Het kan soms zo zijn dat de grote verhalen in het nieuws aberraties zijn, die weinig over onze tijd zeggen, terwijl kleine verhalen, in de marge, veel meer betekenis hebben. De verkiezing van Barack Obama, en de atmosfeer eromheen, lijken nu een aberratie. Een moment van collectief escapisme, van een vlucht uit het cynisme van de wereld, die niet lang kon duren.
Het afgelopen jaar was het vliegveld Berlijn-Tegel in de ban van een eigen tragikomedie. Een geestelijk verwarde, veertig jaar oude vrouw uit Finland verbleef acht maanden lang als dakloze op de luchthaven. Ze viel in eerste instantie niet op. Ze slaagde er namelijk in er piekfijn verzorgd uit te blijven zien, als iemand die alleen maar op een verbindingsvlucht zat te wachten. Ze begon op te vallen toen passagiers uit de business class over haar begonnen te klagen. Ze benaderde rijk uitziende mannen, zakenlieden, en vroeg of ze met haar wilden trouwen.
Wat was het verhaal van deze vrouw? Als jong meisje in Finland had ze, zoals zovelen, gedroomd van rijkdom, en van alle luxe die rijkdom kon brengen. Helaas was ze iemand die het meer van haar intelligentie dan van haar uiterlijk moest hebben. De voor de hand liggende weg, het trouwen met een rijke man, was daarom voor haar afgesloten. Ze liet zich niet afschrikken. Een rijke echtgenoot zat er niet in, dus wou ze het op eigen kracht redden. Ze studeerde medicijnen, werd specialiste, verdiende goed, ging in de dure buurt van Helsinki wonen, en omringde zich met alle opzichtige luxe die ze zich kon permitteren. De tragiek van de rijkdom is dat er altijd iemand nog rijker is. In haar eigen ogen was ze mislukt. De weelde waarin ze leefde was niet opulent genoeg om haar een gevoel van eigenwaarde te geven.