Snouck Hurgronje

Wie in Leiden over het Rapenburg naar het Academiegebouw wandelt, passeert op nummer 61 het huis waar Christiaan Snouck Hurgronje heeft gewoond. Afgezien van de in steen gebeitelde naam herinnert er weinig aan de geleerde, die leefde van 1857 tot 1936 en tot op de dag van vandaag ietwat omstreden is. Snouck was namelijk de islamoloog die de strategie ontwierp waarmee generaal Van Heutsz tussen 1898 en 1903 de bevolking van Atjeh onderwierp. Niet iedereen kan, om het zacht uit te drukken, waardering opbrengen voor de architect van een koloniale oorlog. Er is echter meer. Snouck Hurgronje had zich in 1885, minimaal in naam, bekeerd tot de islam en had enige tijd in Mekka en gewoond en gestudeerd. Voor menig moslim gold hij als vertrouwenspersoon, ja als leraar. Tegelijk schreef hij rapporten voor de Nederlands-Indische autoriteiten, waarin hij doorgaf wat hem was verteld. Was het, zoals Snouck Hurgronjes biograaf Philip Dröge in zijn onlangs verschenen boek Pelgrim opmerkt, wel eerlijk van de Nederlandse geleerde om de mensen die hem bewonderden, zó te belazeren? Was hij niet in feite gewoon een spion?

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022
Foto: Verloren Oudheid

Hoe populariseer je geschiedenis? – Do’s en don’ts

COLUMN - Hoe populariseer je geschiedenis? Het is een vraag die me veel bezig houdt, zeker nu ik bezig ben een boek te schrijven over een onderwerp dat (nog) niet heel populair is. Geschiedenis heeft al een beetje een stoffig imago en dat geldt des te meer voor de Oudheid, om maar niet te spreken over het Oude Nabije Oosten. Toch ben ik gefascineerd geraakt door dit onderwerp. De vraag is, hoe breng ik mijn eigen enthousiasme over?

De geschiedenispopularisator als verhalenverteller

Om die vraag te kunnen beantwoorden, moet ik eerst weten waar mijn enthousiasme vandaan komt. Voor zover ik kan beoordelen hangt mijn fascinatie voor geschiedenis sterk samen met een liefde voor verhalen. De geschiedenis is rijk aan verhalen over mensen, menselijke relaties en menselijke samenlevingen. Verhalen die vragen oproepen zoals:

“Wat bezielde Alexander de Grote om de hele wereld over te trekken, zelfs nadat hij het Perzische Rijk verslagen had?”

“Wat bezielde de Babyloniërs om de poorten te openen voor de Perzische koning Cyrus de Grote?”

“Hoe is een Assyrische koning, met relatief primitieve middelen, in staat om in zo’n groot gebied gehoorzaamheid af te dwingen?”

Human interest dus. Om een zo breed mogelijk publiek aan te spreken moet een geschiedenispopularisator niet alleen in staat zijn om dingen uit te leggen. Hij of zij moet het verhaal ook zodanig kunnen vertellen dat het publiek uit zichzelf dit soort vragen gaat stellen. Kortom, een goede geschiedenispopularisator moet een goede verhalenverteller zijn. Hij moet suspense kunnen opbouwen door een behoefte aan kennis te creëren en deze behoefte langzaam maar zeker te vervullen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Tambora

RECENSIE - tamboraHet was een klein stukje in Kijk, een kleine veertig jaar geleden: iedereen kende de uitbarsting van de Krakatau, las ik, maar niet heel lang daarvoor was er, eveneens in Nederlands-Indië, een veel grotere vulkaanuitbarsting geweest, die de hele wereld had geschokt. Ik heb dat altijd onthouden, zelfs al wist ik de naam van de vuurspuwende berg niet meer. De wereldwijde impact van de vulkaanuitbarsting stond vanaf toen ergens op mijn mentale landkaart, met nog zoveel andere weetjes die je als jonge puber opdoet uit Kijk, uit de boeken van Jules Verne, uit Kuifje.

Tambora, zo heette de vulkaan, hij beheerste het eiland Soembawa en hij ontplofte in 1815. “De grootste natuurramp sinds mensenheugenis” noemt Philip Dröge de gebeurtenis in zijn boek De schaduw van Tambora, dat een paar weken geleden is verschenen. Ik heb het in één adem uitgelezen. Het is jaloersmakend goed.

Hoewel het boek begint met de uitbarsting zelf, gaat het daar eigenlijk niet over. Het gaat vooral over de gevolgen. Simpel gezegd: de explosie had de kracht van 34.000 megaton TNT of, zoals Dröge het aanschouwelijk maakt, “anderhalf keer de verzamelde explosieve kracht van alle kernwapens die de grootmachten in de Koude Oorlog op elkaar hadden gericht”. Door de aardschokken veranderde het landschap en ontstond een vloedgolf. 150 kubieke kilometer gesteente werd ruim veertig kilometer de lucht in geblazen, dwars door de ozonlaag heen. Stenen zo groot als auto’s vielen neer in de omgeving, de as dwarrelde wat later neer en bedekte enorme gebieden, terwijl de uitgebraakte zwavel het langst bleef zweven. Die werd door de wind verspreid – over Nederlands-Indië, over Bengalen, Zwitserland en de oostkust van Amerika.