#Dezeweek | Filosoof Frans Bauer
COLUMN - Om maar met een flink understatement te beginnen: Syrië houdt de gemoederen wel bezig he? Sinds de gifgasbommen van Assad (?) gevallen zijn heeft het onderwerp zich met schokgolven tot vele gesprekken uitgebreid. Dikke kans dat ik morgen op een verjaardag naar mijn mening over de situatie wordt gevraagd. Om dan met een bek vol taart (ik hoop dat er taart is) niet veel verder te komen dan de Frans Baueresque uitspraak: ‘Ik vind het allemaal heel erg, maar ik snap er niet zo veel van.’
Via televisie en kranten kom ik hooguit op de hoogte van alles dat ik niet weet over de kwestie. Hoewel je daarmee ook een eind schijnt te komen, vind ik de complexiteit van de kwestie beangstigend. Het is een constellatie waarbij de Habsburgse staatsvorming verbleekt, een plot waarvan de schrijver van Game of Thrones een nat broekje krijgt. Maar was het maar een televisieserie, dan kon ik ervoor kiezen niet te kijken.
Het is dat ik kaartspellen bijna net zoveel haat als oorlogen in het Midden-Oosten, anders was ik in het Syrië-gesprek ongetwijfeld de onhandige John McCain geweest die zat te pokeren op z’n smartphone. Ik kan voor geen meter pokeren, maar in vergelijking met Syrië vind ik zelfs dat een overzichtelijk en fantastisch spel. Was het maar zo simpel als een robbertje Texas Hold ‘em. Dat iemand me kon vertellen: ‘Nee Peter, met een twee en een zeven kun je beter niet all-in gaan, dan verlies je.’ In Syrië vind ik het soms zelfs nog onduidelijk wie nou eigenlijk de tegenstander is, laat staan dat ik z’n pokerface herken.