Hoe de kleine mug plaatsmaakte voor de grote mot

Wie niet van insecten houdt, moet op vakantie in La Grande Motte. De aankomstplaats waar het tourpeloton over enkele uren in een zinderende sprint zal neerstrijken, is volkomen bedacht door de Franse regering onder De Gaulle. (Natuurlijk De Gaulle: bij Franse regeringen denk ik altijd aan De Gaulle, bij de Franse koningen denk ik aan Louis Quatorze, bij Franse filosofen aan Voltaire. Ik weet dat er anderen zijn, maar heel vaagjes, heel diep verscholen onder een dik plakkaat (denk)beelden. Iconen zijn dit, onsterfelijk en gegrift in de geschiedenis. Anderen, misschien wel even groot sneeuwen onder.) Enfin, bedacht dus. Hoe bedenkt men een badplaats, en met welk doel? Twee vragen waarop eenzelfde antwoord te vinden is: geld. Francs dus in dit geval, francs die niet in Frankrijk werden uitgegeven, maar aan de Spaanse Costa Brava. In de jaren zestig kwam in het naoorlogse Europa een aanzienlijke toeristenstroom op dreef. Omdat de eerstkomende economische crisis zich pas over tien jaar zou aandienen met de oliecrisis van 1973, leegden zij met vreugde hun van voorspoed uitpuilende portemonnees aan de exotische kuststrook. Dat Spanje geregeerd werd door een fascistische generaal deed kennelijk niet terzake. Wie geld had, en een auto, ging op vakantie in de toen nog idyllische vissersdorpen Lloret de Mar, Salou en Tarragona. Voor de toerist die tegenwoordig de martelgang moet ondergaan hier neer te strijken, is het moeilijk te geloven dat het hier ooit leuk was.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De trut en de valk

tourdujourVerbazend nieuws uit de Tour de France: er rijdt een man met drie remmen. Pardon? Drie remmen? Een fiets bestaat toch uit 1 zadel, 1 stuur, 1 ketting, 2 wielen, 2 remmen en een heleboel versnellingen? Kennelijk niet altijd. De fiets van de Cofidisrenner Minard is anders.

Dit gegeven houdt mij bezig. Waar heeft Minard drie remmen voor nodig? Is hij van plan om zo hard op de bochten af te stuiven, dat twee remmen niet volstaan om zijn momentum binnen de veilige marges van de bocht te houden? Heeft hij ook een derde wiel met een derde velg waar de derde rem op vastzit?
Nadere bestudering van de fiets van Minard leert dat het laatste in elk geval niet waar is. Zijn fiets heeft dus twee wielen en drie remmen.

Zitten remblok nummer vijf en zes nu op het voorwiel of op het achterwiel? Basale fysica leert dat met hoge snelheid aanremmen op het achterwiel weinig zin heeft. Hoe die basale fysica werkt weet ik ook niet, maar mensen die ingenieur zijn, en mensen die bouwkunde hebben gestudeerd verzekeren mij ervan. In bochten moet je hard aanremmen op je voorwiel, omdat daar meer gewicht op zit ofzoiets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Parkoersen

Sagasso's Tour de FranceOf het nu om paardenrennen of om autoraces gaat – Fabian Cancellara kan elke wedstrijd winnen.

Het lijkt wel mode om wielerwedstrijden te organiseren op parkoersen die normaal voor andere races worden georganiseerd.
Zo maar wat voorbeelden uit het recente verleden:

  • de zevende etappe van de ronde van Italië eindigt in 2007 op het circuit van Mugello, een formule 1 baan die toebehoort aan het automerk Ferrari. Petacchi wint gemakkelijk de massasprint
  • een jaar later asfalteert de plaats Varese speciaal voor het het wereldkampioenschap een paardenracebaan, om al dat asfalt er na de wedstrijden weer uit te laten halen
  • dit jaar in de Vuelta d’España wordt de eerste rit afgehaspeld op het TT circuit van Assen.


Ook de Tour heeft vandaag over wegen gereden die we kennen uit een andere sport waar snelheid centraal staat: Formule 1. Het stratencircuit van Monaco is misschien wel de belangrijkste wedstrijd van het jaar, en nu dus ook deels gebruikt voor het Grand Depart.

Maar voor de mooiste wedstrijd die gebruik maakt van wegen die bekender zijn door een andere sport, moeten we weer terug naar Italië. Het is misschien wel de wedstrijd met de mooiste naam van allemaal, wat in een taal die misschien wel de mooiste van de hele wereld is niet mag verassen: Montepaschi Strade Bianche – Eroica Toscana. Zoals de naam verraadt, bestaat het parcours van deze wedstrijd voor een groot deel uit ‘Strade Bianche’: typisch Toscaanse kronkelweggetjes van aangeklopt kalkgruis.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De grote ronde van petit Géo

Sagasso's Tour de France Als in de vroege ochtend van 15 oktober 1894 de veelbelovende artillerieofficier Alfred Dreyfus van zijn bed wordt gelicht en gearresteerd op verdenking van verraad, vindt in feite de conceptie plaats van het grootste jaarlijkse sportfestival ter wereld. In zekere zin is het wel logisch dat de sport waarin het meest wordt vals gespeeld, overwinningen worden ge- en verkocht, waar combines worden gesmeed, waar Shakesperiaanse koningsdrama’s plaatsvinden als gekende knechten hun kopmannen naar de troon steken, waar de grootste heroïek de schlemieligste verliezen het dichtst bij elkaar liggen, dat juist die sport in zekere zin haar oorsprong heeft gevat in een politiek schandaal.

Le petit journal publiceert over het vermeende verraad van Alfred Dreyfus Alfred Dreyfus was een knappe man. Hij had een dun snorretje dat in twee opstaande puntjes naar de hemel wijst. Hij draagt naar de mode van die tijd een brilletje zonder pootjes, dat hij op zijn neus kan vastklikken. Pas later in zijn leven komt daar een draadje aan te zitten, dat met een klip aan het boordje van zijn jas kan worden vastgezet.

Hij is afkomstig uit Mulhouse, waar hij vijfendertig jaar eerder is geboren. Mulhouse is dan nog Frans, maar wordt door het opkomende Duitse Keizerrijk in de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 samen met de rest van Elzas-Lotharingen geannexeerd. De marcherende Pruisische soldaten maken diepe indruk op de jongen en hij neemt zich stellig voor ooit ook zo’n uniform te dragen.
Dreyfus heeft alleen één probleem: hij heeft een Joodse achtergrond.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tourziekte: kanker

De Tour de France is alweer aan de laatste fase begonnen. Drama? you bet! Maar de wielrensport kent schaduwkanten dames en heren, waar zelfs Mart Smeets geen heldendom van kan maken. Michiel Maas zet ze voor u op een rijtje.

Ricco de dopingzondaarJe haar blonderen als je in de tour rijdt, da’s nooit verstandig. Voor de goede verstaander is dan meteen duidelijk: die pakt. Want peroxidanten kennen de bijverschijnselen. Door de haarbehandeling schijnen er stoffen in het bloed te komen die lijken op de stoffen die dopinggebruikers in hun bloed hebben. Of was het nou dat dopinggebruik je haarwortels verkleurt? Anyway: peroxide=epo. Dat is een vuistregel bij de dopingcontrole. En ook in het wielerpeloton, waar altijd opvallend veel blonde Italianen rondrijden.
Nee, professioneel maskeren van dopinggebruik moet je grootser aanpakken. Heroïscher. En dat kan je beter aan Amerikanen overlaten.

Greg Lemond werd ooit aan flarden geschoten tijdens een jachtpartijtje. Maanden gerevalideerd, beetje fysiotherapie en hoppekee, de fiets op en de tour winnen. Zo veel respect kreeg de Amerikaan dat hij sindsdien nauwelijks meer werd opgeroepen voor de dopingcontrole. En als ze eens wat vonden, dan werd dat afgedaan als een medicijnresiduutje. Lemond had een waslijst aan middelen die hij, als ex-comapatient, mocht gebruiken en de rest van het peloton niet.
Maar de grootste tourgeweldenaar ooit, Lance Armstrong, had een nog beter verhaal. Teelbalkanker. Door het overwinnen van die ziekte, en het feit dat hij een bal minder dan de rest van het peloton moest meetorsen (zie Tintelpik), was zijn macht veel groter dan de rest van het peloton.
Maar als we de lijstjes van de touruitslagen van 1999 tot 2005 er eens bij pakken, valt het een en ander op. Armstrongs grootste uitdagers, Ullrich, Pantani, en vele anderen, hebben allemaal het stempel ‘dope’ gekregen. Armstrong bleef altijd buiten schot.
De Franse wielerpers, onder aanvoering van sportkrant l’Équipe, heeft nooit geloofd in de schoonheid van Lance. Er was zelfs sprake van een samenzwering: Armstrong had helemaal nooit kanker gehad, en heeft zijn hele verleden bij elkaar verzonnen om allerlei fijne medicijntjes in zijn plunje mee te kunnen nemen, met goedkeuring van de wielerbonzen.
Een Amerikaans onderzoek uit 2006 suggereert dat Armstrong zo hard kon rijden doordat zijn hormonaal systeem een andere balans had door zijn teelbalamputatie. Daardoor maakt het lijf meer rode bloedcellen aan, een soort natuurlijk epo-effect.
Een onwaarschijnlijke, maar mooie theorie. En die theorie moet te checken zijn: vindt een ambitieuze jonge renner, verwijder een teelbal en zie wat er gebeurt. Ik denk niks. Ik vraag me zelfs af of de dopingcontrole wel eens heeft gekeken hoeveel ballen Armstrong nou echt heeft.
Maar anyway, ook Lance had een verhaal. En dan komen we bij het probleem van de laatste min-of-meer tourwinnaar, Floyd Landis. Lullig gepakt na een bergritje, en vervolgens zijn titel in moeten leveren. Kreeg daarna meteen sms-jes van Lance en Greg.”Had nou eerst even in een ravijn gereden met de auto, een paar vingers laten amputeren of een hersenbloeding gekregen eikel.It’s the story, stupid.”

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tourziekte: Rotondes

De Tour de France is alweer aan de laatste fase begonnen. Drama? you bet! Maar de wielrensport kent schaduwkanten dames en heren, waar zelfs Mart Smeets geen heldendom van kan maken. Michiel Maas zet ze voor u op een rijtje.

RotondeSinds de inzet van helikopters in de Tour zijn rotondes niet meer uit het Franse straatbeeld weg te denken. Maar in het wielerspeloton worden ze gehaat. Wat niemand weet is dat een samenzwering tussen de tourdirectie en de Franse overheid verstrekkende gevolgen heeft gehad. Welke dat precies zijn, daar kan Sven Krauss u alles over vertellen. Hij zou dat ook graag doen, als de Tourdirectie niet alle filmbeelden van zijn valpartij, waarbij zijn fiets in drie stukken brak op een rotondebordje, heeft laten weghalen van youtube.

Zeer recentelijk sprak ik met een van de grootste rotondekenners van Nederland. Deze verkeerskundige vertelde me dat rotondes de ongelukken met het fietsverkeer op provinciale wegen met wel zeventig procent terugdringen. In die berekeningen is het gevaar voor wielrenners tijdens koersen uiteraard niet meegenomen. Maar wat hij me vervolgens vertelde was interessanter. Uit tests en berekeningen blijkt dat tweebaansrotondes, de soort die op de Franse wegen tegenwoordig om de paar honderd meter liggen, helemaal niet werken! De doorstroming gaat er niet sneller door, en de onduidelijke manoeuvres van weggebruikers die wisselen van baan op de rotonde, maken de dingen zelfs gevaarlijker. Maar waarom liggen er dan enkele tienduizenden op de Franse wegen?
Het is een afspraak, brom ik u! De tourdirectie, in de vroege jaren negentig geconfronteerd met dalende kijkcijfers, viel het op dat de helikopterbeelden van waaierende pelotons over brede rotondes, eindigend in een geweldadige fusie aan de andere kant, in de smaak vielen bij de sensationalisten. Laten we zeggen, de mensen die Formule 1 kijken voor de crashes en ijshockey voor de vechtpartijen. Die keken nooit naar de tour, maar kunnen zich tegenwoordig verlustigen aan gelanceerde renners, gebroken fietsen, spectaculaire vleeswonden en de enkele hersenschudding, sleutelbeenversplintering of onvrijwillige gebitssanering.
De tourdirectie gooide het aldus op een akkoordje met de Franse wegbeheerders. Jullie je rotondes, wij de spectakelbeelden. Want waarom worden de renners niet allemaal langs één kant van de rotonde gestuurd? Omdat ze dan niet aan de andere kant op opstaande randjes kletsen natuurlijk.
Maar het kan nog erger. Want een nieuwe Nederlandse vinding kan nog veel meer wielerellende opleveren. In Nederland liggen al een stuk of tachtig turborotondes. Dat zijn speciale rotondes met opstaande randjes tussen de wegstroken. Laat ze het in Frankrijk maar niet horen. Want een peloton met 50 per uur over een turborotonde sturen, dat wordt pas echt spectakel!

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tourziekte: Tintelpik

De Tour de France is alweer aan de laatste fase begonnen. Drama? you bet! Maar de wielrensport kent schaduwkanten dames en heren, waar zelfs Mart Smeets geen heldendom van kan maken. Michiel Maas zet ze voor u op een rijtje.

fietsbroekWielerbroeken zijn eigenlijk ondingen. Ze zitten niet lekker, staan bezopen, en als je ermee loopt voelt het alsof je in je broek hebt gescheten. Toch snap je na een paar honderd kilometer fietsen in een spijkerbroek waarom iedereen ze draagt.
Maar allerdaagse wielerkwaaltjes als zadelpijn, wielercarpaccio, derde ballen, tweede anussen of schaamschurft wil ik hier niet aan de orde stellen. Nee, een van de ergste ziektes in het peloton is Tintelpik. Een ziekte zo veelomvattend en aangrijpend dat zelfs Maarten Ducrot er niets over durft te zeggen.

De eerste symptomen zijn mild. Lichte tintelingen in de balzak en penis na het afstappen. “gevalletje verkeerd afstellen van het zadel”, zeggen de smartasses onder u. Maar gelooft u me, na een paar dagen zadelstellen, wordt het alleen maar erger. De schaamstreek voelt als een arm waarop een nacht geslapen is. Dopingcontrole is een drama, omdat pissen pijnlijk wordt. En na een week of anderhalf komt de tintelpik zelfs op de fiets om de hoek kijken. Dat merk je in het peloton. Renners schuiven op de zadels en proberen het zaakje over de rand van het zadel te hangen om het bloed weer aan het stromen te krijgen. Dat gaat -uiteraard- ten koste van de prestaties. Cadel Evans op de eerste alpenetappe? Ik mag een boon zijn als dat geen tintelpik was. Let er bij de rit van vanmiddag maar eens op. Knipperende ogen en een scheve zit? Yup! Tintelpik.
U begrijpt: dit probleem kan leiden tot onvruchtbaarheid, amputatie en andere narigheden. Terwijl de oplossing simpel is.
Er zijn grofweg twee manieren om eraf te komen. Frequente erecties is de eerste. Voor de amateurs-cyclisten een no-brainer. Voor de profrenners in de Tour de France een groot probleem. Want om ‘m in het hotel omhoog te krijgen naast een slapie die de godganse dag ruftend van de pasta naar Eurosport ligt te kijken, vergt een hoop fantasie. En fantasie (fluisterend) daar hebben ze in het peloton niet zo heel veel van.
De tweede oplossing is een spulletje met de naam epo. Werkt perfect om het dikkere bloed wat langer in de pik te houden. Heeft ook een bijkomend effect op de prestaties, maar dat is logisch, want geen tintelpik. Helaas zijn de wielerbazen, geheel pikloze mannen, niet blij met epo. En dat is puur een soort oudemannenvorm van penisnijd.
Maar nou komt het: De meeste renners zijn na drie weken tintelpik, en criteriums en naseizoen, totaal onvruchtbaar en praktisch impotent. Pas na een paar maanden, zo tegen november, ebt het langzaam weg. Het bewijs: de meerderheid van de wielerbaby’s wordt tijdens de Tour de France geboren. De rekensom: krijgt een wielrenner in de lente kinderen, dan gebruikt hij epo. Kan niet missen.

Vorige Volgende