Boete voor plaatsen cartoon?

Gisteren verscheen er een nasleep van de Deense cartooncontroverse voor de rechter. Ruim vier jaar geleden plaatste de Arabisch Europese Liga een aantal cartoons op haar site die de holocaust ontkenden. Volgens AEL-voorman Abu Jahjah moeten mensen voorzichtig met elkaars gevoeligheden omgaan. Om te illustreren hoe moslims zich voelen als hun profeet spottend wordt afgebeeld plaatste de organisatie de cartoons. Het OM was hier niet van onder de indruk en eiste gisteren 1250 euro boete. De aanklager vindt dat de AEL het debat wil voeren ten kosten van de Joden, die met de cartoonrellen niets van doen hebben. En daar kunnen we het over eens zijn. De Joden hebben met deze kwestie niets te maken. Aan de andere kant vraag ik me af in hoeverre je ze hier mee kwetst. In de nasleep van de Deense cartoonaffaire werd er in Israël door kunstenaars opgeroepen zelf de beste anti-semitische cartoons te maken. Daarbij werd de AEL wel gedwongen dit soort cartoons te gebruiken. Simpelweg omdat we in Nederland door weinig anders meer geshockeerd worden. Om het gevoel dat moslims hebben bij (christelijke) Nederlanders op te roepen was een Holocaust-ontkenningsprent denk ik de enige mogelijkheid. Het middel was dus het juiste om het doel te bereiken. Maar de AEL had zich wel even mogen afvragen waarom dat het enige type cartoon is waar in Nederland ophef over ontstaat, en niet een cartoon van pak 'm beet een goddelijke ezel.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ehsan Jami vs Mohammed: de fall-out

Beeld uit de film

De Nederlandse regering maakt zich behoorlijk zorgen over de film van Ehsan Jami. Moslimwoede wereldwijd dient immers beteugeld te worden. Maar is er eigenlijk wel woede, of reageren moslims elders met evenveel schouderophalen als in Nederland?

Eerst maar eens de Indonesische kranten. Kompas, Tempo, Fajar, Sinar Harapan, Harian Aceh, enzovoort: nul hits. Alleen de engelstalige Jakarta Post noemt hem kort, in een relativerend opiniestuk over Fitna.

Maleisië dan? Niets. Bangladesh slaan we over, daar zijn ze te druk met de verkiezingen van eind deze maand. Engelstalige kranten in Pakistan: nope. Iran dan, Ehsans voorvaderland en erkend hardliner hotspot. Helaas, noch het staatspersbureau Irna, noch de Tehran Times maken melding van hem. Zelfs Onze Man voelt geen aandrang er iets over te schrijven.

Er zijn teveel Arabische kranten om ze per land door te spitten en de meeste zijn sowieso in een voor westerlingen ontoegankelijk schrift, maar als Ehsan Jami een issue was, zouden de engelstalige secties het wel oppikken. Dat doen ze niet. Ook Al Jazeerah zegt: no results found. Door naar Turkije. Hürriyet: nee. Milliyet: nee. Sabah: nee. Zaman: nee.

Is er dan echt geen enkele boze moslim te vinden? O wacht, jawel, in Azerbeidzjan, of all places. Althans, soort van boos. Waarvan akte.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.