WW: Het foutje van Da Vinci
De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.
Vraag aan iemand op straat om het prototypische genie te noemen en de kans is groot dat de ondervraagde ofwel Einstein ofwel Leonardo da Vinci noemt. Beide mannen zijn -terecht overigens- bijna synoniem met de notie van het klassieke Genie: de haast magische wetenschapper die mijlenver op zijn tijdgenoten vooruit is; op wiens werk nog jaren, of zelfs eeuwen voortborduurt kan worden; onfeilloos. Hoewel, feilloos? De Nederlandse wiskundige, sculpturist en Leonardo-bewonderaar Rinus Roelofs ontdekte dat zelfs het beste paard van stal wel eens struikelde: Leonardo da Vinci maakte in één van zijn wiskundige tekeneningen een fout. Het Belgische tijdschrift EOS besteedt in haar jongste editie drie pagina’s aan deze uitglijder van de Uomo Universale.
De fout komt voor in!één van de illustraties die da Vinci maakte voor de Italiaanse wiskundige Luca Bartolomeo de Pacioli. In zijn beroemde werk “De divina proportione” (over de Gulden snede) beschrijft Pacioli wiskundige en kunstzinnige principes met betrekking tot de verhoudingen van afmetingen. Ook komt in het boek een aantal beschrijvingen aantal tekeningen voor van Archimedische lichamen, geillustreerd door Leonardo.
Archimedische lichamen zijn veelvlakken wiens vlakken bestaan uit twee of meer verschillende soorten veelhoeken (bijvoorbeeld driehoeken of vierkanten). Ze verschillen daarin van Platonische lichamen die maar één soort veelhoek gebruiken. Voorbeelden van Platonische lichamen zijn de kubus (opgebouwd uit zes vierkanten) of de tetraëder (driekantige piramide, opgebouwd uit vier driehoeken). Een traditionele voetbal met zijn vijf- en zes-kantige vlakken is een voorbeeld van een Archimedisch lichaam.