Mensen zijn net dieren. Dagelijks doen zich namelijk talrijke situaties voor, waarin we ons eigen ‘territoriumgedrag’ ten toon spreiden aan de wereld om ons heen. Even laten zien, horen, voelen of ruiken dat we er zijn en dat we er toe doen. Het is een ingebouwd verdedigingsmechanisme om onszelf te kunnen handhaven in de maatschappij. Een gezonde, menselijke overlevingsstrategie op sociaal, fysiek en mentaal vlak.
Laat ik als voorbeeld het gedrag van mensen in een trein nemen. Nog voordat je instapt, en met goed fatsoen staat te wachten totdat iedereen is uitgestapt (weggespeelde concurrentie), treedt de adrenalineverhogende territoriumdrang al in volle werking. Je wilt vooraan staan (dominantie/heersen), zodat je als eerste binnen kan zijn om je plaats (territorium) te bemachtigen (af te bakenen). Wanneer dat gelukt is, en je je zwaar bevochten plek hebt weten te veroveren (rangorde), leg je je tas het liefst naast je op de bank (markeren/afbakenen territorium). Wanneer je daarnaast ook nog eens oogcontact met nieuw instappende mensen (concurrenten) probeert te vermijden, straal je leiderschap en dominantie uit (rangverwerving) en zullen je soortgenoten niet snel naast je komen zitten (alfamannetje). Wanneer je tóch per ongeluk uit je comfort-zone wordt gehaald, en een soortgenoot vraagt om naast je te mogen zitten, leidt dat vaak tot een gefrustreerde blik (mogelijke aantasting rang). In een enkel geval volgt er zelfs een botte opmerking (verdediging status). Voor oude(re) soortgenoten sta je daarentegen meestal zelfs je plaats af (respect voor de groepoudsten). Herkenbaar?