Oké, het staatshoofd, natuurlijk. Maar wel een niet gekozen staatshoofd, dus eentje zonder enig mandaat. Als ze dus de Tweede Kamerleden als schooljongetjes en -meisjes in een bus laat aanrukken om hen toe te spreken dient ze zich totaal te onthouden van welk commentaar dan ook. Een kaakje en een kopje koffie, prima. “Hoe gaat het met de kinderen?” Ook goed.
Maar “ik maak me zorgen over de hypes en de vele spoeddebatten, waardoor de Tweede Kamer zich te veel laat meeslepen”, dat mag dus niet. Hoe eens ik het ook met haar constatering ben, het Nederlandse parlement is slechts verantwoording schuldig aan zichzelf en het Nederlandse volk. Die heeft het gekozen en niet de Koningin. Zij heeft als ongekozen monarch een zuiver ceremoniële functie. De Tweede Kamer naar een paleis verschepen kan als ontzettend intimiderend gezien worden, zeker als wat binnenskamers gezegd wordt geheim moet blijven.
En als een kamerlid, in dit geval Boekestijn, wel wat over het besprokene loslaat, dan moet hij opstappen. Sinds wanneer heeft onze koningin dit (al dan niet indirecte) recht? Rutte verdedigt het opstappen van Boekestijn door te zeggen dat het uit de school klappen “ongepast” en een “doodzonde” was, omdat de vorstin zich niet kan verweren.