Wie vertrouwt de journalist nog? (3)

GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Hieronder een stuk van Henk Blanken, adjunct-hoofdredacteur van het Dagblad van het Noorden. Het verscheen eerder op zijn eigen blog. Lees ook deel 1 en deel 2. Natuurlijk zat de CIA achter de aanslagen op de Twin Towers. De Mexicaanse griep is bedacht door een op winst beluste samenzwering van wetenschappers, overheid en farmaceutische industrie. Het hiv-virus is bewust verspreid om overbevolking tegen te gaan en de DSB-bank is over de rand van het bankroet geduwd door een old boys-network onder aanvoering van minister van Financiën Wouter Bos. Complotdenkers zijn creatief. Dankzij internet zijn ze dat met talloze gelijkgestemden ook nog eens samen. Ze vinden elkaar in de echoputten van de netwerksamenleving. Hun theorieën zijn het product van constructief wantrouwen. Hun argwaan zwelt aan, langs soms verrassend originele denklijnen, gedreven door passie en onbehagen. Een rem zit er niet op, want niemand spreekt hen krachtig genoeg tegen. In de 1.0 samenleving van massamedia en maatschappelijk middenveld, van polderend landsbestuur en zuilen, zou de pers de frustratie hebben gedempt, de fictie hebben ontmaskerd of ? veel waarschijnlijker ? hebben doodgezwegen, weggefilterd uit het nieuws als klinkklare onzin. Maar complotdenkers hechten minder waarde aan de journalistiek dan aan andere complotdenkers; de pers maakt in het beste geval deel uit van het complot.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.