Maak extreme rijkdom onderdeel van het sociaal beleid

Het sociaal beleid gaat doorgaans over de armen en de kwetsbaren in de samenleving. Ingrid Robeyns pleit ervoor om de superrijken mee te nemen in de discussie over het sociaal beleid. Want, zo stelt zij, een andere houding tegenover extreme rijkdom zou het sociaal beleid kunnen versterken en rechtvaardiger maken. Elke samenleving heeft impliciet een sociaal contract – de afspraken die wij met elkaar maken over hoe we samenleven. Dit gaat niet alleen over rechten en vrijheden zoals die in de grondwet staan, maar ook over hoe we de koek die we in een land met z’n allen produceren eerlijk verdelen. En precies daar laten empirische studies zien dat de ongelijkheid toeneemt (Piketty, 2016; Kremer et al., 2014). Het vermogen wordt steeds geconcentreerder en er ontstaat een groep mensen die extreem rijk is. Vanuit maatschappelijk oogpunt is extreme rijkdom vanwege een aantal redenen problematisch (Robeyns, 2019). Een paar daarvan zijn zeer relevant voor het sociaal beleid. Extreme rijkdom is een gevaar voor de democratie Ten eerste is extreme rijkdom een gevaar voor de democratie: wie extreem rijk is, heeft meer mogelijkheden zijn stempel op de politiek te drukken, en kan daardoor zorgen voor beleid waardoor de extreem rijken nog rijker worden.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.