was gevraagd. Door dat na te laten kunnen makkelijk verkeerde conclusies worden getrokken.
(Overigens was dit een onderzoek van de economie faculteit.)
Ikzelf speel graag vals. Niet om te winnen maar omdat dit meer spelvreugde oplevert. Je speelt immers niet alleen met het spel maar ook met de regels. Dat is dubbel spelen. In het dagelijks leven speel ik bij voorkeur niet vals. Niet omdat ik eerlijk ben maar omdat het me waarschijnlijk meer zou kosten dan opleveren.
Het is misschien een spel in de speltheoretische zin van het woord, maar dan wel een compleet triviale. Je hebt gewoon twee keuzes, en één keuze is compleet superieur t.o.v. de andere. Er zijn binnen de opzet van het experiment geen redenen om de waarheid te spreken. Mensen die op gevoel afgingen en de waarheid spraken deden dat omdat ze hun gevoel vertrouwden, ook al was hun gevoel in deze opzet waardeloos. In de realiteit gebeurt het bijna altijd dat als je niet de waarheid spreekt en daardoor meer geld verdient dan wanneer je niet had gelogen, je het risico loopt dat iemand daarachter komt en boos wordt. Hier was dat niet zo, en je instinct is dus gewoon een slechte raadgever. Ik zou ook hebben gelogen en zou daar trots op zijn geweest. Of in de realiteit je instinct altijd een slechte raadgever is, dat is iets anders.
@27: Dus als je met bedrog geld kunt verdienen en daarmee denkt weg te komen doe je dat, met trots? Economie gestudeerd?
Voor 1 euro meer verkwansel je het principe ‘eerlijk zijn’, al doe je er niemand kwaad mee. Iets om over na te denken? Dat geldt voor 65% van economiestudenten, en 51% van de gehele sample.
@28 Ik hoef er niet mee “weg te komen”, want het is een slachtofferloze misdaad. Ik zou zelfs niet van ‘bedrog’ spreken als er niemand wordt benadeeld.
Ik ga zelfs maar volledig de advocaat van de duivel spelen: soms kan liegen goed zijn. Neem al die Europese ministers die zeiden dat een Griekse euro-exit ondenkbaar was. Natuurlijk was dat niet ondenkbaar, en werden er in landen als Duitsland achter de schermen al allerlei scenario’s besproken. Maar die Griekse euro-exit hing grotendeels af van of de Grieken wel of niet failliet zouden gaan, en dit hing weer af van hoeveel geld ze moesten betalen voor leningen die ze elke zoveel tijd moesten afsluiten om voor aflopende eerdere leningen te kunnen compenseren. Hoeveel geld ze moesten betalen hing vervolgens weer af van de kans die investeerders toekenden aan een euro-exit en een default. Als je als minister publiekelijk gaat lopen speculeren over een Griekse euro-exit, dan drijf je de onzekerheid over Griekenland op, waardoor ze meer geld moeten betalen en waardoor een euro-exit waarschijnlijker wordt. Het is een voorbeeld van een self-fulfilling prophecy, en die kun je vermijden door te liegen.
Misschien dat economen en bedrijfskundigen beter begrijpen dan geesteswetenschappers dat het spreken van de waarheid an sich niet slecht of goed hoeft te zijn; het hangt af van de consequenties die ermee gemoeid gaan. Ik geef gelijk toe dat bedrijven kunnen liegen en daarmee wel mensen kunnen benadelen, maar dat dat slecht is komt door het benadelen van mensen en niet door het liegen zelf. Hetzelfde geldt dus voor het experiment dat in @0 wordt beschreven: er zijn geen benadeelden, en dus is er geen motivatie om niet te liegen. En dat je dat doorziet, daar mag je best trots op zijn, vind ik. En ik heb niet eens economie gestudeerd.
@30: Ik hoef er niet mee “weg te komen”, want het is een slachtofferloze misdaad.
Precies dezelfde smoes als al die andere economen die bedriegen op kosten van de belastingbetaler.
Liegen is het verbergen van een waarheid die aan het licht had moeten worden gebracht (Rousseau).
Een minister van financieen vrijdags gevraagd of de munt van zijn land gaat revalueren, kan hoe dan ook niet anders zeggen dan: nee.
Als opvolgende maandag blijkt van wel, heeft die Minister niet gelogen.
Zelfs wanneer je het onderzoek methodologisch overtuigend vindt dan nog is de enige conclusie die je uit dit onderzoek kan trekken dat economen vaker dan anderen bereid zijn om in ruil voor één euro te verklaren dat een groene cirkel blauw is.
Dit generaliseren naar om het even welke andere situatie is vrij absurd. De link met ‘de onzichtbare hand’ en de gedachte dat economiestudenten met een geloof geïndoctrineerd worden zijn beide vaag, vergezocht en getuigen van weinig begrip van een studie economie.
Overigens moet je werkelijk een halve haring (of een godsdienstwaanzinige die meent dat zijn godje meekijkt — zie de lage leugenaarsscore bij studenten ‘geesteswetenschappen’) zijn als je een euro afwijst omdat je niet wil zeggen dat een groene cirkel blauw is.
@33: Is het niet waanzinnig dat iemand een euro wil verdienen op deze manier?
Vraagje: hoe scoorden de communicatiewetenschappers?
@30, natuurlijk wordt er iemand benadeeld – die euro wordt toch betaald? Gratis geld bestaat niet.
Bovendien is de waarheid spreken wel degelijk principieel beter: als liegen de basis zou zijn, is elke vorm van communicatie en elke vorm van uitgestelde transacties volledig onmogelijk. Dan heb je geen economie meer. Zelfs de mensen die voordeel behalen met leugens kunnen dat uitsluitend omdat er meestal de waarheid gesproken wordt.
Maar het maakt degene die betaalt niet uit of hij veertien of vijftien euro kwijt is.
Een vals dilemma tussen alleen maar liegen en alleen maar de waarheid spreken. Een goed alternatief is om per situatie te bekijken wat beter is.
@36, que?
Dat doet er niet toe – want of diegene er nu mee instemt of niet, hij wordt benadeeld door oneerlijk handelen.
Het is overigens geen vals dilemma: liegen en waarheid spreken zijn geen gelijkwaardige opties. En het per situatie bekijken levert bepaald niet altijd de beste optie op (lokaal maximum vs globaal maximum), ook daarmee is het risico reeel dat je anderen benadeelt.
Het enige belang van degene die dat geld lapt is dat er een dataset wordt gegenereerd waar hij wetenschappelijk verantwoorde conclusies aan kan verbinden. Of ik veertien of vijftien euro uit de pot haal maakt voor hem niet uit, want in beide gevallen draag ik evenveel bij aan zijn doel. De enige benadeelde partij hier ben jij blijkbaar, want degene die geld kwijt is klaagt er niet over.
???
Snap je wel wat een vals dilemma is? Neem het eerste voorbeeld van de Wikipedia-pagina: “[z]ou u op de aanrander schieten of hem gewoon uw vriendin laten verkrachten?” Vind je dat in dit geval wél sprake is van “gelijkwaardige opties”?
Globaal en lokaal? Op welke ruimte? De tijd? Een soort ruimte van strategieën, bijvoorbeeld het interval [0,1] waarin elke waarde correspondeert met de kans dat ik in een willekeurig gekozen situatie lieg? Of heb je het over Nash-evenwichten?
Misschien zou je hier iets duidelijk in kunnen zijn.
Euro = Maximaliseren en stimuleren Bonussen (Spanje verspeelt ‘ECB-bonus’) + socialiseren van de schulden (sns)
@30: Als je meer geld hebt dan eerlijke mensen doordat je liegt, ben je economisch sterker en heb je meer mogelijkheden en macht. Het is net als met doping in de sport, gewoon lullig voor de mensen die zich aan de regels houden.
Als we even de commentaren van economen over de crisis en het ontstaan ervan onder de loep nemen dan luister ik nog liever naar een sprookjesverteller van de Efteling. Werkelijk niemand, zelfs de heren met de titel hoogleraar, gaven zinnig commentaar of deden een juiste voorspelling. Snap dan ook werkelijk niet dat dit een universitaire opleiding is?
@41:
Zou het onderstaande een verklaring kunnen zijn?
Verstandige mensen studeren om hun kennis te verdiepen,
domme mensen om net te doen of ze verstand hebben.
@ 42 ja zo zou je het ook kunnen zeggen.