Ooit was de column het meest vrije genre dat er was. Nog altijd kan de columnist schrijven waarover hij wil en heeft hij eigenlijk maar één beperking: hij moet een bepaald aantal woorden vol schrijven. Wie gaat bloggen, is nog vrijer: die heeft zelfs die beperking niet. Hij neemt zoveel woorden als nodig is voor zijn betoog en dat is dat.
Paradoxalerwijs leidt deze vrijheid in de praktijk toch tot een beperking. Als iemand schrijft over alles wat bij hem opkomt, is er immers ook geen reden hem te volgen, want in driekwart van de gevallen schrijft hij over een onderwerp dat je niet interessant vindt. Slechts een enkele blogger – slechts een enkele auteur, trouwens – heeft het gouden pennetje dat hem zó goed doet schrijven dat mensen álles willen lezen, domweg omdat hij het schrijft. Onder de columnisten is Max Pam zo iemand: ook al kan ik niet echt schaken, ik heb jarenlang zijn schaakrubriek gevolgd omdat hij zo verrotte goed schreef. Een blogger met deze stilistische vaardigheid heb ik nog niet ontdekt. Ik zeg weleens dat Multatuli het bloggen heeft uitgevonden omdat hij in zijn Ideën alle vrijheden al heeft genomen, maar zijn digitale volgelingen halen diens torenhoge niveau niet.
Kortom, de gemiddelde blogger zal zijn publiek niet binden door zijn schrijfstijl. Hij doet er dus goed aan toch maar een thema te kiezen, want dan bind je in elk geval geïnteresseerde mensen. Voor mijn persoonlijke blog is dat dus de oude wereld geworden. De algemeen bruikbare, van Multatuli gestolen naam van die blog, Mainzer Beobachter, bewijst dat ik die ambitie aanvankelijk niet had.