Van aandeelhoudersmodel naar gelijkwaardigheidsmodel (2)

Een gastbijdrage van Ries van der Vos Het aandeelhoudersmodel is niet meer van deze tijd. Vervang het door het gelijkwaardigheidsmodel, waarbij zeggenschap en ondernemingsrisico tussen kapitaal en arbeid wordt gedeeld. Een onderzoek in drie delen. Deel 1 verscheen 12 juli. Vandaag deel 2: Welke gevolgen heeft het gelijkwaardigheidsmodel voor de jaarrekening van bedrijven? Nieuwe jaarrekening We hebben vastgesteld dat kapitaal en arbeid behoren tot bedrijfsassets van de onderneming. Beide horen op de balans. Arbeid is geen kostenpost meer in de resultatenrekening. De vraag die dan moet worden opgelost is: ‘Wat is de waarde van het menselijk kapitaal en menselijk vermogen’ en ‘hoe verhoudt zich het financieel (eigen) vermogen zich ten opzichte van het menselijk vermogen’. Voor de waarde van het menselijk kapitaal hebben we gebruik kunnen maken van een methodiek die door de OESO, het CBS en CPB ook worden toegepast voor onderzoek naar menselijk kapitaal op landelijk niveau [1]. Feitelijk is hier dan sprake van een stelselwijziging. Voorbeeld: In onderstaande voorbeeld is bij de start het menselijk kapitaal berekend op 15,4 en het menselijk vermogen dus ook op 15,4. Het volgende boekjaar is het menselijk kapitaal berekend op 15,5. Het menselijk vermogen is dan ook 15,5, maar er is 0,1 toegevoegd aan de pensioenreserves, maakt het menselijk vermogen 15,6.  Gemiddeld menselijk vermogen wordt 15,5 en voor het eigen vermogen gemiddeld 4,5. Gegeven is: dividend (vorig jaar) = 1,8, lonen (vorig jaar) = 4,2, gemiddeld menselijk vermogen(vorig jaar) = 15,3 en gemiddeld eigen vermogen (vorig jaar) = 4,6. Voorgesteld dividend = 2, dan is de groei van dividend / eigen vermogen = ( 2/4,5 – 1,8/4,6 )/ ( 1,8/4,6) = 0,1358 Gelijk aan de groei van de lonen t.o.v. het menselijk vermogen: (lonen/15,5 – 4,2/15,3) / (4,2/15,3) = 0,1358 Lonen = (1 + 0,1358) * 15,5 *4,2/15,3 = 4,8328 Hier zien we het essentiële verschil van inzicht met het aandeelhoudersmodel. In dat model worden werknemers gezien als bedrijfskosten, waar je gemakkelijk mee kan schuiven. Maar werknemers hebben net als aandeelhouders een langdurige relatie ingebracht voor de onderneming. Werknemers horen bij de onderneming. Werknemers zijn niet zielig, net als alle burgers doorgaans goed opgeleid. Zij hebben recht op inspraak in de onderneming met stemrecht. Burgers begrijpen best dat het leven en ook het bedrijfsleven gepaard gaat met risico’s. Arbeid is schaars geworden, terwijl kapitaal in ruime mate aanwezig is. Werknemers worden achteraf, na afloop van het boekjaar beloond met een aangepast salaris, net als aandeelhouders worden beloond met een aangepast dividend. Spaarzin bij burgers wordt zo weer gestimuleerd en schulden worden verminderd [2]. Stemrecht andere stakeholders? In bovenstaande beschrijving hebben we de rol van de werknemers en aandeelhouders als interne stakeholders in het gelijkwaardigheidsmodel beschreven. Met externe stakeholders, klanten, leveranciers, banken, overheid en onderaannemers zijn reeds afspraken gemaakt (over prijs, rente, lasten, projectsom). Daarom is er geen plaats in de stakeholdersvergadering. Wanneer er sprake is van een strategische samenwerking, dan kan besloten worden tot deelname in elkaars ondernemingen. Andere externe stakeholders komen zeker niet in aanmerking voor inspraak en zeker niet voor stemrecht: pers, adviseurs, beursanalisten, etc. Er kan overwogen worden om  externe maatschappelijke stakeholders op gebieden van sociaal- en milieubeleid toe te laten met stemrecht (deskundigen voor aankoop CO2 emissierechten , verhandeling van stikstofrechten, kosten voor PFAS-bestrijding, extra kosten voor opleidingen, nieuwe controles ter voorkoming van uitbuiting, investeringen voor vergroening van productie, inhuur extra expertise met bijbehorende loonkosten, etc.). Dergelijke maatschappelijke deskundigen zullen doorgaans werkzaam zijn bij door de overheid bekostigde onderzoeksinstituten. Dit idee van stemrecht door maatschappelijke stakeholders valt echter buiten het gelijkwaardigheidsmodel en past meer in een stakeholdersmodel [3]. Uitzonderingen Het hierboven beschreven gelijkwaardigheidsmodel gaat uit van ondernemingen met een jaarlijks patroon van werkzaamheden. Er kunnen omstandigheden zijn dat het gelijkwaardigheidsmodel niet kan worden gehandhaafd. Wanneer de winst onvoldoende is voor een gelijkwaardige dividend- en loonreservering, dan worden de lonen bevroren en het dividend stopgezet, net zo lang dat er weer twee achtereenvolgende jaren winst wordt gemaakt. Ook zijn er ondernemingen met een sterk wisselend patroon van inkomsten. Te denken aan een hedge fund. Enkele jaren is er geen rendement en in een enkel boekjaar is er een groot rendement. Arbeid blijft dan wel op de balans. Lonen worden uitgekeerd uit beschikbare liquide middelen (binnen de balans). Dividend wordt pas uitgekeerd als er positief rendement is. Gelijkwaardige beloning is alleen langjarig vast te houden. Betekenis gelijkwaardigheidsmodel Personeel, beter betaald, met indirect stemrecht en opbouw eigen vermogen zal meer gemotiveerd zijn de onderneming te dienen. Sociaal beleid en milieubeleid zullen meer tot hun recht komen door de invloed van de ondernemingsraad met stemrecht. Inkomstenverlies door stakingen bij de onderneming zal bijna verdwijnen door de zeggenschap met stemrecht voor de ondernemingsraad. Fraude en corruptie zal afnemen doordat medewerkers worden verplicht om onheuse handelingen te melden. Dit kan ook anoniem aan de eigen ondernemingsraad en zo nodig aan de centrale ondernemingsraad. Alle meldingen moeten worden besproken door de leiding met de ondernemingsraad. Resultaten worden schriftelijk vastgelegd en teruggekoppeld naar de betrokken werknemer. Wegkijken bij fraude door medewerkers kan tot strafvervolging leiden door onafhankelijke rechters. Vakbonden kunnen ondernemingen beter vakinhoudelijk ondersteunen als loononderhandeling op sectorniveau wegvalt. Dat levert kwaliteitsverbetering op voor ondernemingen. Vakbonden hebben geen CAO-overleg meer over lonen. Aandeelhouders ontvangen een meer stabiel rendement met minder pieken en dalen. Minder werkloosheid lijkt te voorzien, doordat salarissen ook kunnen dalen en de ondernemingsraad meer invloed krijgt, zal afvloeiing van medewerkers langer kunnen worden uitgesteld. Dat geldt dan voor alle ondernemingen. Aandeelhouders moeten hun stemrecht gaan delen met werknemers. En aandeelhouders worden relatief minder goed beloond dan in het aandeelhoudersmodel. Werknemers lopen een risico van salarisverlaging. Financiële instellingen Het stakeholdersmodel is ook van toepassing voor financiële instellingen. De prijs van geld is de rente. Voor banken behoort primair te gelden: ‘Zorg voor de client’. Producten en diensten moeten voldoen aan de wensen van de klant en de klant moet de risico’s hiervan kunnen overzien. Alle werknemers van een bank hebben deze zorgplicht. Wanneer een employee ziet dat de zorgplicht duidelijk wordt verzaakt, dan heeft betrokken medewerker de plicht om de afdeling of eigen ondernemingsraad op de hoogte te brengen van de zorgen van de werknemer. De ondernemingsraad bespreekt alle klachten met de leiding van de bank. Ook bij klanten van de bank hebben de werknemers de verplichting mogelijke misstanden of te risicovolle producten te melden bij hun ondernemingsraad. Op deze wijze zijn ook bedrijven weerbaarder naar financiële instellingen. Voor andere financiële instellingen dan banken geldt dit nog in sterkere mate. Een private equity firma heeft haar bestaansrecht ervan gemaakt om op termijn rendement te creëren. Veel geld in portefeuille en een kleine staf van gespecialiseerd personeel. De zeggenschap van geld (dividend) is veel groter van de invloed van enkele werknemers (loonpost). Hier zal de weerbaarheid van bedrijven waar de private equity in investeert veel meer haar werk moeten doen en grote risico’s moeten melden aan de ondernemingsraad. Tech-bedrijven Techbedrijven in sociale media hebben nu een grote invloed op de gebruikers. Je kunt spreken van een marktmacht richting monopolist. Men beheerst de markt en verdient aan reclame en kan concurrentie uitsluiten. Dat is een ongewenste ontwikkeling, waarmee hightech bedrijven woekerwinsten kunnen behalen voor de aandeelhouders en leidinggevenden. Het gelijkwaardigheidsmodel moet dit behoorlijk indammen. De ondernemingsraad wordt niet alleen maar gedreven uit commerciële belangen, maar ook door sociale en morele belangen. De ondernemingsraad heeft vaker meer aandacht voor de lange termijn. Farmaceutische industrie Kenmerkend voor deze industrie is dat er hoge winsten worden gemaakt. Voor gezondheid wordt veel betaald. De kosten voor medicijnontwikkeling zijn hoog. Maar veel basisontwikkeling wordt eerst uitgevoerd door wetenschappelijke instituten die worden gefinancierd door de overheid. Pas daarna worden medicijnen vaak doorontwikkeld en commercieel gemaakt door deze farmaceutische bedrijven. Aandeelhouders worden rijk van sommige woekerwinsten. Het gelijkwaardigheidsmodel moet dit verminderen. Morele overwegingen bij werknemers zullen eerder door de ondernemingsraad naar voren worden gebracht dan door zaakvoerders. Dat kan leiden tot meer openheid over de ontwikkelkosten van medicijnen. Petrochemische industrie In deze industrie gaan enorme omzetten jaarlijks om. Fossiele brandstoffen zijn een belangrijke oorzaak van CO2-uitstoot, wat zorgt voor een broeikaseffect met opwarming van de aarde met alle negatieve gevolgen. Ook zorgt verbranding van fossiele brandstof voor stikstof neerslag, waar vooral in natuurgebieden de biodiversiteit sterk wordt verminderd. Van deze industrie wordt verwacht dat zij een transitie gaat doormaken naar groene energievormen. In de praktijk blijkt echter dat de investeringen voor deze transformatie sterk achterblijft ten opzichte van investeringen in de fossiele brandstoffen. Duidelijk is dat de druk van aandeelhouders voor goed rendement te hoog is. De leiding wil de aandeelhouders niet teleurstellen. Er moeten wel organisatorische tegenkrachten worden georganiseerd via het gelijkwaardigheidsmodel. De ondernemingsraad en werknemers moeten melding maken van afwijkingen van operationele bedrijfsdoelstellingen. Investeringen in groene energie moeten hogere prioriteit krijgen. In deel 3 gaan we verder met het effect van het gelijkwaardigheidsmodel wanneer dit model op landelijke schaal zou worden gebruikt. Vooral het effect voor inflatie en belastingheffing zal worden besproken. Noten: [1] Menselijk vermogen wordt bepaald op basis van contante waarde van alle salarissen als bestaand personeel doorwerkt tot de pensioengerechtigde leeftijd. Deze berekening wordt ook gebruikt voor OESO, CBS en CPB voor landelijke toepassing van het menselijk vermogen. Ter vergelijking zou je kunnen stellen dat het financieel vermogen de contante waarde zou kunnen zijn van het huidige dividend tot in de toekomst. Maar het financieel vermogen in de jaarrekening zal een betere benadering geven van de echte marktwaarde (zoals beurskoers). In het boek ‘Een andere kijk op economie’ is een voorbeeld opgenomen voor de berekening van het menselijk vermogen. [2] Het gelijkwaardigheidsmodel gaat uit van verantwoordelijke burgers, die verantwoordelijkheid kunnen dragen voor de eigen leefomgeving en daarmee ook voor de eigen bedrijfsomgeving, binnen de mogelijkheden van medewerkers in het eigen werkgebied, waardoor enkele macro-economische problemen worden opgelost, zoals inflatie en gelijke belasting over inkomen en vermogen. [3] Er zijn twee wetenschappers die duidelijke invulling geven aan sociaal en milieubeleid. In het boek ‘Duurzaam Kapitalisme’ van Willem Schramade worden ecologische E en sociale factoren S benoemd naast de financiële jaarrekening G voor ondernemingen. Dat wordt ook apart beschreven voor financiële instellingen. Het boek ‘Donuteconomie’ door Kate Raworth benoemd alle sociale factoren binnen de donut met de organisatie en alle ecologische factoren uitgewerkt aan de buitenzijde van de donut met de buitenwereld. De donuteconomie is meer maatschappijgericht. Over de auteur: Ries van der Vos (opgeleid als wiskundige en econometrist) is gepensioneerd en houdt zich bezig met vraagstukken omtrent rechtvaardige inkomensverdeling en klimaatverandering. Hij schreef twee boeken: ‘Financieel kapitaal versus Menselijk kapitaal’ en ‘Een andere kijk op economie’. Over het gelijkwaardigheidsmodel schijft hij ook op zijn website.

Door: Foto: kiki99 (cc)
Foto: Photo by Chris Yang on Unsplash.

In de VS heeft elke gevangene in feite levenslang

Desmond Meade is directeur van de Florida Rights Restoration Coalition, een club die vecht voor stemrecht van gevangenen die hun straf erop hebben zitten. In 2018 werd de staatswet aangepast nadat Meade meer dan een miljoen Floridianen wist te enthousiasmeren om in een referendum vóór de wetswijziging te stemmen. De staat liet het er niet bij zitten en twee jaar later bepaalde het hooggerechtshof dat alleen die herintredende burgers die al hun boetes hadden betaald, hun stemrecht terug konden krijgen. Kat en muis: FRRC verlegde hun focus en haalt sindsdien veel geld binnen waarmee de non-profit zoveel mogelijk boetes voor herintredende burgers betaalt. 

Stemrecht is niet het enige recht dat in Florida blijvend vervalt voor herintreders. Zo was Meade, die met succes een studie rechten afrondde, wettelijk gebannen zijn beroep uit te oefenen, kon hij geen huis kopen of huren, mocht hij niet in een jury plaatsnemen noch zich verkiesbaar stellen in de politiek. “Ik was Central Floridian van het jaar, Floridian van het jaar, een van TIME magazine’s 100 meest invloedrijke personen en ik ben een MacArthur Genius. Als een persoon zoals ik zijn burgerrechten niet terug kan krijgen, wie dan wel?”, vraagt Meade zich af . Op 13 oktober jongstleden kwam het goede nieuws. De clementie commissie herstelde zijn burgerrechten–met uitzondering op het recht een wapen te dragen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Extra stemrecht voor elk kind

Ouders van kinderen zouden voor elk kind dat ze hebben een stem extra moeten krijgen in het stemhokje, zo bepleit de Duitse minister Manuela Schwesig.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Polarisatie zet democratie VS onder hoogspanning

ANALYSE - van Tom van der Meer. Eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

In de Verenigde Staten worden democratische normen steeds verder ondermijnd. Verkiezingen zijn minder onpartijdig dan voorheen. Gerrymandering, het trekken van electorale grenzen om de electorale rivalen te benadelen, is steeds harder doorgevoerd. In verschillende staten zijn electorale wetten aangenomen die het stemrecht inperken, waardoor specifieke groepen als zwarte kiezers verder worden uitgesloten.

Ook wordt getornd aan de normen van de Trias Politica en machtenscheiding, die worden overstegen door de tegenstelling tussen de twee partijen. Het meest zichtbaar werd dit in de benoemingsprocedure voor het Hooggerechtshof, toen de Republikeinse meerderheid in de Senaat weigerde de door de Democratische president Obama voorgestelde kandidaat te overwegen.

De Amerikaanse rechtsstaat kent al langer wezenlijke problemen met toegankelijkheid en gelijke behandeling.

Deze week braken – bepaald niet voor het eerst – protesten uit tegen de behandeling van de zwarte bevolking van de V.S. door de politie. In reactie wordt de toch al gemilitariseerde politie ingezet tegen vreedzame demonstranten en journalisten. Tegen de eigen bevolking dus. Zo werd de omgeving van het Witte Huis met harde hand en zonder aankondiging schoongeveegd opdat de president daar kon poseren voor fotografen.

Foto: Jos Dielis (cc)

Geen stemrecht voor pensionado’s

OPINIE - Onze huidige staatsinrichting is behept met een vrij fundamentele denkfout. En die is dat iedereen, maar vooral oudere generaties beslissingen maken die ‘het beste zijn voor iedereen’. In minstens drie gevallen is duidelijk daar flink wat op is af te dingen: De klimaatproblematiek, Brexit en de sores rondom pensioenen.

De Economist waarschuwde er in 2010 al voor: het risico was aanwezig dat westerse democratiëen door dalende geboortecijfers zouden eindigen als ‘gerontocratiën’; stilstaande, verkalkte maatschappijen waar ouderen de dienst uitmaken en jongeren het nakijken hebben. Tien jaar later is Brexit het duidelijkste voorbeeld van de correctheid van die analyse. ‘Leavers’ zijn voornamelijk ouderen, die door de Britse tabloids angst werd aangejaagd voor immigranten en ‘de allesoverheersende EU’ met de mythe dat de EU kromme bananen zou verbieden.

In Nederland zijn de stemmen voor een ‘Nexit’ weliswaar verstomd; hier zie je dat de ene na de andere gepensioneerde natuurkundige van z’n pensionering gebruik maakt om op de opiniepagina’s van weekbladen en kranten te betogen dat klimaatverandering niet bestaat en als het wel zou bestaan dan wordt het niet door mensen veroorzaakt, of het is zinloos om er iets aan te doen. Argumenten die er bij 65-plussers ingaan als koek, want waarom zou je op oudere leeftijd nog je huis gaan verduurzamen als je weet dat je daar hooguit nog maar tien tot vijftien jaar woont, en je van dat geld ook nog de wereld zou kunnen afreizen?

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Pleidooi voor een stemexamen

Hieronder volgt een gastbijdrage van Jan Grijs Hij pleit voor het invoeren van een stemexamen om de kloof tussen Nederlandse burgers en politiek te dichten.

De Kloof. De term is inmiddels zo beladen dat ze haar eigen hoofdletter verdient. De Kloof als een onoverkomelijk ravijn tussen het volk en de politiek. De Kloof als stok om de gevestigde orde mee af te ranselen. De Kloof als bron van alle kwaad in Nederland.

De Kloof moet geslecht. Politici vertonen zich in kinderfilms en gangsterraps om maar dichterbij het electoraat te komen. Op persoonlijke hyves- en twitter-pagina’s lichten ze ieder besluit toe. Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht staan ze weer koffie te schenken op lokale markten, om maar aan te geven hoe ‘gewoontjes’ ze zijn gebleven. De Kloof tussen politiek en electoraat voedt een kloof tussen politici en politiek.

Het haalt allemaal geen klap uit. Een substantieel deel van de kiezers, gevoed door te simpele beloften en opruiende kreten, verwijdert zich steeds verder van de gevestigde politiek. Klagend over de Kloof rennen ze weg van iedere verzoeningspoging, uiteindelijk slechts de Kloof verbredend.

Moet de Kloof verdwijnen? Is een gepaste afstand niet een bewijs van expertise? Wanneer een hartchirurg u in joggingbroek en teenslippers vertelt dat u een viervoudige bypass nodig heeft, vraagt u toch meteen een second opinion? Complexe zaken, zoals het besturen van een land, kunnen niet worden overgelaten aan de gemiddelde burger. De verontwaardiging over de Kloof getuigt vooral van zijn oorzaak: de onwetendheid van de kiezer.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.